MAGICPHOTOWORLD.COM

Thailand Reisverslag: Chiang Rai Provincie

Dit reisverslag is onderdeel van een serie reisverhalen, allen gemaakt tijdens een lange reis van november 2007 tot mei 2009.

> Terug naar Thailand


24-01-2008 Kramp! Daarmee wordt Yvonne vanochtend wakker. Zo'n erge kramp in haar nekspier dat bewegen zelfs onmogelijk is. Lastig, zeker als je een bus te halen hebt. Uiteindelijk lukt het met veel moeite en wat hulp van Peter toch om op te staan, maar we verwachten half dat we nu we zo laat zijn tot de plastic "bijzetstoeltjes" in de bus veroordeeld zullen zijn.
Bus in LaosAls onze tuktuk het busstation opdraait en ons onze bus gewezen wordt vragen we toch nog een keer na: die mooie, grote, glimmende bus... zonder bijzetstoeltjes... onze bus? Echt?! Nog veel verbaasder zijn we als we een uurtje gereden hebben over het nieuwe, strakke, door China aangelegde asfalt: we zweven gewoon. Naarmate de route bergachtiger wordt en de Lao steeds witter, beginnen we langzaam te begrijpen dat die zakjes die uitgedeeld werden geen afvalzakjes waren. Al rochelend wordt menige maaginhoud in het zakje gedeponeerd. Gelukkig worden sommige geluiden ons bespaard door de kneiterharde Laotiaanse muziek die door de bus schalt, maar toch zijn we blij als we bij het busstation aankomen.
Een tuktuk brengt ons naar de grens aan de Mekong, waar we erg snel de nodige uitreisstempels in ons paspoort krijgen, om met de boot naar Thailand over te varen. De Thaise collega's zijn zo mogelijk nog makkelijker met het uitdelen van inreisstempels; we worden nauwelijks een blik waardig gekeurd.
Zodra we het Thaise Chiang Khong binnenlopen wanen we ons in het Thaise BBQparadijs: hier hebben ze alles! Zelfs meer dan 1 supermarkt, waar ze spullen verkopen die niet over de datum of uitverkocht zijn. En dan het eten: overal stalletjes, met eten in overvloed. We zijn helemaal gelukkig, zeker als we 's avonds aan de Thaise bbq zitten: eten zoveel je wil voor het luttele bedrag van 79 Baht.

25-01-2008 Behalve het zoeken van een betere slaapplek, met kussens i.p.v. stenen, en het updaten van de site, doen we vandaag niet zo veel.

> Chiang Saen


26-01-2008 Met de songthaew vertrekken we richting Chiang Saen, een eind verderop aan de Mekong. Als we bijna halverwege zijn wordt er ineens een scooter in de bak bijgehesen: een gevalletje pech onderweg. Het plan van de chauffeur verandert blijkbaar en in het volgende dorp blijft de scooter waar hij is, maar worden wij verzocht over te stappen op ander vervoer. Een uurtje later komen we dan toch aan en als we een relaxte kamer gevonden hebben gaan we even wat eten. Bij toeval komen we een aantal keren een Thais setje tegen dat ons uiteindelijk vraagt om met hun auto mee te gaan naar een tempel even buiten het stadje. Au en Faay (zo heten ze echt) wonen in Chiang Rai en we bezoeken samen nog wat oude tempels en het museum, voor zij weer op huis aan moeten.

