Cambodja Reisverslag: het noorden
Dit reisverslag is onderdeel van een serie reisverhalen, allen gemaakt tijdens een lange reis van november 2007 tot mei 2009. |
> Battambang en Omgeving
02-03-2008 De afgelopen nacht was een korte, omdat minimaal drie grote kakkerlak-look-a-likes onze kamer tot feestlokatie hadden uitgeroepen. We zijn verbaasd, want het zag er hier zo schoon uit, maar verkassen toch maar naar het luxe hotel aan de overkant. De standaardkamers hier zijn prima betaalbaar, luxer dan wat we normaal uitzoeken, en voor een dollar meer heb je de hele dag internet in je kamer. We roepen vandaag maar uit tot relaxdag en wisselen internetten af met lekker eten, spelletje doen en af en toe kijken we even uit onze decadente torenkamer met 180 graden round-view neer op het gepeupel beneden.
03-03-2008 In een sjiek etablissement als dit huur je natuurlijk niet zelf je motortje, dat laat je doen. En zo staat er al 1 exemplaar buiten op ons te wachten als we beneden komen. Dit brik is echter niet helemaal wat je verwacht bij dit hotel en na een proefritje keurt Yvonne hem dan ook af wegens: ronduit gevaarlijk. Volgens de dame van de receptie kunnen we dan wel met z'n tweeën op het zojuist gebrachte tweede exemplaar, maar dat zien wij op de Cambodjaanse wegen toch niet echt zitten. Aangezien er in Battambang geen officiële verhuur zit wordt er een andere buurman gebeld en zo zijn we even later toch beiden voorzien van een redelijk functionerende Honda Dream.
De "dusty but smooth road" die ons is beloofd richting Wat Phnom Banan is toch iets minder glad dan wij zouden willen. Als we een aantal kilometer die kant op ook nog een meters diepe kuil zien, met geulen waardoor je lelijk languit kunt gaan, houden we het voor gezien. We keren om en nemen de weg naar een andere tempel. Deze "highway" bestaat uit grind met droog en stuivend zand en al gauw zitten onze neus en oren er vol mee. We zetten nog even door, maar het constant rondstuivende zand van passerende auto's die langsrazen maakt het niet echt een plezierig ritje. Wederom rijden we terug naar Battambang.
Met wat vragen, verkeerd rijden én handen- en voetenwerk vinden we uiteindelijk de juiste weg naar Wat Ek Phnom, een deels ingestorte tempel uit dezelfde tijd als Angkor. We treffen het: deze weg is nog maar kort geleden volledig geasfalteerd en zo wordt het echt leuk om door alle dorpjes naar de ruïne te rijden. Onderweg zien we de mensen druk bezig en we stoppen regelmatig om iets van dichterbij te bekijken. Zo is er een echtpaar hun roeiboot opnieuw waterdicht aan het maken met vloeibaar rubber. Ook nemen we een kijkje bij een heel bijzonder bakkerijtje, waar van een soort rijstpapje doorzichtige pannenkoekjes worden gemaakt, met behulp van een op rijst-afval gestookt oventje. De pannenkoekjes worden te drogen gehangen en we mogen wat proeven. We hebben het idee dat dit gebruikt wordt om loempia's mee te maken, maar niemand hier spreekt één woord Engels, dus het blijft bij raden.
We vinden de huisjes met zwaaiende en roepende kinderen (én volwassenen) eigenlijk nog leuker dan de tempel zelf en we maken nog een omweg door gewoon een bruggetje over te gaan. Mensen lijken hier bijzonder verbaasd ons te zien, geregeld valt er een mond open, maar meestal worden we breed lachend toegezwaaid. Op onze beurt zijn wij weer aangenaam verrast als we zien hoe inventief de ijscoman hier is. Van een dik blok ijs schraapt hij wat af, kneedt het in een vormpje, steekt er een stokje door en giet er wat gekleurde siroop over. De kinderen vinden het geweldig en van alle kanten komen ze aangerend met wat geld in hun handen.
