Noord Laos Reisverslag
Dit reisverslag is onderdeel van een serie reisverhalen, allen gemaakt tijdens een lange reis van november 2007 tot mei 2009. |
> Natuur in Nong Kiaw
11-01-2008 Na een hele week in Luang Prabang gaan we vandaag weer verder naar het noorden. In 3 uur tijd rijden we naar Nong Kiaw, een dorp aan de rivier de Ou, door een grote, stalen brug verbonden met Ban Sophoune. Het landschap heeft veel gelijkenis met dat in Vang Vieng, maar hier glijden geen tubers voorbij in het water en de harde muziek van de barretjes ontbreekt gelukkig eveneens. Wat wel overeenkomsten vertoont is het prijsniveau. Ook hier zijn de prijzen verdubbeld sinds het uitkomen van onze 2 jaar oude reisgids. Bij veel guesthouses worden nieuwe bungalowtjes bijgebouwd en een enkel restaurant adverteert ook al met "big tv screen inside". We vermoeden dat je over een jaar of 5 misschien ook hier struikelt over de lallende Europeanen.
Gelukkig is het nu nog betrekkelijk rustig, hoewel de jeugd duidelijk al aan het toerisme gewend raakt en afhankelijk van de leeftijd om "candy" of een pen vraagt of zichzelf ongevraagd als gids opdringt. Wij wandelen een eind tussen de bergen door, steken eens een riviertje over op een ondiepe plek en komen uiteindelijk bij de Tham Phathok, een grot met geschiedenis. Eind jaren '60, begin '70 hebben hele dorpen zich hier schuil gehouden voor de Amerikaanse bombardementen en beschietingen, dezelfde bommen waardoor Laotianen nu nog regelmatig een been kwijtraken of het zelfs niet kunnen navertellen als ze er per ongeluk bovenop stappen. Bommen die door Engeland onschadelijk worden gemaakt, terwijl de veroorzaker van deze ellende het te druk heeft met een oorlog op een andere plek waar ze niks te zoeken hebben. De grot is enorm en er was zelfs een ruimte ingericht als ziekenhuis en een andere als bank.
> Met de Boot naar Muang Ngoi
12-01-2008 Gisteren werd ons verteld dat de boot naar Muang Ngoi Neua, een dorp dat een uur varen stroomopwaarts ligt en alleen per boot bereikbaar is, om 8.30 uur zal vertrekken. Om 8.15 uur staan we dus keurig aan de rand van de Ou-rivier klaar om te vertrekken, als we daar te horen krijgen dat de boot pas om 11 uur gaat vandaag. Weggaan om later terug te komen is niet erg handig, want dat zou betekenen dat we onze zware rugzakken al die tijd moeten meezeulen. Dan gaan we maar aan een tafeltje zitten om een potje Rummikub te spelen, onder grote belangstelling van alle aanwezige mannen van het dorp. We drinken thee om warm te blijven, want het is, zoals elke ochtend hier, nog erg mistig en aan de frisse kant.
Als onze volgepakte boot om 11 uur de rivier op vaart, trekt de mist net op en zien we de omringende bergen één voor één in het zonnetje te voorschijn komen. Flarden mist hangen er eerst nog tussen, echt een fantastisch gezicht. Onze boot is uitgerust met een stuurmannetje en een mannetje dat speciaal mee gaat om te hozen. Deze houten boten zijn alleen de eerste maanden waterdicht en daarna is het een kwestie van met de hand hozen. Na een prachtige boottocht, met af en toe wel een hele spannende stroomversnelling om tegenop te varen, komen we aan in Muang Ngoi. Accommodatie is hier vrijwel allemaal basic: een bamboehut op palen, met een zelfgetimmerd, houten bed en een dun matras, waarboven een muskietennet hangt. Zo ziet ook ons huisje eruit. De wc is een hurktoilet in de tuin en de douche ernaast geeft uiteraard alleen koud water, ijskoud wel te verstaan.