> De Gouden Driehoek


27-01-2008 Op de scooter trekken we erop uit naar de "Golden Triangle", ooit het opiumparadijs van Azië, nu een grote toeristenkermis waar kinderen in klederdracht voor 5 Baht op de foto willen. Van hoog op een heuvel kijken we uit over het drielandenpunt, waar de Mekong duidelijk Laos van Birma en Thailand scheidt, om vervolgens weer verder te snorren naar Mae Sai. Doi TungDit grensplaatsje, waar veel toeristen een dagje oversteken naar Birma om een nieuw Thais visum te krijgen, laten we links... uhm rechts liggen. Wij willen namelijk graag de Doi Tung op met de scooter.
De Doi Tung is een berg met geschiedenis. Op de grens met Birma hebben zich hier heel wat drugsoorlogen en -oorlogjes afgespeeld, maar tegenwoordig is het een oase van rust. De moeder van Koning Bhumibol heeft er haar villa gehad en zij heeft hier verschillende projecten opgezet om de locals te helpen bij het duurzaam gebruik van het land, in plaats van alles maar plat te branden voor de verbouw van opium. Via de veelkleurige landschappen, vaak dikbegroeid met allerlei soorten bomen, komen we bijDoi Tung de Wat Phra That Doi Tung op ruim 1300 meter hoogte. Het laatste stuk volgen we een pad met honderden klokken om vanuit de tuin van de tempel uit te kijken over een groot deel van Noordelijk Thailand.
Na de tempel rijden we letterlijk over de grens met Birma, over een erg hooggelegen stuk weg. De vergezichten zijn fantastisch, maar de weg is bochtig en soms een heel stuk steiler dan Peter zou willen. Sommige stukken in de afdaling hebben een dusdanig hellingspercentage dat je het gezien moet hebben om het te geloven. We passeren dorpjes van Yai, Lahu en Akha en komen aan het eind van de middag veilig beneden aan. Vanaf het mooie uitzichtpunt bij de "Golden Triangle" genieten we van de zonsondergang, waar de Mekong steeds rooier wordt.

> Regen in Chiang Rai


28-01-2008 Regen! Met bakken komt het sinds de vroege ochtend uit de hemel vallen. We twijfelen nog even om lekker de hele dag binnen in onze kamer te blijven, maar besluiten dan toch de rugzakken weer op de rug te hijsen om te gaan kijken of het in Chiang Lai misschien droog is.
Tevergeefs, want ook in het door Westerlingen geheel ten onrechte als Chiang Rai uitgesproken stadje , regent het. Gelukkig weten we ons prima te amuseren in het Hilltribe museum, waar we vanalles aan de weet komen over de kleding, gebruiken en leefwijze van de minderheden van Noord-Thailand. Ook zien we in een film dat de Phadaung, het deel van het Karen-volk waarvan de vrouwen traditioneel ringen om hun nek dragen en ook HET volk waarvoor nog altijd busladingen toeristen naar de dierentuin-achtige dorpjes afreizen, enorm worden uitgebuit. Ze worden gedwongen de ringen te dragen en zich aan de toeristen te showen, in die zin dat ze 180 Baht (iets meer dan 3 euro) per maand krijgen als ze de ringen niet dragen en 1500 (30 euro) als ze ze wel dragen. Werken in Thailand mogen ze niet en terug naar Birma, waar ze eigenlijk wonen, kunnen ze niet.
's Avonds eten we met Au en Faay, waarmee we eerder in Chiang Saen op stap waren.

> Wat Rong Khun Chiang Rai


Rong Khun Temple29-01-2008 Onze interesse is in het museum gewekt om nog wat andere dorpjes van bergstammen te gaan bekijken en dat kan in de schitterende omgeving van Mae Salong. Omdat we geen zin hebben voor te veel geld langs té toeristische dorpjes gereden te worden doen we lekker decadent en huren voor morgen een auto met chauffeur. We kunnen dan zelf weten waar we hoe lang willen blijven en het is uiteindelijk nog goedkoper dan een dag-tour.
Met de bus gaan we nog naar de gloednieuwe Wat Rong Khun, een sprookjesachtige tempel, geheel in het wit. Het geheel is nog niet af en de voltooiing zal nog zeker 60 jaar duren. De ontwerper had het vast goed met Anthoni Gaudi kunnen vinden.
Terug in de stad kijken we nog rond bij de Wat Phra Kaeo en vanaf de Doi Tung heuvel hebben we een mooi uitzicht op de heuvelachtige omgeving van Chiang Lai. (nee, je vergist je, écht niet Chiang Rai!)

