MAGICPHOTOWORLD.COM

Jordanië Reisverslag: King's Highway

Dit reisverslag is onderdeel van een serie reisverhalen, allen gemaakt tijdens een lange reis van november 2007 tot mei 2009.

> Dahab naar Aqaba


17-04-2009 Er zijn twee mogelijkheden om van Dahab naar Aqaba te reizen: rechtstreeks met de boot de Rode Zee over of over land via een puntje Israël. De eerste mogelijkheid kost alleen al voor de boot tachtig dollar per persoon. Bovendien moet je twee uur voor vertrek in de haven aanwezig zijn en is de vertrektijd zeer onbetrouwbaar. Wij nemen daarom de bus naar de Israëlische grens en bereiden ons voor op langdurige veiligheidsprocedures en een boel vragen. Niks is minder waar. Dankzij onze ruime ervaring in het Aziatisch voordringen zijn we de ongeduldige Arabieren te snel af in de rij om Egypte te verlaten. Ook de Israëlische kant houdt een stuk minder lang op dan verwacht. Er wordt gevraagd wat we komen doen en onze lens moet van de camera geschroefd worden om er binnenin te kijken, maar dat is alles. Bovendien gaat alles hier super efficiënt.
Welcome to JordanDe tien kilometer naar de Jordaanse grens moeten we afleggen in een taxi en daarom hebben we met drie medereizigers afgesproken een auto te delen. Zo kunnen we de kosten drukken. De eerste taxi die we zien is een joekel van een Mercedes, dus we denken mazzel te hebben: prima geschikt voor ons, want de bagage past makkelijk in die grote kofferbak. Dan zegt de man achter het stuur dat hij ons niet mee wil nemen, maximaal vier passagiers. Ja hoor eens even, die auto is enorm, daar passen we toch makkelijk in?! De afgelopen maanden hebben we ze wel met meer in kleinere auto's zien zitten. Maar wat we ook zeggen, het mag niet baten. Vijf is volgens de chauffeur te veel. Er komt een andere gloednieuwe, enorme auto aanrijden en we vragen om naar de grens gebracht te worden. Weer krijgen we hetzelfde te horen, maar dit maal met een uitleg erbij: de verzekering dekt maar vier passagiers en als de politie ons ziet raakt de bestuurder z'n rijbewijs kwijt. O. Dat is ook zo, hoe kunnen we nou vergeten zijn dat in ons eigen land nota bene de regels precies hetzelfde zijn. Uiteindelijk besluiten we dus maar om twee auto's te nemen, maar het blijft zonde: zulke grote, nieuwe auto's en dan half vol op weg.
We worden bij de grens afgezet en nu moeten we Israël weer uit, na amper een half uur in het land te zijn geweest. De vertrekbelasting is behoorlijk pittig, maar het haalt het niet bij de hoge prijs voor het bootticket. Dan de Jordanese stempels halen en al wandelend komen we Jordanië binnen. De tien kilometer naar Aqaba doen we weer in een taxi en precies om half vijf staan we in het centrum.
Onze Taiwanese vriendin Nina, met wie we al sinds Zuid-Egypte regelmatig optrekken, is gedwongen met de boot gegaan. Zij kan geen Israëlische stempels in haar paspoort gebruiken, omdat ze anders Syrië en Iran niet binnen mag. Om half tien 's avonds komt de stakker pas aan en ze heeft vier keer zoveel betaald als wij. Gelukkig gaan wij niet naar de Arabische landen waar ze Israël boycotten.
Op Weg naar PetraNa de eerste schok in Israël, dat er regels zijn voor het aantal mensen dat in een auto mag, worden we in Jordanië opnieuw verrast. Er zijn overal zebrapaden, waarvan we het bestaan al geheel vergeten waren, en als je daarbij aan komt lopen stoppen de auto's voor je! Hilarisch gewoon. Gemotoriseerd vervoer dat voor ons, vogelvrije voetgangers, wil stoppen. De eerste paar keer bedanken we al zwaaiend, maar dat vinden die Jordanezen maar raar, dus we stoppen er gauw mee.

