Zuid-Oost Turkije Reisverslag
Dit reisverslag is onderdeel van een serie reisverhalen, allen gemaakt tijdens een lange reis van november 2007 tot mei 2009. |
> Elazig
24-08-2008 We hebben vannacht bar weinig geslapen, door de benauwde warmte in onze kamer zonder airco. Als we na een busrit van anderhalf uur in Elazig aankomen willen we dan ook eerst een goed hotel met airco zoeken. Dat betekent dat een Turkse man, die bij ons in het transferbusje naar het centrum zit, vrijwillig met ons het halve centrum doorbanjert om ons het hotel van onze keus te wijzen. De kamer met tweepersoons bed die we te zien krijgen is nog niet schoongemaakt en daarom krijgen we een suite aangeboden voor dezelfde prijs. Deze is ook nog eens geschilderd in Yvonnes lievelings-kleurencombo roze met paars, dus onze dag kan niet meer stuk: we duiken meteen in bed en halen ons slaaptekort in.
25-08-2008 We zijn weer helemaal uitgerust en vragen bij ons hotel waar de busjes naar Harput vertrekken. Wederom wordt er helemaal met ons meegelopen, ook al is het maar 1 straat verderop en hadden we het makkelijk zelf kunnen vinden. Als het busje vol is vertrekken we naar de oude vesting uit de tijd van de zijderoute. Wat er van het kasteel rest is een beetje teleurstellend en ook het fraaie uitzicht is niet wat we gewenst hadden. Na de verfrissende regenbuitjes van gisteravond is het nu ontzettend stoffig in de lucht en het zicht is daarom erg beperkt.
Terug in Elazig lopen we naar een andere straat, waar de busjes naar Pertek gaan. Deze busjes rijden blijkbaar niet erg frequent en we moeten meer dan een half uur wachten voor we kunnen gaan. Dan moeten er onverwacht nog meer mensen mee en als de klapstoeltjes te voorschijn worden getoverd en in het smalle gangpad neer worden gezet voelen we ons weer echt in Azië. Dat gevoel wordt nog versterkt als we nauwelijks weer rijden en er vanaf het voetpad gewenkt wordt: nog twee mannen willen mee. Een jongen verhuist naar een plek bovenop de versnellingspook van het busje, twee mannen schuiven dicht op mekaar op één krukje en hop, daar gaan we weer. Met de volle bak scheuren we over een bochtige weg: ja, we zijn echt weer in Azië!
Een half uur later zien we Eski Pertek, oud Pertek, al liggen: een fort bovenop een rotsachtig eiland. Ons busje gaat naar de andere oever, waar nieuw-Pertek ligt, en omdat we niet goed zien hoe we naar het eiland moeten, gaan we mee. Helaas is het zicht hier nog beroerder dan in Elazig en als we met de veerboot naar de overkant zijn gevaren, zien we eigenlijk het nut van nadere inspectie van het kasteel niet in. We nemen de eerste veerboot terug en vragen bij een, op de chauffeur en zijn bijrijder na, leeg personenbusje of we mee kunnen naar Elazig. Het mag en met een nog hogere snelheid dan zonet scheuren we nu in omgekeerde richting. We zijn er snel en van de 5 Lira die we de beste chauffeur aanbieden wil hij niks weten. Als we zijn busje uit stappen komt er net een bus aan die naar het museum gaat en aangezien onze reisgids daar erg enthousiast over is springen we erin. Helaas blijkt het museum intussen opgedoekt. Het zit ons niet erg mee met de bezienswaardigheden vandaag.
Ach, dan nog maar een lekkere Iþkender kebab, inmiddels ons lievelingsgerecht hier in Turkije.
> Met de Bus naar Diyarbakir
26-08-2008 Gisteren kochten we twee buskaartjes naar Diyarbakir bij een boekingskantoortje. De dame achter het loket wist ons toen stellig te vertellen dat onze transfer naar de vertrekplaats van de bus om 9 uur zou zijn en dus zitten we er om 10 voor 9 helemaal klaar voor. Verschillende busjes passeren de straat om passagiers op te pikken, maar voor ons wordt niet gestopt. Tegen half 10 gaan we maar eens informeren en het busje van 9 uur blijkt nu toch opeens pas om kwart voor 10 te komen.
