MAGICPHOTOWORLD.COM

Laos > The South

Dit reisverhaal is onderdeel van een serie reisverhalen, allen gemaakt tijdens een lange reis van november 2007 tot mei 2009.

> Van Cambodja naar Laos


20-03-2008 Vanuit Kratie rijden we een dikke 2 uur noordwaarts richting Laotiaanse grens. In Stung Treng behoren we tot de laatste serie gelukkigen die in een oude boot, die meer herrie maakt dan dat'ie vooruit komt, de Mekong over mogen. Over 2 maanden wordt de nieuwe brug geopend, maar zover is het nu nog niet. Na nog een uur in een minibusje duikt plotseling een klungelig gefabriceerde hefboom op, naast een verveloos schuurtje van nog geen 2 vierkante meter: de grens. Om vragen naar meer te voorkomen stoppen we elk alvast een dollar "stempelgeld" (lees: zelfbedachte aanvulling op het Cambodjaanse salaris) tussen ons paspoort, die keurig in de la onder het buro verdwijnt. We krijgen wel waar voor ons geld, want er worden minimaal 3 stempels in elk paspoort gezet. Een kilometer verderop wordt de hele actie nog een keer herhaald in een minstens even indrukwekkend schuurtje en zo rijden we, na 2 maanden weggeweest, ineens weer in Laos. We stappen nog eens over op een ander busje en met de boot worden we naar Don Det verscheept, één van de vele eilanden middenin de Mekong.

> Don Det


Waterval Don Khone21-03-2008 Ondanks dat we de 2-dollar bungalows, zonder enig comfort, hebben vermeden en onze intrek hebben genomen in een luxere variant voor het bijna 10-voudige bedrag, hebben we toch niet erg goed geslapen. Er is namelijk op het hele eiland maar 2 uurtjes per dag stroom en met een temperatuur van meer dan 35 graden overdag en zeker nog 28 's nachts is het om te smoren, zonder zelfs maar een ventilator. Zelfs de buffel, die blijkbaar op het strand woont, zoekt verkoeling in het water.
We besluiten dan ook om morgen weer verder te gaan en vandaag het eiland, en zijn buurman Don Khone, te voet te verkennen. De omgeving om en in de rivier is mooi groen en op Don Khone vinden we de Tat Somphamit waterval bijzonder indrukwekkend. Zeker voor het droge seizoen stroomt er nog flink wat water, onder een oorverdovend geraas, door dit rotsige stuk Mekong. Tegen de middag smelten we bijna en we eten een hapje en relaxen nog wat.

> Naar Champasak


22-03-2008 Het is weer heet vandaag, helemaal in de bus, waarin we moeten wachten totdat de chauffeurtjes er, nadat hij eigenlijk vol is, nog eens 5 mensen in gepropt hebben. Na een uurtje of 2 ruilen we de bus om voor een songthaew, die via een zijweg naar de Mekong rijdt. Pas als we op een boot (nou ja... boot) de rivier oversteken zien we echt hoe breed het water hier is. De laatste kilometer, lopend naar ons guesthouse in Champasak, is het zo afschuwelijk, drukkend warm; daar kan alleen onweer van komen. En ja hoor, een uurtje later barst het los. Dikke schuimkoppen staan er op de Mekong en aan de overkant waait het strand compleet weg. Gelukkig zitten wij heerlijk in ons eigen, stenen airco-huisje af te koelen en is het restaurant van de best-kokende Lao-oma naast de deur.

Tempel Champasak23-03-2008 Op de fiets gaan we naar Wat Phu Champasak, een mooie Khmer-tempel uit dezelfde tijd als Angkor. Al gauw begint onze reeds eerder gekweekte Sabaidee-rsi weer op te spelen, met al die roepende en zwaaiende kindjes aan de kant van de weg. Ondanks dat we al veel soortgelijke tempels gezien hebben maakt deze toch een bijzondere indruk op ons. De deels door prachtige bomen overwoekerde trappen leiden omhoog naar een bron in de berg, een krokodillen-rots en (zo zegt onze reisgids) de zoveelste voetafdruk van Buddha, een beetje vaste prik bij belangrijke tempels. Misschien is deze hier toch wel echt gejokt, want wij kunnen hem niet vinden. Tja... Buddha kon nou eenmaal niet overal persoonlijk een bezoekje brengen en zwarte Pieten om te helpen had hij al helemaal niet natuurlijk. Wel was het ons al eens opgevallen dat Buddha zo'n sterk wisselende schoenmaat had bij de verschillende tempels, dus wie weet had hij toch zo zijn hulptroepen.
Tegen de middag is de temperatuur toch weer omhooggeschoten en rustig aan peddelen we terug richting het dorp. Met enige moeite krijgen we bij zo'n leuk lokaal restaurantje, bij de mensen aan huis, toch een noodle-soepje los voor de lunch. Als de buurvrouwen ook even zijn komen kijken om op onze lange, witte neus te wijzen, kunnen we rustig eten, om daarna de laatste kilometers te doen. We zijn nog niet lang binnen of de lucht wordt weer donker en de wind steekt op.