> Naar Wadi Musa


18-04-2009 Na onze eerste nacht in een nieuw land gaan we meteen op weg naar de grootste attraktie van het land: Petra. We lopen naar het busstation en vragen ons af waarom niemand de bestemming van de bussen naar ons schreeuwt. Hoe moeten we nou weten welke bus we moeten hebben als niemand dat roept? Wat?! Het staat op de voorkant? Ah, dat is nog eens een handig systeem. Een systeem dat we eigenlijk ook al ons leven lang kennen, maar dat even uit ons hoofd verdwenen was.
Een half uurtje later is de bus vol en over volkomen glad asfalt rijden we door de prachtigste landschappen. Alles is nog steeds kaal en droog, maar de vormen en kleuren van de rotsige bergen veranderen voortdurend. Overal zien we nomaden met hun geiten, schapen en kamelen, met ergens in de achtergrond hun tenten.
Nauwelijks twee uurtjes later staan we al in Wadi Musa, het dorpje dat zich op loopafstand van Petra bevindt. We zoeken en vinden een hotel en doen de hele dag niet veel meer dan wat huishoudelijke dingen.

> Petra


de Treasury in Petra19-04-2009 Om zes uur rollen we ons bed uit, want we willen onze eerste indrukken van Petra graag opdoen zonder de hordes toeristen die ongetwijfeld later vandaag zullen komen. De ingang en kaartverkoop zijn bijna een half uur lopen vanaf ons hotel en zo is het toch al zeven uur geweest als we de siq in lopen, een nauwe gang met rotsen aan beide kanten, van bijna anderhalve kilometer lang. Op sommige plekken is de siq nauwelijks drie meter breed en de rotswanden torenen tientallen meters boven ons uit. Aan het begin van de gang is het gesteente nog vooral wit gekleurd, maar hoe verder we komen, des te meer kleur komt erin. Prachtige patronen van geel, rood en soms zelfs blauw zien we. We lopen geleidelijk naar beneden en net als we ons afvragen of we er al bijna zijn is daar de eerste glimp van de rozerode Treasury, de schatkamer. Dit is het bekendste plaatje van Petra en volledig uit de stenen wand gehakt waar de gevel voor staat.
We bekijken ook de kamers binnenin de Treasury en lopen dan verder, naar een "straat" tussen de rotswanden waar tombes in zijn uitgehakt. Sommigen hebben fantastische kleuren en we gaan even zitten om het op ons in te laten werken en even te ontbijten. Tijdens ons ontbijt komt Nina eraan hollen, ze was te laat voor onze afspraak om half zeven, maar is in record tempo door de siq achter ons aan gekomen. Samen lopen we verder naar het amphitheater, nog meer tombes en de ruïnes van de eigenlijke stad Petra.
We besluiten eerst omhoog te lopen, naar het hooggelegen Monastery, waarvoor we achthonderd treden moeten klimmen. Daar draaien wij natuurlijk, na Mount Sinaï, onze hand niet meer voor om. De route is alles behalve vervelend. Steeds mooiere vergezichten en steeds feller gekleurde rotsen komen langs.
Op Weg naar het Monastery in PetraAls we boven zijn worden we teleurgesteld: het klooster ligt nog helemaal in de schaduw, niet echt handig voor het nemen van foto's. Wel is het bouwwerk absoluut de moeite van de klim waard. Het hele gevaarte is uit de rotsen uitgehakt en ontzettend groot. Zo zonder licht erop ziet het er alleen een beetje grauw en donker uit. We lopen daarom eerst een paar honderd meter door, naar een diepe afgrond met een geweldig uitzicht over de omringende heuvels. We verkennen de omgeving en vinden een plek om te relaxen, waar we ook het klooster kunnen zien.
Na bijna twee uur wachten komen dan eindelijk de eerste zonnestralen op de voorgevel. Nu willen we ook alle hoekjes op de gevoelige memorycard vastleggen en we focussen en klikken wat af. Een uurtje later lopen we weer naar beneden, waar we erachter komen dat het inmiddels al laat is en de wandeling van bijna tien kilometer van ons hotel naar het klooster er best ingehakt heeft. We moeten het hele eind ook nog terug en terwijl we hier en daar nog even stoppen om plaatjes te schieten lopen we terug naar Wadi Musa, ons dorp.