Laat in de middag zijn we terug in Battambang en omdat we vinden dat we nu wel weer genoeg luxe hebben gehad voor budgetreizigers, eten we bij de nightmarket. Peter zit aan z'n tweede bord vol heerlijk eten als er een hongerig en vies jongetje van een jaar of 7 al bedelend aan tafel komt staan. Hij is de zoveelste, dus veel hoop heeft hij vast niet, maar het is z'n geluksdag vandaag. Peter heeft genoeg gegeten en dus schuiven we een stoel voor 'm aan en zetten het ventje erop met het bord voor z'n neus. Dit tot groot ongenoegen van het personeel en sommige andere klanten blijkbaar, want we krijgen wat norse blikken toegeworpen. Het kan ons niet zoveel schelen; dit kereltje gaat vanavond niet met honger naar bed. In een mum van tijd weet hij alles naar binnen te werken, terwijl hij met grote ogen naar ons zit te kijken. Zelfs de groente, meestal het minst favoriete onderdeel, is snel verdwenen, dus we zetten hem weer op de grond en op een drafje verdwijnt hij weer.
> Op weg naar Siem Reap
04-03-2008 We mogen vandaag, onderweg naar Siem Reap, weer stof happen. Het eerste stuk weg is goed geasfalteerd, maar na Sisophon rijden we over soms wel hele stoffige stukken. Als er een vrachtwagen of bus passeert is het zicht amper een paar meter. Gelukkig wordt er hard gewerkt om de boel te gaan asfalteren, maar daar heeft een volgepakte auto, die vastzit in mul zand, nu niet zo veel aan.
Eenmaal in Siem Reap informeren we naar de electrische fietsen waarmee je de tempels zou kunnen verkennen. Met temperaturen van ruim boven de 30 graden lijkt ons dat wel wat. Het aanbod is gering en de prijzen net zo hoog als het huren van een tuktuk voor ons tweetjes. Het lijkt ons ook wel comfortabel om eens rondgereden te worden, voor de gewone fiets vinden we het echt te warm, en in Siem Reap is een mannetje dat dit wil doen snel gevonden. We gaan de komende 3 dagen op tempeljacht met Pove.
05-03-2008 Uiteraard beginnen we vandaag met de tempel der tempels: Angkor Wat. We zijn meteen onder de indruk van de grootte van het complex. Toch zien we in de loop van de dag tempels die we mooier vinden, omdat ze meer versierd zijn zoals Banteay Kdei, of gewoon "iets" hebben zoals Bayon met al z'n gezichten. We vragen ons trouwens af of de bouwers van deze tempels ooit op stage zijn geweest bij de Inca's in Peru. De gelijkenis gaat verder dan het precies passend maken van de stenen, want ook hier zien we dat water een belangrijke rol speelde en werd dit op een vrijwel identieke manier aan- en afgevoerd.
> Angkor Wat
06-03-2008 Midden in de nacht gaat de wekker en we moeten even nadenken wie er ook al weer in z'n hoofd gehaald had de zonsopkomst boven Angkor Wat te willen zien. Maar zodra we eenmaal in het donker in de gigantische tuin van de kolos staan zijn we dat zo weer vergeten. De lucht wordt al snel lichter en als de vuurrode zon eenmaal boven het nog donkere bouwwerk uitkomt is het alsof je naar een plaatje uit een boek kijkt. Prachtig zoals alles weerspiegelt in het nu nog helemaal gladde water van het meertje.
De rit naar Kbal Spean wordt hobbeliger naarmate we verder bij de bekende tempels vandaan gaan, maar wat we onderweg allemaal zien maakt veel goed. Overal staan mensen te koken op zelfgebouwde klei-oventjes, zitten gezinnen samen te ontbijten voor hun hutje en wordt rijst van z'n jasje ontdaan met zelfgemaakte machines. Wel is hier, aan het aantal mensen met één of meer missende ledematen, goed te zien hoeveel landmijnen er in de omgeving lagen en nog altijd liggen.
Enorme stofwolken komen op ons af als er ander verkeer passeert, maar er zijn duidelijk plannen om de weg te gaan asfalteren. Kbal Spean is een hooggelegen rivierbedding, waar eeuwen geleden grote aantallen figuren zijn ingebeiteld.
Dankzij een oud mannetje dat hier parkwachter is en dat we door de jungle naar boven lopend ontmoeten, zien we veel van de figuren, die soms een beetje verstopt zitten.
Rond het middaguur bezoeken we op de weg terug richting Siem Reap nog Banteay Srey, een tempel met geweldig gedetailleerde, gebeeldhouwde versieringen. Daarna kijken we rond in het nabijgelegen en nog splinternieuwe landmijn-museum, niet het meest fijne museum aller tijden, maar wel iets waar je in Cambodja niet omheen kunt.
07-03-2008 Doordat we de afgelopen dagen zoveel gedaan en gezien hebben zijn we vandaag best wel moe. We maken er een kort dagje van, waarin we de tempels die we graag nog wilden zien in een paar uur tijd met een bezoekje vereren. Daarna is het toch echt tijd voor wat rust.