Voorlopig maken we ons niet druk over het sanitair. Wij gaan aan de wandel en omdat er hier helemaal geen gemotoriseerd verkeer kan komen is dat heerlijk rustig. Al snel lopen we in de natuur en volgen we een eeuwenoud pad, waar we af en toe locals tegen komen die er nog net zo uitzien als toen hun voorouders hier liepen met hun zelfgevangen visjes en zelfverbouwde groenten. Na een half uur komen we bij een grot met 2 ingangen: 1 door het stroompje dat eruit komt en 1 over een hoger gelegen pad. We volgen het pad een eindje, tot we ineens het geluid van het stroompje niet meer horen en ook geen enkel licht meer zien achter ons. We moeten goed nadenken waarlangs we eruit moeten en Yvonne is erg blij om dan toch weer licht te zien. Ze weet nu echt zeker dat ze grotten niks vindt, zeker als een man buiten vertelt over een Frans meisje dat in deze grot verdwaald is geraakt.
We lopen nog een half uur verder en zien dan ineens een enorm open vlakte met rijstvelden, buffels en koeien. Aan het eind ligt een dorpje, waar we wat drinken en als we weer teruglopen omdat het bijna donker wordt, zien we een klein meisje in het enorme veld zitten. Helemaal alleen zit ze daar met een schep in de grond te wroeten. Als we dichterbij komen laat ze zien wat ze aan het doen is. Ze graaft zwarte kevers op die ze in een mandje op haar rug doet, om later op te eten gebaart ze.
Terug bij ons hutje vragen we ons af hoe het licht werkt. We zien namelijk maar één peertje hangen en een schakelaar of stopcontact is er niet te bekennen. We vragen het en in gebrekkig Engels krijgen we te horen dat om ongeveer 18.30 uur de stroom in het dorp aan gaat en dat dan onze lamp ook vanzelf licht geeft. Om 22.00 uur gaat alles weer uit. Juist ja, maar wij zijn erg moe, dus wat als we nou bijvoorbeeld eerder willen slapen dan 22.00 uur? Vragend worden we aangekeken. We vragen dus maar of we de lamp ook zelf uit kunnen doen. Dat is blijkbaar wel een beetje een gekke vraag, waarom zou je zelf het licht uit willen doen. Maar we krijgen een antwoord. Je draait gewoon het peertje eruit. Aha! Is het zo simpel.
Bij het restaurant waar we eten raken we aan de praat met de eigenaar en zo komen we nog wat meer te weten over de stroomvoorziening van het dorp. Elk groepje huizen is aangesloten op een aggregaat. Per dag geef je als huishouden door voor hoeveel uur je stroom wil en betaal je voor dat aantal liters benzine. Op de juiste tijd wordt dan je stroom aan of uit gezet, maar altijd maximaal voor 3 uur per dag. Voor zijn 3 lampen in het restaurant betaalt de eigenaar 1 euro per uur, wat hier een boel geld is, zeker als je het voor een maand optelt. We begrijpen nu waarom er overal maar een enkel lampje brandt en we ook veel huizen met kaarsen zien. Tijdens het eten rennen de jongetjes hier door het donkere dorp achter elkaar aan met bamboestokken die ze gebruiken om papiertjes met een knal op elkaar af te vuren. Dat moet Peter natuurlijk ook nog even proberen.
> De Prachtige Natuur van Laos
13-01-2008 Douchen. Gisteravond zeiden we nog: "dat doen we morgenochtend wel." Nu is het dus morgenochtend, mistig en koud, misschien 12 graden? De stoomwolken komen uit onze mond als we er één voor één toch maar aan moeten geloven. Wat een geluk dat dit voor ons een eenmalige ervaring is en wat enorm heftig als je dit elke dag moet meemaken, dat wil zeggen als je het geluk hebt om een douche te hebben en dus niet in de rivier hoeft.