Als we om 10 voor 10 nog altijd staan te wachten worden we toch wat zenuwachtig. Onze bus vertrekt om 10 uur en straks missen we 'm. We dringen wat aan, er wordt wat heen en weer gebeld, maar om 3 voor 10 is er nog altijd geen busje verschenen. We hebben net besloten ons geld terug te vragen, om dan maar zelf naar het busstation te gaan en de bus van 11 uur tenminste te halen, als er een transferbusje de hoek om komt. Snel moeten we er nu in en wat blijkt? De plek waar we heen gaan is 2 minuten rijden en we halen de bus nog net. Als we dat geweten hadden waren we wel gaan lopen!
De landschappen zijn wederom erg dor. Na een uur komen we bij een checkpost dat sterk doet denken aan de Chinese post vlak voor het Tibettaanse gebied van Deqin. Alleen is er hier nog iets meer machtsvertoon, compleet met een tank, zandzakken waar gewapende militairen achter staan en heel wat meters aan prikkeldraad. Onze paspoorten worden ingenomen, net als de identiteitskaarten van onze medereizigers, en de gegevens worden genoteerd. Zodra we weer rijden zien we dat we echt in het gebied gekomen zijn van wat de Turken het gebied van de bergmensen noemen: het land van de Koerden, ofwel Koerdistan. De weg kronkelt tussen de kale, rotsachtige bergen door. Begroeiing is zeer schaars.
Als we een nieuwe bocht omgaan zien we ineens een grote stofwolk en een vrachtwagen die op z'n kant pal boven een afgrond ligt. De wielen draaien nog en het ongeluk is duidelijk net gebeurd. Een man is al op de zijkant van de truck geklommen en we zien de chauffeur in de cabine bewegen. Als onze bus stilstaat en iedereen eruit is zien we dat de chauffeur heeft weten te ontsnappen. Dan is pas duidelijk hoeveel geluk de man heeft gehad, een groot deel van zijn truck steekt over de afgrond en het had weinig gescheeld of het hele gevaarte was naar beneden gestort. In een personenauto wordt de man naar het dichtstbijzijnde dorp gebracht en wij zetten de reis weer voort.
Eenmaal aan de rand van Diyarbakir worden we op sleeptouw genomen door een man en zijn zoon die ook richting het centrum gaan. De buskaartjes voor de stadsbus worden voor ons betaald, tegensputteren wordt niet geaccepteerd. We worden bij de juiste halte uit de bus gezet en we hebben onze beide benen nog niet op de stoep of we worden al breed lachend welkom geheten door een ondernemer, die ons meteen thee en wat te eten aanbiedt. We zoeken toch eerst maar een hotel en vinden al gauw een goeie kamer met airco. Dat laatste is niet geheel onbelangrijk, want we zijn in het heetste deel van het land aangekomen. Dagelijks geeft de thermometer hier 40 graden of meer aan.
Als we ons een uurtje later weer op straat wagen voelt het dan ook alsof we een oven instappen. Kalmpjes aan verkennen we het oude centrum en langzaam begeven we ons in het netwerk van smalle steegjes dat zich binnen de eeuwenoude stadsmuur bevindt. We passeren een moskee, met een minaret die op 4 losstaande palen gebouwd is. Al gauw vinden we één van de kerken die we hier willen bekijken en bij toeval vinden we ook een gedeeltelijk ingestorte Armeense kerk.
Wat echt opvalt hier: kinderen, kinderen, kinderen. Ze zijn overal. Ze rennen elkaar achterna door de nauwe steegjes, gillen naar ons vanuit een open raam of proberen snoep of brood te verkopen aan voorbijgangers. Er is er steeds wel één die naar ons roept en er wordt driftig gezwaaid en hard om "money" geroepen. De gezinnen in deze buurt zijn arm en hebben vaak wel 10 kinderen, die allemaal moeten eten. Veel van hen zijn dan ook klein en mager voor hun leeftijd. Sommigen hebben duidelijk een (kinder-)ziekte en lopen met het gezicht helemaal opengekrabt met hun kleine broertje en een vriendinnetje aan de hand. Naarmate we dieper in het netwerk van gangetjes en steegjes komen wordt duidelijk dat deze mensen aan alles een gebrek hebben, behalve aan kroost. "Rattenriool" is een woord dat meerdere malen bij ons opkomt.