20-04-2009 We vertrekken vanochtend iets later en vlakbij de ingang van Petra regelen we nog een huurauto voor morgen. Samen met Nina gaan we drie dagen rondtoeren. Op sommige plekken in Jordanië kun je met het openbaar vervoer nauwelijks komen en met een eigen auto kunnen we overal makkelijk stoppen om rond te kijken of foto's te maken.
Nina en YvonneDan zakken we voor de tweede keer af door de siq en genieten we nog een keer van het zicht op de Treasury. Daarna maken we een flinke klim, naar de "High Place of Sacrifice", vanwaar je een geweldig uitzicht hebt over het grootste deel van Petra. We bekijken de offerplaats en de nabijgelegen stenen obelisken. Daarna dalen we af aan de achterkant van de berg, waar we weer ontzettend mooie kleurpatronen in de rotsen te zien krijgen.
Bij de leeuwenfontein, waar ooit water naar beneden stroomde, zit een oud bedoeïnenvrouwtje met haar souvenirstalletje op klanten te wachten. Zodra ze ons ziet springt ze overeind en scharrelt ze op ons toe. Ze heeft een paar woordjes Engels geleerd, zoals lion en camel-bone, waar haar spulletjes van gemaakt zijn. Wij hebben niet veel interesse in de souvenirs, maar Yvonne wil graag een foto van haar maken. Dan merkt ze dat het mensje bijna blind is, aan één oog heeft ze staar en het andere kijkt een andere kant uit. Aan de hand neemt ze haar mee naar een plek in de zon. Na het knippen van een paar plaatjes wil het vrouwtje nog gezellig wat praten, ook al kan ze zich niet echt verstaanbaar maken. Ze is blijkbaar eenzaam en in de tijd dat wij aan de afdaling bezig zijn hebben we ook nog geen andere toeristen gezien. Het is een lief en aandoenlijk mens en Yvonne stopt haar een dinar in de handen. Daar is ze zó blij mee dat ze spontaan twee dikke zoenen weggeeft. De tegenovergestelde wereld van Egypte, waar de mensen alleen om meer vragen als je ze iets geeft.
HayaanWe dalen verder af en lunchen in de overblijfselen van een tempel. Als we verder lopen ontmoeten we Hayaan, een achtjarig, blond bedoeïnenmeisje. Ze zit bij een stalletje met gekleurde stenen, zoals je ze soms zelf in de omgeving kunt vinden en die veel bedoeïnen op hun souvenir-kraampje hebben liggen. Terwijl Nina en Peter een nieuwe tombe van binnen bekijken maakt Yvonne een praatje. Het meisje spreekt een behoorlijk aantal woorden Engels en ze wil ook wel graag op de foto. Als Yvonne haar een ballon geeft, zodat ze zich niet zo hoeft te vervelen terwijl ze op klanten wacht, wil ze graag één van haar stenen terug geven. Dat kunnen we natuurlijk niet aannemen, maar ze staat erop en stopt de steen gauw in één van onze broekzakken. We nemen afscheid en lopen de laatste kilometer naar het hoofdpad.
We bekijken verschillende van de grote attrakties in de oude stad Petra, maar hebben het daarna nogal gehad. We hebben dan ook alweer een flink eind gelopen en keren uitgeput terug naar ons hotel.