Voor vandaag hebben we een bootje met gids gehuurd om nog wat verder stroomopwaarts te kijken. Weer komen rond 10 uur de prachtige bergen uit de flarden mist tevoorschijn. Enorme bomen in elke kleur groen en met lange lianen staan tussen weer andere soorten, echt zo ontzettend mooi, zoiets hebben we nog nooit gezien. Na een uurtje varen gaan we eerst een grot bezoeken (Yvonne denkt: "moet dat?"), waar Peter een echte vleermuis kan aanraken en Yvonne na 10 minuten verzoekt er weer uit te gaan. Dan varen we verder naar het dorpje Sopjam, prachtig gelegen aan de voet van een berg en bewoond door Khmu. We zien hoe de mensen hier zelf boten maken, met een zelfgebouwde "machine" rijst van hun vliesje ontdoen, visnetten maken, weven, rijstwhiskey (Lao Lao) stoken en katoen maken met een zelfgemaakte "spinmachine". Hier is geen toerist te zien en met onze gids Khao kunnen we rustig rondkijken en vragen stellen.
Een aantal minuten verder stroomopwaarts leggen we aan bij Hatsaphuei, een ander dorp. Hier zijn mensen duidelijk minder actief en worden alleen manden gevlochten en visnetten gemaakt. Wel zien we pepers liggen te drogen in de zon en bruinachtige schijfjes, die erg op aardappels lijken. Khao vertelt dat ze hier thee van maken, als medicijn tegen maagproblemen, een typisch Khmu-gebruik.
Op de terugweg zien we overal mensen in de rivier duiken naar wier, dat later te drogen wordt gehangen met sesamzaadjes erop: een echte delicatesse hier in Laos. Mensen staan tijden in de rivier, soms wel tot hun borst en moeten ook regelmatig helemaal onder water, om het spul na het drogen voor té weinig te verkopen.
Als we in bed liggen en de laatste paar minuten stroom en dus licht afwachten voor we gaan slapen zien we ineens een witte rat over de plafondbalk lopen. Peter oppert nog dat het gewoon een grote muis is, maar die is dan wel erg uit de kluiten gewassen volgens Yvonne, net als zijn donkerbruine vriendje die even later langs komt lopen. We stoppen het muskietennet dus nog maar even goed bij het bed in.
> Ziek in Udomxai
14-01-2008 We vinden het wel weer genoeg primitief geweest en aangezien de stoffige dekens ook nog eens een boel gekriebel in onze neus veroorzaken willen we vanavond graag ergens anders slapen. Met de boot van 10 uur varen we terug naar Nong Kiaw, waar we overstappen op een open truck, die ons naar Udomxai brengt. Achterin de auto wordt de temperatuur steeds lager, naarmate we hoger in de bergen komen. De weg is bochtig en slecht en we zijn blij als we 3 uur later in Udomxai aankomen. Onmiddellijk wanen we ons hier bijna in China, veel Chinezen op straat en overal Chinese auto's, bussen en borden op straat. Naast ons guesthouse, waar we een heerlijke kamer hebben, wordt bij een Chinees restaurant een stekelvarken van zijn stekels ontdaan in een grote pan. Het beest is blijkbaar al een tijdje dood, want het stinkt een uur in de wind.
We willen nog even kijken of de rest van de wereld nog bestaat, maar voor we daadwerkelijk naar de computers in de lobby zijn gelopen volgt de eerste lange stroomstoring. Tot nu toe hadden we al regelmatig een korte uitval van 1 of een paar seconden gehad, maar nu duurt het 3 kwartier voor het licht weer aan gaat. We draaien net ons lampje weer wat verder open als meteen alles er weer uitknalt en de stad voor nog eens een half uur helemaal donker wordt. Daarna blijft het stroom instabiel, want het licht flikkert aldoor maar wat.
Yvonne is inmiddels flink verkouden en heeft zelfs koorts en we maken ons wat zorgen omdat we 2 dagen geleden gestopt zijn met de malariamedicatie. We zien in Laos nauwelijks muggen en alleen Yvonne is een paar keer geprikt en dan ook nog voornamelijk overdag. Gezien de vage pijntjes en aanhoudende maag- en darmproblemen bij ons beiden proberen we dus even of het misschien bijwerkingen van de pillen zijn. Maar nu, met de steeds hoger wordende koorts, krijgen we het toch wel een beetje benauwd. We gaan vroeg op bed, Yvonne met paracetamol, en we slapen het klokje rond.