Bij toeval komen we langs een school waar aan de kansarme kinderen uit deze wijk bijles wordt gegeven, om ze een kans te geven op een goeie baan als dokter of advocaat. Het is een initiatief van een leraar die al 27 jaar in de wijk werkt en hij wordt geholpen door een hele groep vrijwilligers die de de kinderen onderwijzen in hun eigen vakgebied. Het is een fantastisch project, grotendeels gefinancierd door rijke Turken, die als goede Moslim een deel van hun inkomen weggeven aan liefdadigheid. Met één van de leerkrachten maken we nog een wandeling door de wijk, we bezoeken een moskee en leren "ik heb geen geld" en "ga weg" in het Turks te zeggen. We worden dan ook elke minuut om geld gevraagd door de tientallen kinderen die achter ons aanlopen of op straat spelen.
> Diyarbakir
27-08-2008 Zo vroeg mogelijk gaan we op pad, om de hitte voor te zijn. In het doolhof van steegjes vragen we regelmatig de weg en zo vinden we uiteindelijk alle moskeeën die we willen zien. Bij de Behram Paþa moskee blijven we wat langer. Op het stoepje voor de grote ingang zit een groepje meisjes met hun leermeester. Om de beurt laten ze uit hun hoofd een stuk van de Koran horen: heel knap dat ze hele bladzijden letterlijk kunnen opzeggen.
In dit deel van de stad is ook een Syrische Kerk, waar slechts een kleine gemeenschap Assyriërs nog gebruik van maakt. Trots laat het hoofd van de Kerk ons het prachtige, eeuwenoude gebouw zien. Met name de vier stenen uit een oude tempel van nog vóór de Christelijke jaartelling zijn erg bijzonder.
Als we vervolgens afdwalen richting een moskee in het diepe zuiden van de oude binnenstad, zien we steeds meer krotten van golfplaten in de steegjes verschijnen. Tot twee maal toe worden we gewaarschuwd voor tassendieven, die er met onze rugzakken vandoor zouden gaan. Ineens kijken we heel anders aan tegen de groepen joelende kinderen en pubers voor en achter ons en we doen het enige verstandige: de grote weg opzoeken. We zijn het voortdurende geroep van "tourist, money, money" nu ook wel beu en we keren terug naar onze kamer.
Als we bijna voor de deur staan wordt ons voor de zoveelste keer gevraagd waar we vandaan komen. Dit keer wordt er echter vrij overtuigend bij gezegd: "Are you from Holland?" Het blijkt dat we Mehmet Ali hebben ontmoet. Ali is inmiddels een vriend van Els en Aldert, twee andere globetrotters, die Diyarbakir enkele dagen geleden bezochten. Ali is erg enthousiast en nadat hij ons alle plekjes heeft laten zien waar hij met Els en Aldert geweest is wil hij graag dat we, net als zij een paar dagen geleden, meegaan naar de redactie van Yeni Yurt, een plaatselijk dagblad. Zijn goede vriend en hoofdredacteur zal het geweldig vinden om ook over ons een artikel te schrijven. We twijfelen, maar volgens hem is dit een "opportunity" die we niet kunnen laten liggen.
Even later zitten we bij de krant en wordt er een verhaal over onze reis gemaakt, maar vooral over hoe geweldig we het wel vinden in Diyarbakir. Er komen twee foto's bij en nog geen twee uur later lopen we met een aantal exemplaren van de Yeni Yurt van 28 augustus 2008 naar buiten. Vers van de pers.
> Sanliurfa
28-08-2008 In een snelle rit van nog geen 3 uur bussen we naar Sanliurfa, nog zo'n stad met een geweldig lange geschiedenis van Perzen, Armenen en Assyriërs, ooit de vermeende woonplaats van Abraham en Job. Toch gaan we er niet meteen op uit, het is 45 graden vandaag.
Pas tegen de avond gaan we naar buiten, maar nog altijd is de hetelucht-oven niet afgekoeld. Sanliurfa maakt een aparte indruk op ons. Alsof een handje Middeleeuwen geklutst is met een beetje 2008. Hele oude huizen staan naast vrij nieuwe winkels en daar tussenin bevinden zich een vroegere Armeense kerk, een Ulu moskee en ook de berg met het kasteel waar Abraham vanaf gesprongen zou zijn, de tuin waarin hij vervolgens terechtkwam en zijn geboortegrot. Het zal allemaal best, maar wij vinden het er gewoon mooi ouderwets uitzien.