> King's Highway


21-04-2009 Om negen uur precies zitten we samen met Nina te wachten op onze huurauto, maar al wat er langs komt, het is niet voor ons. Het eerste kwartier denken we nog aan Midden-Oosten-tijd, maar om twintig over negen bellen we toch maar eens naar het hotel waar we de auto geregeld hebben. Helaas is er geen Engels sprekende persoon aanwezig, maar de manager van ons eigen hotel schiet te hulp en legt ons daarna iets uit over terug gebeld worden. Zijn Engels is ook bijzonder minimalistisch en we snappen het niet echt, maar we gaan nog maar even geduldig zitten.
Een kwartier later zitten we nog steeds en we bellen nog maar een keer. Dit maal wordt Peter in de wacht gezet met een leuk muziekje. Na enkele minuten is er iemand die hem te woord wil staan, maar dat lukt wederom niet in het Engels. Onze hulptroepen doen nogmaals hun best en we krijgen nu te horen dat er over tien minuten een auto komt.
Tien minuten later gaat de telefoon. Iemand deelt ons via de receptie mede dat de auto helaas niet uit Amman is aangekomen en dat we misschien om drie uur vanmiddag kunnen vertrekken. Verbouwereerd kijken we elkaar aan. We besluiten de auto te cancellen en onze aanbetaling terug te halen. Daarna proberen we op verschillende manieren alsnog een auto te krijgen voor vandaag, maar we hadden gisteren al begrepen dat het lastig is. De verhuurbedrijven hebben niks meer staan en tussenpersonen bellen allemaal hetzelfde rondje. Er is in Petra een chronisch tekort aan huurauto's, zo lijkt het.
Shobak KasteelDan, bij een allerlaatste poging bij een reisbureautje, is er toch iemand die ons kan helpen. Er wordt ogenblikkelijk een auto uit Aqqaba onze kant op gestuurd, zodat we een kleine twee uurtjes later toch nog kunnen gaan. En zo rijden we net na de middag gedrieën de King's Highway op.
Onze eerste stop is bij een benzinepomp, waar we ons scheel lachen om de prijzen. Benzine is hier goedkoper dan water! Voor twintig liter hoeven we nog geen tien Euro af te tikken. Dan rijden we het woestijnachtige landschap door, tot bij het Shobak kasteel, waar we alleen de buitenkant van bekijken. Zo interessant zien de restanten van het oude bouwwerk er niet uit. Ondertussen leven we ons uit met het roepen van de onzin die we al anderhalve maand moeten aanhoren, zodra we onze neus buiten laten zien in het Midden-Oosten: "taxi, sir?", "very cheap", "no bus coming today, sir, bus always late", "hello, where you go? I can drive!" Helaas weten we geen klanten te werven en voelen we mee met al die arme drommels die zo elke dag de hele dag door de straten moeten rijden.
Terug op de King's Highway wordt het landschap steeds bergachtiger, maar het blijft allemaal geelgekleurd zand en rotsen wat we zien. De enige afwisseling komt van de politie-agent die ons aanhoudt als we over de doorgetrokken streep een erg langzaam karretje inhalen. We lachen wat schaapachtig, "tsja wij buitenlanders zijn dat ook allemaal niet gewend hè". We vertellen niet dat we al bijna twee jaar geen auto hebben gereden en dat dit de eerste poging is, die overigens voor de rest vrij aardig verloopt. Kasteel in KarakGelukkig blijft het bij een waarschuwing en hoeven we geen flappen te trekken. Hoe anders was dit in een land als India, Cambodja of Egypte verlopen.
Na een tocht door steeds groener gebied, met zowaar af en toe een groepje bomen, die wij enthousiast bos noemen, komen we in Kerak. We nemen onze intrek in het enige betaalbare hotel van het op een heuvel gelegen plaatsje en besluiten een bezoek aan het beroemde kasteel tot morgen uit te stellen. Het wordt tenslotte al bijna donker.

> Kerak en Wadi Mujib


22-04-2009 Zoals gezegd beginnen we met het kasteel, voor ons een bekend fenomeen, maar voor onze Taiwanese vriendin Nina geheel nieuw en heel bijzonder. Het is dan ook al rond de middag als we eindelijk in onze auto Kerak uit rijden. We volgen wederom de King's Highway, hoewel we eerst moeite hebben de juiste weg te vinden. Het landschap is wat eentonig, maar zodra de Wadi Mujib in zicht komt verandert dat. De Wadi Mujib is een kloof van een kilometer diep, met aan beide kanten kale, golvende hellingen en beneden een stuwmeer en een rivier. Het geheel is een indrukwekkend plaatje en biedt dus ruime gelegenheid voor een (meegebrachte) lunch met een view. In de verte zien we ook de Dode Zee in een waas van mist liggen.
Wadi MujibNa de lunch rijden we de kloof in en via nog meer bochtige wegen aan de andere kant weer omhoog. De uitzichten zijn spectaculair.
We vervolgen dezelfde weg en nemen een kilometer of dertig later de afslag naar Mukawir. Het landschap is hier veel groener en afwisselender en vooral de gelaagdheid van de aarde is een maf gezicht. Soms zitten er zomaar diepe gaten in en in enkele van die grotten zien we dat nomadenfamilies hun intrek hebben genomen. Anderen wonen in tenten, die overdag vrijwel verlaten zijn, omdat iedereen met het vee op pad is. Grote kuddes schapen trekken over de berghellingen, een ongelooflijk mooi gezicht in het late namiddaglicht.
We hebben jammer genoeg geen tijd meer om uitgebreid rond te kijken bij het kasteel van Mukawir, want de zon zakt snel naar beneden en we willen terug zijn in Karak voordat het donker is. Rechtsomkeert dus en gauw op huis aan.