15-01-2008 De symptomen lijken niet veel erger geworden, dus houden we het maar op een griepje door de koude douche en de kou achterin de truck. Lekker een dagje in onze fijne kamer en dan zal het vast beter gaan.
16-01-2008 Inmiddels is de koorts lager, hoger, lager en weer hoger geworden en voelt Yvonne zich echt slecht. We twijfelen wat te doen. Misschien is het verstandig zo snel mogelijk naar Vientiane terug te vliegen en daar een ziekenhuis op te zoeken, aangezien de medische zorg in de rest van Laos bedroevend slecht schijnt te zijn. Peter informeert, maar het eerstvolgende vliegtuig gaat pas over 4 dagen. Voorlopig zitten we hier dus een soort van vast.
We gaan toch weer denken aan Malaria, aangezien het zo heftig is en durven eigenlijk geen risico te nemen. Toch maar naar het "provincial hospital" dus. Van een afstandje ziet het witstenen gebouw er nog wel redelijk uit, maar als we dichterbij komen krabben we ons toch eens achter de oren. Alles is primitief, oud, vies en nog minder geautomatiseerd dan het Martiniziekenhuis in Groningen. We sluiten maar aan in een rij als er een "ambulance" binnenkomt: een 4wd met open bak, waarin een zielig hoopje mens ligt, terwijl iemand een infuuszak voor hem vasthoudt. De zak is bijna leeg, dus óf ze komen van ver hierheen hobbelen, óf er is te weinig vloeistof. De man krabbelt op eigen gelegenheid uit de bak en wordt daar achtergelaten met een emmer tussen z'n knieën om te kotsen. Dan worden wij doorverwezen naar loketje 2, waar voor elke patiënt briefjes worden ingevuld. Met hulp van een gebrekkig Engels sprekende man wordt de onze ingevuld en in de gang, tussen alle andere mensen wordt Yvonnes bloeddruk gemeten, temperatuur opgenomen, pols gevoeld, enz. Dan volgen in de kamer van een dokter nog wat meer huisarts-achtige controles en wordt geconcludeerd dat het toch een heftige griep is. Kan wel 4 tot 7 dagen duren. Met een receptenbriefje komen we weer buiten en worden we langs 3 loketjes geloodst: 1 voor de stempels, 1 voor het betalen en 1 voor de pillen.
We zijn enigszins gerustgesteld en Yvonne begint meteen met 2 pillen. Een uur of wat later wordt de koorts dan nóg hoger en voelt Yvonne zich erg beroerd. Het gaat steeds slechter. Peter kijkt op internet en vindt uit dat de pillen niet de goeie zijn en bedoeld voor zwangere vrouwen met een kind met klaplong?!? Het duurt nog tot in de nacht voor het weer ietsje beter wordt.
17-01-2008 We besluiten toch om het met onze eigen noodapotheek te proberen en gooien er 2 doxicycline tegenaan. Binnen een paar uur verdwijnt dan de koorts en gaat het al veel beter. Waarom we dat nou niet eerder hadden bedacht?!
18-01-2008 Nog erg wiebelig op de benen vandaag voorzichtig weer naar buiten. We beklimmen een heuvel tegenover ons guesthouse, wat erg langzaam gaat, maar lukt. Bovenaan vinden we de stupa die vanuit veel plekken van de stad te zien is. De monniken van het bijbehorende klooster vragen of we willen meelunchen, maar we hebben net gegeten. Met 2 van de novices praten we een hele tijd, tot ze naar school moeten. Wij gaan even bijkomen in het guesthouse, waar het nog steeds erg stil is, aangezien er al uren geen stroom meer is.