Al gauw hebben we aanspraak en bij een kopje thee spelen we een potje "Damma" (Turks Dammen) in een voormalige caravanserai.
29-08-2008 Vanochtend maken we opnieuw een wandeling langs enkele bezienswaardigheden, als we een oudere man en zijn vrouw ontmoeten. Beiden dragen ze een paarse sjaal om hun hoofd, iets wat we heel veel zien in deze streek. De vrouw heeft bovendien een prachtige glitterjurk aan en haar gezicht is voorzien van enkele tattoos, iets wat we in Diyarbakir ook al verschillende keren zagen. De man heeft een enorm dikke bril op en samen zijn ze een bijzondere verschijning. Zij vinden ons ook apart en maken duidelijk dat ze graag willen dat we bij ze komen eten, nadat ze in de nieuwe moskee gebeden hebben. Dat is nog eens een lastige beslissing: een geweldige kans om bij mensen thuis te kijken in een echte volkswijk, maar in deze streek ook niet geheel zonder gevaar hebben we gemerkt. Ook in deze stad zijn kinderen erg geïnteresseerd in onze "money" en we moeten goed op onze spullen letten als er weer eens een hele groep om ons heen komt lopen. Uiteindelijk zegt ons gevoel dat het niet verstandig is om mee te gaan en zo lopen we deze kans mis. Misschien volgt er nog wel eens een kans.
We maken de klim dwars door de berg naar het kasteel, waar twee eeuwenoude zuilen staan. Eén van de zuilen bevat Aramese karakters, de taal die Jesus gesproken zou hebben en steeds meer dreigt uit te sterven. Eén van de wachttorens bevat hele oude, hergebruikte stenen uit de Byzantijnse tijd. Het is duidelijk dat dit stukje wereld een rijke geschiedenis kent.
Om 10 uur loopt het zweet alweer in straaltjes naar beneden en als we nog even over de bazaar gestruind hebben gaan we eerst terug naar de airco van onze kamer.
's Middags bekijken we nog het museum, met bijzondere spullen uit de uiteenlopende culturen.
> Harran
30-08-2008 We zijn voor dag en dauw opgestaan, om vóór de ergste warmte gezien te hebben wat we willen zien. Harran ligt namelijk in één van de heetste stukjes van Turkije, middenin een vlakte van woestijnzand. Als ons minibusje eindelijk de stad uitraast is het snel bekeken, alles is zó plat dat we in een dik half uur in Harran zijn. We schudden wat opdringerige gidsen af en lopen de oude toegangspoort door. Dit is één van de langst bewoonde stukken aarde, zelfs in de bijbel wordt Harran genoemd en volgens de verhalen is ook dit een tijdelijke woonplaats van Abraham geweest.
In de ruïnes die nog overeind staan en ook in de brokstukken die verspreid over het terrein liggen zien we overblijfselen uit de verschillende tijden van de geschiedenis. Het naastgelegen dorpje lijkt eeuwenoud. De huizen, in de vorm van bijenkorven, worden nu nog slechts als opslagruimte gebruikt, maar ooit hebben de mensen erin gewoond. Lekker koel in de warme zomermaanden. Nu wordt er geslapen op verhoogde bedden, die naast de lemen huisjes staan. Binnen is het, zelfs 's nachts, niet uit te houden.
Als we ook het oude kasteel aan een nadere inspectie onderworpen hebben keren we terug naar de stad, waar we nog wat rondslenteren in de drukke, Middeleeuws aandoende straatjes.
31-08-2008 We verlaten Sanliurfa, kunnen nog net de laatste twee plekjes in de eerstvolgende bus claimen. Na drie uur is er enige verwarring waar we moeten overstappen, maar uiteindelijk zitten we in een minibus naar Midyat. Een minibus die eerst nog 5 rondjes door het centrum maakt, om vervolgens nogmaals langs het busstationnetje te rijden, waar we tot de nok toe vol gaan.