08-03-2008 We plakken er nog een relax-dagje achteraan.
> Avontuur naar Kompong Phhluk
09-03-2008 Na lang wikken en wegen besluiten we vandaag dat we het maar moeten proberen. Kompong Phhluk is een dorpje vlakbij het Tonlé Sap meer, dat alleen bereikbaar is via een weg die de Cambodjanen zelf een "bad road" noemen. We hebben al ervaringen met wegen die naar hun zeggen wél goed zijn en hebben dus nachtmerrie-achtige voorstellingen bij deze slechte weg. Toch zijn we heel benieuwd naar dit dorpje, waar nauwelijks toeristen komen en waar de huizen op metershoge palen staan. De inwoners leven er, net als om het hele meer, van de visserij. Overbevissing is een groot probleem, maar veel andere opties hebben ze hier niet. Hun dorp en de hele omgeving staat de helft van het jaar onder water (vandaar die palen) en nu, in het droge seizoen, is de grond niet geschikt voor landbouw.
De weg, die tijdens het regenseizoen vanzelfsprekend ook geheel onder water ligt, is onverhard en inderdaad erg slecht. Zelf hadden we hier nooit kunnen rijden, maar gelukkig zitten we achterop bij 2 jongens die hier hun hele leven al rondcrossen en zich nu als moto-taxi verhuren. Eenmaal in het dorp willen ze ons meteen droppen bij een vriend die wel een boottocht met ons kan maken, het meer op. Natuurlijk strijken ze zelf dan weer mooi een deel van het door ons betaalde bedrag op. Wij willen liever eerst in het dorp rondkijken, waar we ons verwonderen over de hoge constructies die de mensen hier weten te fabriceren van simpele takken en houten vloertjes. Al gauw hebben we wat nieuwsgierige kinderen om ons heen verzameld en één van hen spreekt behoorlijk goed Engels. Omdat hij en zijn vriendjes erg geïnteresseerd zijn in ons en ons land trekken we het mapje met foto's uit de tas. Snel wordt de kring kinderen nóg groter.
Overal aan het stroompje, dat in de natte periode een woeste stroom wordt, zien we mensen bezig met bootjes, netten en fuiken. In de enige straat liggen duizenden garnalen te drogen op de grond, terwijl een mannetje zijn ossen voor de kar spant en wat kinderen knikkeren.
Na pittige onderhandelingen gaan we tegen betaling van een ook voor ons acceptabele prijs het meer op. Ook hier bouwen mensen hun huizen op palen, gewoon midden in het water. Hele families met hun kinderen wonen hier in het droge seizoen. Op die manier zijn ze dichterbij waar de vis zwemt. In het natte seizoen zwemmen de vissen namelijk in het dorpje door de straat, maar nu moeten ze een heel eind naar het water toe om wat te vangen. We meren aan bij een huisje en bekijken de vangst van vandaag. Drie paar kinderogen staren ons nieuwsgierig aan, terwijl mama de vierde de borst geeft. Met z'n allen wordt er geslapen in een klein afgetimmerd deel van het huisje. Overdag zit iedereen in de overige 10 vierkante meter, want de tuin... dat is het meer en de buren, die wonen 200 meter verderop... ook op palen.
Weer een ervaring rijker stuiteren we aan het eind van de middag terug naar Siem Reap, weer weg bij die mensen voor wie Phnom Penh het einde van de wereld lijkt en Europa haast buitenaards.
> Terug naar Phnom Penh
10-03-2008 Met een zere kont en spierpijn in rug en armen valt het ons niet mee de ruim 6 uur durende busrit naar Phnom Penh uit te zitten. Uitstappen is ook geen optie, dus we houden vol en komen behoorlijk gaar aan. Gelukkig staat ons bedje al klaar, in dezelfde kamer als vorige keer.
Angkor Wat tempels filmpjeHet Angkor Wat tempels filmpje zal hier te zien zijn |
Kompong Phhluk paalwoningen filmpjeHet Kompong Phhluk paalwoningen filmpje zal hier te zien zijn |
Klik op bovenstaande filmpjes om even bijna-live bij de Angkor-tempels en in het afgelegen Kompong Phhluk rond te kijken.
> Meer Info
Op onze Cambodja info pagina is veel nuttige informatie te vinden over Cambodja en neem ook eens een kijkje bij onze Noord-Cambodja foto's.