Aan het eind van de middag gaan we nog even lopen en komen we uit bij een wanstaltig beeld, gegeven door Vietnam als dank voor de steun van Laos tijdens de oorlog. De 2 strijders lijken eerder striphelden dan echte mensen.
19-01-2008 Vandaag gaat het alweer een stuk beter, maar we doen nog even rustig aan. Wel wandelen we naar een tempel met Buddhistische secondary school, waar we met de jonge monnik Noi praten. Hij vraagt ons of het echt zo is dat er in Noord-Europa landen zijn waar het in de winter de hele dag donker is, dat heeft hij ooit gehoord van een toerist. We leggen hem het principe uit van de seizoenen, de stand van de aarde en zon en er gaat een wereld voor hem open. Dat de seizoenen onder en boven de evenaar tegengesteld zijn daar heeft hij ook nog nooit van gehoord en verbaasd vraagt hij verder of er dan veel landen ten zuiden van de evenaar liggen. Als deze jonge, intelligente vent van 18 dit niet weet, hoe is het dan gesteld met het onderwijs en met de kijk op de wereld van de rest van de mensen hier, zo vragen wij ons af.
's Avonds is er weer wat eetlust, maar rijst of noodles ziet Yvonne even niet zo zitten, dus bestelt ze tomato-soup met chicken. Die chicken dat is nog wel herkenbaar in de grote, dampende kom, maar tomaten... die zijn toch rood? Die zien we niet terug. Even vragen maar. Nou, tomaten hebben ze vandaag niet, dus de tomatensoep is nu met aardappel in plaats van met tomaat. Aha. Even later komt Peters rundvlees op tafel, mooi gegarneerd met allerlei groenten, waaronder: tomaat! :-S
> Naar Luang Namtha
20-01-2008 Al om 7.30 uur zijn we op het busstation, maar er zijn meer mensen op het idee gekomen om vroeg te komen en de bus naar Luang Namtha zit al behoorlijk vol. We kunnen nog net een plaatsje op de achterbank bemachtigen en als er voor de overige passagiers nog wat stoelen zijn uitgeklapt en wat plastic stoeltjes in het pad zijn bijgezet hobbelen we met 20 kilometer per uur de stad uit. Harder kunnen we ook echt niet, de weg is zo slecht. Totdat daar na 3 uur ineens verandering in komt. Plotseling is daar de door China aangelegde superstrakke, brede "highway" waar zelfs strepen op staan. Ook in het midden! In een mum van tijd zijn we nu bij het busstation van Luang Namtha. Het busstation dat nog 11 kilometer buiten de plaats zelf ligt wel te verstaan. Gelukkig is tuktuk-vervoer snel geregeld.
We huren fietsen en kachelen wat rond door de rijstvelden in de omgeving, om ook nog een stupa bovenop een berg te bezoeken.
> Akha Dorp in de Bergen
21-01-2008 We willen vandaag op de brommer naar het Akha-dorp Phouvarn rijden, dat zo'n 10 kilometer voorbij de stupa ligt. De zandweg is soms mul, we moeten zelfs een riviertje dwars door en gaan met stukken flink omhoog, dus we zijn blij dat we elk een eigen 110cc brommer genomen hebben. Toch gaat Peter op den duur onderuit, deels doordat een hele schare kinderen enthousiast het pad op rent. Er komt hier bijna nooit iemand en als er al iemand komt zijn het toch zeker niet van die witten, wat echt doodzonde is, want wat is het hier mooi. Je kijkt kilometers uit over met dikke bossen begroeide hellingen en nog meer bergen in de verte.