> Mae Salong en Omgeving


30-01-2008 Om 8 uur Aziatische tijd (bijna half 9), stappen we met onze jonge chauffeur Bee in de auto. Hij blijkt een leuke vent en we vermaken ons wel met hem. In een uur tijd rijden we Akha vrouwnaar het Akha museumdorp Ban Lorcha, het laatste stuk over een bochtige, maar mooie weg.
Ban Lorcha is een dorp waar, met hulp van een organisatie, de Akha laten zien hoe zij leven en hun rituelen doen. Als we de dorpspoort gepasseerd zijn worden we getrakteerd op een welkomstdans (klik voor geluid) en al lopend door het dorp komen we nog wat dingen over deze stam aan de weet die we nog niet eerder hadden gezien of gehoord. Dat ondertussen het echte Akha leven gewoon doorgaat blijkt wel, als onder luid geschreeuw een varken (klik voor geluid) de berg af wordt getild, door twee mannen. Poten en snuit worden vastgebonden en klaarblijkelijk gaat het beest geslacht worden, maar dat wachten wij verder niet af.
We rijden verder naar de omgeving waar de Kuomintang, door de communisten verdreven uit thuisland China, jarenlang opium verbouwden en heroïne verhandelden. Tegenwoordig is de rust in Mae Salong en de omringende dorpjes op de grens met Birma wedergekeerd en is de opium vervangen door thee en andere producten. De weg er naartoe is steil en bochtig en we zijn erg blij dat we niet zelf hoeven te sturen, zeker omdat we ook nog eens links moeten rijden, een extra moeilijkheid. De uitzichten Princess Mother Pagoda, Mae Salongover de met theeplanten en lycheebomen begroeide hellingen zijn weids en overweldigend. Onze camera maakt overuren.
Aangekomen in Mae Salong rijden we eerst het dorp weer uit, bijna loodrecht omhoog, naar de betrekkelijk nieuwe Princess Mother Pagoda. Als de enige andere toeristen verder gaan is de stilte hier sereen en we horen niks anders dan het ruisen van de bomen in de wind. We kunnen kilometers ver alle kanten uit kijken over het omringende berglandschap van Thailand en Birma, want in tegenstelling tot de afgelopen dagen is het extreem helder. Wat mooi!
Als we in Mae Salong een hapje gegeten hebben gaan we bij een guesthouse van één van de vele Chinezen informeren om te paard een aantal dorpjes te bezoeken. Onmiddellijk hebben we een kop Chinese thee voor onze neus staan, maar helaas gaat het paardrijden niet door. De paarden zijn al vertrokken om te grazen en het kost te veel tijd om ze te gaan zoeken, dus we bezoeken eerst nog een theeplantage. Lopend gaan we dan nog naar een Lisu-dorp, één van de minderheden hier in het noorden. Dat de modernisering ook hier toeslaat is aan alles te merken. TheeplantageAlleen oma loopt nog in traditionele kleding rond, de jeugd hangt in spijkerbroek op z'n eigen hangplek rond en de schotelantenne van de buren is nog groter dan die hier. Toch zijn er ook nog kleine, traditionele dingetjes zoals het drogen van sojaproducten op het dak en de worsten die ernaast hangen.
De middag loopt al tegen zijn eind als we door het prachtige landschap terugrijden naar Chiang Lai. Het licht is prachtig in de steeds lager zakkende zon en dik anderhalf uur later zijn we terug in het guesthouse.

> Verder naar Chiang Mai


31-01-2008 Al in alle vroegte staan we bepakt en bezakt op het busstation voor de bus naar Chiang Mai. De eerstvolgende twee blijken al uitverkocht, dus we kunnen pas een uur later weg. Mooi, dan hebben we nog even tijd voor een lekker ontbijtje.
De busrit vlot best snel, en na de stop halverwege de route nóg sneller. Onze chauffeur heeft blijkbaar wat te veel van het één of ander geslikt of anderszins genuttigd, want we razen ineens als een dolle stier over de weg. Alles halen we in en de lucht van verbrand rubber van de banden zegt genoeg. Bijna op twee wielen gaan we bergafwaartse bochten door en we twijfelen om te vragen om eruit te mogen. Maar ja... hoe dan de laatste 40 kilometer af te leggen...?! Stil blijven we dus maar zitten, gelukkig is het laatste stuk vlak en recht, maar we zijn blij als we d'r zijn.
Een fatsoenlijke kamer vinden voor een goeie prijs kost ons even, maar een uurtje later ploffen we neer in weer een nieuw bed. De rest van de dag luieren we nog wat aan, dus veel gebeurt er niet meer.

> Meer Info


Op onze Thailand info pagina is veel nuttige informatie te vinden over Thailand en neem ook eens een kijkje bij onze Chiang Rai foto's.