In Midyat bestaat de keus uit een hotel zonder eigen badkamer of wc en een luxe toko, die we uiteraard veel te duur vinden. Omdat we een beetje privacy bij het poepen wel zo prettig vinden tasten we maar diep in onze buidel en we maken meteen optimaal gebruik van de kamer door de hele middag te slapen.
> Hasankeyf
01-09-2008 Vandaag is de start van de Ramadan en dus zitten we om 8 uur helemaal alleen in de ontbijtzaal. De andere hotelgasten hebben vannacht om 3 uur ontbeten, maar speciaal voor ons hebben ze nog wat over gelaten. Blijkbaar zijn we de enigen die het risico durven nemen dat Allah boos op ons wordt en in alle rust genieten we van ons ontbijtje.
Even later rijden we Midyat uit, door landschappen die steeds droger, maar ook steeds mooier worden. We gaan naar Hasankeyf, een prachtig oud dorp, dat helaas bedreigd wordt door een stortvloed. Misschien kunnen de bewoners advies vragen bij Mount Ararat, waar volgens de legende de Ark van Noach aangespoeld is. In 2012 staat dit hele gebied namelijk onder 40 meter water, als alweer een nieuwe dam van de Turkse overheid klaar is. Daarmee gaat een hele mikmak aan geweldige geschiedenis verloren. Zonde! Gelukkig zijn wij nog op tijd om te genieten van alle spectaculaire landschappen, de eeuwenoude brug, de Elrizk Cami en de rotswoningen rondom het kasteel.
De huizen, uitgehakt uit de zachte rotsbodem, zijn veel talrijker en beter bewaard gebleven dan die in Cappadocië en het kasteel is zeker de moeite van het bekijken waard. We lopen ook nog naar de Zeynel Bey Türbesi tombe, waar nog altijd de mooie groen-blauwe mozaïeken te zien zijn.
De busjes terug naar Midyat zijn erg dun gezaaid, dus moeten we geruime tijd wachten tot er één komt aanscheuren. Die is al goed vol, maar met een beetje passen en meten (lees: proppen) kan het nog net (lees: eigenlijk net niet). We zijn net haringen, en dat met deze temperatuur. Gelukkig rijdt ons chauffeurtje goed door en terug in Midyat bekijken we nog de oude stad, mooi onderhouden en deels gerestaureerd.
02-09-2008 Als we na ruim een half uur wachten op de eerste bus eindelijk Midyat uitrijden, klinkt er klaaglijk gemekker van onder onze achterbank. Er is zonet een geit achter in het bagageruim geschoven en zelfs met vastgebonden poten weet die zich onder de bank door te werken om even lekker aan onze voeten te snuffen. Als we een half uurtje later uitstappen ligt de geit inmiddels halverwege het busje, maar niemand lijkt zich daarvan bewust.
Zodra de bus verder gehobbeld is staan we in een verlaten, heuvelachtig landschap waarvan de enige begroeiing uit wat lage struiken bestaat. Het is hier stil en de enigen die we tijdens de 3 kilometer lange wandeling naar het Morgabriël klooster tegen komen zijn een moeder en haar kinderen met een enorme kudde geiten. Het klooster is een beetje een tegenvaller, maar in de kerk zijn de zilveren bijbel en de restanten van oude mozaïken van goud wel de moeite waard.
We zijn bijna terug bij de doorgaande weg als we een lift aangeboden krijgen van de groep Assyrische Christenen die we net bij het klooster ontmoet hebben.
In Midyat stappen we over op een openbare bus naar Mardin, waar we de hele middag zoet zijn met de Christelijke kerk, verschillende moskeeën, de bazaar en de Kasimiye Medressa, die een overweldigend uitzicht biedt over Mesopotamië.
> Nog Verder naar het Oosten
03-09-2008 De busrit naar Tatvan gaat door adembenemende landschappen, die vooral heel leeg en bergachtig zijn. Slechts een enkele keer zien we een herder met een grote groep schapen of geiten. Halverwege de middag zien we dan voor het eerst het Van-meer, waar we de komende dagen op verschillende plekken een kijkje zullen gaan nemen.
> Meer Info
Op onze Turkije info pagina is veel nuttige informatie te vinden over Turkije en neem ook eens een kijkje bij onze Zuid-Oost Turkije foto's.