Een enkel dorpje ligt aan de overkant, tot we eindelijk ook het Akhadorp aan onze kant in de verte zien liggen. Enkele van de inwoners komen we al tegen op het pad, met grote manden brandhout om hun hoofd. Hele zwermen kinderen komen het dorp uit, hun kleine broertje of zusje bungelend op de rug. Bij de dorpspoort en -schommel (elk typisch Akhadorp heeft een schommel op het hoogste punt in het dorp staan voor het jaarlijkse feest) parkeren we de brommers onder grote belangstelling en lopen we met een hele meute achter ons aan tussen de huizen door. We zijn verbaasd te zien dat veel vrouwen hier nog met blote borsten rondsjouwen en veel van de kinderen hebben ook nauwelijks kleding aan. De houten huizen zien er dan wel weer solide uit en sommigen hebben zelfs een simpel zonne-paneel. Maar waarvoor ze die stroom dan gebruiken is ons eigenlijk een raadsel. Er gebeurt hier bitter weinig. De paar volwassenen hangen wat in en om hun huizen en de kinderen kijken ook verveeld uit hun ogen. Als we even ronggelopen hebben beginnen we aan de terugweg, maar niet voor we door minstens 25 handjes zijn uitgezwaaid.
We merken nu pas hoe zo'n eind we naar boven gereden zijn en als Peter bij het afdalen nogmaals onderuit gaat heeft hij het een beetje gehad, maar we moeten toch eerst terug naar waar we vandaan kwamen (en daar waar de bewoonde wereld is). Gelukkig valt het met de lichamelijke schade nogal mee en met een buil en wat schaafplekken (Peter dan) komen we aan het eind van de middag weer bij ons guesthouse aan.
> Lenten en Akha
22-01-2008 We slapen eerst maar eens uit, dat hebben we al veel te lang niet gedaan. Na een uitgebreid ontbijt gaan we naar het enige museumpje dat Luang Namtha rijk is, maar we zijn al snel uitgekeken. Er zal hier nog heel wat moeten gebeuren om het een beetje interessant te maken.
Op de fiets gaan we naar de hoogelegen stupa aan de rand van het dorp. Deze blijkt splinternieuw en zelfs nog niet af te zijn. Voor de variatie komt Buddha er dit keer binnenin te zitten.
We fietsen verder naar het Lenten-dorp Ban Nam Dee, waar de vrouwen papier maken van bamboe en waar ze hun eigen klederdracht zitten te borduren. Ook zijn ze druk met katoen in de weer. We krijgen de indruk dat de Lenten een stuk aktievere en ook vrolijkere mensen zijn dan de Akha, waar we gisteren waren en waar de voornaamste aktiviteit het fokken van kinderen lijkt te zijn.
23-01-2008 Na wederom uitgeslapen te hebben begeven we ons nogmaals naar de brommerverhuur, om gewapend met weer elk een eigen 110cc monster het dorp te verlaten. We rijden een heel eind richting Muang Sing, tot we bij Ban Lak Khamay komen, weer een Akha-dorp. Om in het dorp te komen moeten we een riviertje oversteken middels een zelfgemaakte brug en voor we goed en wel boven zijn worden we bedolven onder de kinderen met zelfgemaakte armbandjes. We kopen er één, als een soort van dorpsbelasting om ongestoord verder te kunnen gaan, maar we blijven omsingeld door kinderen die van geen ophouden weten. We vinden het geen prettig dorp, te meer omdat uitwerpselen van loslopende varkens en ander vee een onaangename geur verspreiden en de honden hier de geur van buitenlanders weer niet kunnen waarderen. We gaan dus gauw verder en rijden terug richting Luang Namtha, via een Lentendorp halverwege. Hier wordt weer gewerkt, gewassen en gedaan en zit het vee in zelfgemaakte hokken, een hele andere sfeer hangt er hier.
Na nog een beetje rondtoeren door wat Black Thai dorpjes houden we het voor gezien en leveren we de brommers weer in. Morgen gaan we terug naar Thailand en om verschillende redenen zien we daar erg naar uit. Laos is een prachtig land, maar de armoede, het gebrek aan vrijwel alles en de neerslachtige houding van de minderheden hier in het noorden, daar wordt je op den langen duur niet erg vrolijk van.
> Meer Info
Op onze Laos info pagina is veel nuttige informatie te vinden over Laos en neem ook eens een kijkje bij onze Noord-Laos foto's.