Op 25 juni 1852 wordt in Reus, Spanje, de zoon geboren van een eenvoudige kopersmid. Zijn ouders noemen hem Antonio Plácido Guillermo Gaudí i Cornet. Als kind moet Antoni Gaudí vaak thuisblijven of op een ezel vervoerd worden, omdat hij reuma heeft en daar houdt hij de rest van zijn leven last van. Toch doet hij van 1863-1868 gymnasium aan de kloosterschool van de paters Escolapios in Reus en worden zijn tekeningen in een krant opgenomen. Ook tekent Gaudí het decor voor uitvoeringen van het schooltheater. Van 1873-1877 doet hij een architectuurstudie aan de Escola Provincial d'Arquitectura in Barcelona en maakt hij vele ontwerpen. Om geld te verdienen voor zijn studie werkt hij voor architectenburo's, onder andere bij Josep Fontseré en Francisco Paula de Villar, ontwerper van het oorspronkelijke plan van de Sagrada Familia. Van Gaudí's belangrijkste werken in Barcelona vanaf die tijd volgt hier meer informatie:
Het Parc de la Ciutadella is geopend in 1888, toen hier in Barcelona de wereldtentoonstelling plaatsvond. De tuinen van het 30 hectare grote park zijn ontworpen door de Franse landschapsarchitect Jean Forestier. Deze tuinen liggen rond een aantal fonteinen die deels zijn ontworpen door een nog studerende Antoni Gaudí. In het Parc de la Ciutadella bevinden zich verder de nationale dierentuin, de Arc del Triomf, het Museu d'art Modern en een meertje.
Object:
(lantaarnpalen op) Plaça Reial
Bouwperiode:
1879-1879
Adres:
Plaça Reial (kaart)
Bereikbaar:
Metrolijn 3 Liceu
Door het ontwerpen van de straatlantaarns aan de Plaça Reial deed de jonge Gaudí praktijkervaring op. Dit was zijn eerste formele opdracht. Aan het plein is verder een fontein te vinden en de palmbomen maken het helemaal af.
Niet open voor publiek, slechts van buiten te bezichtigen
Al in 1878 kreeg Antoni Gaudí van steen- en tegelfabrikant Manuel Vicens de opdracht een zomerhuis te bouwen. Toch begon Gaudí pas in 1883 met de daadwerkelijke bouw. Het Casa Vicens is een bonte verzameling van verschillende stijlen, met de Mudejarstijl als meest herkenbare. In 2005 werd het huis door Unesco op de werelderfgoedlijst geplaatst.
In 1883 nam de 31-jarige Gaudí de bouw over van de door Villar ontworpen kerk van de Heilige Familie, de Sagrada Familia. Gedurende zijn bouwwerkzaamheden paste hij het oorspronkelijke ontwerp zoveel mogelijk aan zijn eigen wensen en ideeën aan en hij dacht in het begin nog de kerk binnen 10 jaar te kunnen afmaken. Uiteindelijk is het hem niet gelukt de bouw voor zijn dood in 1926 te voltooien en is de kerk zelfs nu nog niet af. Het werd Gaudí's levenswerk, waarvoor hij zelfs persoonlijk bij de mensen langs de deuren ging om geld op te halen voor de bouw. In 2005 werd ook de Sagrada Familia opgenomen in de werelderfoedlijst van Unesco.
alleen te bezoeken met rondleiding: ma-vr 09:00-13:00, Engels om 10:15 en 12:15
Toegangsprijs:
€5,-
Na de bouw van het huis El Capricho in Comillas (1883-1885) kreeg Gaudí van zijn vriend en beschermer Eusebi Güell de opdracht om de stallen en bijgebouwen voor zijn landgoed te bouwen. Jammer genoeg is een groot deel van het vroegere landgoed er tegenwoordig niet meer. De Güells gaven het weg aan de Koninklijke familie en delen werden gebruikt om nieuwe wegen aan te leggen, onder andere de bekende Diagonal.
Ook Gaudí's volgende opdracht was er één van Eusebi Güell: een stadspaleis nabij de Ramblas. Het paleis dat vanaf de straat nogal sober oogt herbergt een fantastisch interieur en heeft een sprookjesachtige tuin op het dak. Sinds 1984 staat dit paleis al op de Unesco werelderfgoedlijst.
Bij dit klooster moest Gaudí zich erg inhouden wat betreft budget en versieringen aan het gebouw. Spaarzaamheid en karigheid waren belangrijk voor zijn opdrachtgever: pater Enric d'Osso, oprichter van de orde van Theresiaanse nonnen.
niet open voor publiek, slechts van buiten te bezichtigen
Casa Calvet was een opdracht van de gemeente Barcelona en zou een bedrijf en woonhuis worden. Dit gebouw, dat zonder twijfel Gaudí's meest conventionele is, leverde hem als enige een onderscheiding van de stad op.
via treinstation Av. del Tibidabo, met de wijkbus 123
Openingstijden:
niet open voor publiek, slechts van buiten te bezichtigen
In 1900 begon Gaudí zijn werk aan Bellesguard, ook wel Casa Figueres genoemd. Ooit stond op precies dezelfde plek het landhuis Bellesguard (mooi zicht) van Martí I, de laatste koning van Barcelona. Gaudí heeft Bellesguard nooit zelf voltooid, in 1917 legde Domènec Sugranes er de laatste hand aan.
Het idee dat Eusebi Güell oorspronkelijk met de kale helling in het noorden van de stad Barcelona had was dat er een woonparadijs moest komen, een tuinstad. Het is uiteindelijk een park geworden, met veel groen en slechts 2 in plaats van 60 huizen. Er waren geen mensen die hier wilden wonen en zo namen slechts Gaudí en Güell zelf er hun intrek. In 1984 werd ook dit park reeds opgenomen in de werelderfgoedlijst van Unesco.
Wederom een werelderfgoed (sinds 2005) op naam van Antoni Gaudí. Ditmaal kwam de opdracht van Josep Batlló i Casanovas, een rijke stoffenfabrikant, die zijn saaie huis wilde laten herbouwen om de modernere huizen in zijn omgeving te overtreffen. Zijn opzet is geslaagd: Casa Batlló zal in die tijd ongetwijfeld het modernste van de hele wijk geweest zijn.
Toegangsprijs €8,- (studenten en gepensioneerden: €4,50)
Casa Milà ofwel La Pedrera is het laatste gebouw dat Gaudí ontwierp alvorens zich helemaal te storten op het voltooien van zijn levenswerk: de Sagrada Familia. Opdrachtgever voor de bouw was het rijke echtpaar Milà, met wie hij op den duur ernstige meningsverschillen kreeg. Dit grote bouwwerk van meer dan 1000 vierkante meter werd in 1984 al tot werelderfgoed uitgeroepen.