> Dode Zee en Madaba


23-04-2009 Vanochtend verlaten we de King's Highway om langs de Dode Zee verder naar het noorden te rijden. Een gek idee, dat we nu over het laagste punt van de aarde rijden. We stoppen even om een kijkje bij het extreem zoute water te nemen, maar hebben geen van allen zin om erin te gaan. We rijden omhoog naar een punt op zeeniveau, wat dus zo'n vierhonderd meter hoger is dan de oever van de Mozaïek in MadabaDode Zee, en lunchen met uitzicht over de bergachtige omgeving en de blauwe zee in de diepte. Dan rijden we door naar Madaba, waar we eerst een slaapplaats zoeken, om vervolgens de beroemde mozaïeken van de stad te bekijken.

> Amman


24-04-2009 Het laatste stuk snelweg naar Amman, de Jordaanse hoofdstad, stelt niet zoveel meer voor. Nog geen uur later zijn we dan ook middenin de stad en bij toeval vinden we een hotel dat ons wel aanstaat en niet te duur is. De rest van de dag brengen we in onze kamer door, waar we weer eens de luxe van draadloos internet tot onze beschikking hebben.

25-04-2009 Een extra rustdag is niet verkeerd en het is buiten amper twintig graden, dus we blijven lekker warm binnen.

> Jerash


26-04-2009 Terwijl Peter de laatste hand legt aan de website voor z'n nieuwe bedrijf Moovio online marketing, gaat Yvonne met Nina op pad. Eerst racen we in de taxi de stad op en neer, op zoek naar een plek waar Nina geld kan opnemen met haar tijdelijke creditcard. Haar andere kaart is ze verloren en dat dreigt enigszins lastig te worden, nu haar cash geld opraakt. Helaas blijkt de tijdelijke kaart niet goed te werken en we gaan van het kastje naar de muur. Na een uitgebreide speurtocht geven we het op en we laten ons naar het busstation brengen.
JerashMet de bus willen we naar Jerash, de restanten van een Romeinse stad, en de mannelijke Moslimbevolking merkt meteen op dat we zonder mannelijke begeleiding reizen. Of we getrouwd zijn wil het heerschap voor ons weten, want zijn broer zoekt een toerist. De dikke Lonely Planet in Yvonnes hand en bijbehorende opmerking in combinatie met een handgebaar zijn gelukkig voldoende om de onbeschofteling zich weer te laten omdraaien. We worden verder geen blik meer waardig gegund, dus de boodschap was in elk geval duidelijk genoeg.
Een uurtje later stappen we voor de deur uit en na het aftikken van de aanzienlijke entreeprijs lopen we de archeologische site binnen. Voornamelijk heel veel zuilen van de oude stad staan nog overeind en een enkele muur en het geheel ligt prachtig temidden van groene weiden en wilde bloemen en planten. Samen met het gouden middaglicht een goeie plek om mooie foto's te maken. Bijna drie uur dwalen we rond en vooral de zuidelijke arena maakt indruk. Na nog een snelle blik in het kleine, naastgelegen museum nemen we de eerstvolgende bus terug naar Amman. Daar is Peter inmiddels helemaal klaar met z'n website en we eten nog een laatste keer met z'n drieën. Morgen nemen wij namelijk de bus terug naar Aqqaba, waar we via de relatief eenvoudige grensovergang oversteken naar Eilat, Israël.

> Meer Info


Op onze Jordanië info pagina is veel nuttige informatie te vinden over Jordanië en neem ook eens een kijkje bij onze King's Highway 1 foto's en King's Highway 2 foto's.