> Verder naar Pakse


Met de veerboot over de Mekong24-03-2008 Voor dag en dauw staan we aan de weg om de eerste songthaew naar Pakse te nemen. De allereerste is al overvol, maar een paar minuten later komt de volgende al en daarin vinden we nog wel een plekje. Een paar kilometer en enkele stops later puilen we genoeg uit om door te rijden naar het autoveer, de Mekong over. Met nog 7 andere voertuigen worden we op de houten constructie geperst, die wonderbaarlijk soepel naar de overkant vaart.
Eenmaal in Pakse wijden we de rest van de dag aan de site en doen we lekker rustig aan.

> Rond het Bolaven Plateau


25-03-2008 Nog vroeger dan gisteren staan we weer buiten te wachten. Ditmaal op de tuktuk, die ons naar het zuidelijke busstation, zo'n 8 kilometer buiten de stad, gaat brengen. Op het stoffige station is het nog erg rustig, wat ons enigszins verbaast. De bus naar Sekong vertrekt om half 8 is ons verteld en in Laos komt iedereen altijd erg vroeg om zeker te zijn van een zitplek, liefst niet op een plastic exemplaar in het gangpad. Logisch dus, dat we al vóór 7 uur de tas onderin hebben liggen en een plekje geclaimd hebben. Maar waar blijven alle andere mensen, die met de zakken rijst, kippen, eieren, varkens, groenten, fruit en zakken chili's? Ah, de vertrektijden zijn gewijzigd. We gaan pas om half 9 weg.
Als bovengenoemde personen met hun waren ook zijn gearriveerd én nog een stel schotelantennes, een partij brommerbanden, een stuk of 50 rieten matten en enige ondefinieerbare producten op het dak zijn vastgebonden kunnen we vertrekken. We steken het Bolaven plateau over met zijn koffieplantages en groene jungle en rijden daarna door een saai landschap waar, op enkele dorpjes na, weinig te zien valt. In Sekong worden de Falang (wij dus) de bus uit gedirigeerd, op een plek waarvan niemand ons kan vertellen waar we zijn of welke kant het enige hotel van de plaats op is. We vermoeden dat de paar guesthouses hier niet echt aan onze maatstaven voldoen en daarom willen we erg graag naar dit ene hotel. Als ze van de schrik, én de slappe lach bekomen zijn in de kapperszaak weet een man ons toch met handgebaren uit te leggen waar we heen moeten. Het is nog een flink eind sjouwen, maar als we de kamers zien van het sjiekste dat ze hier te bieden hebben, zijn we blij dat we niet iets anders genomen hebben.
Ballonnen uitdelen in AlakdorpBij de lunch regelen we een leen-motortje voor morgen en daarna gaan we in het stadje op onderzoek uit. Met de enige tuktuk die we bij de markt kunnen vinden gaan we naar een Alak-dorp, één van de ethnische minderheden in dit gebied. Onderweg doen we menige nek verdraaien en enkele monden openvallen. Toeristen komen hier blijkbaar niet vaak. Als we vaart minderen kijkt de chauffeur ons vragend aan, terwijl hij op het dorp wijst:"Ban Alak". Hij vraagt zich duidelijk af wat we hier nou moeten. Wij ook eigenlijk, want we hebben de indruk dat dit een dorpje is zoals je ze in Laos dertien in een dozijn vindt. Aarzelend lopen we tussen de eerste huisjes door van de weg af, waar we zien dat de andere huizen in een cirkelvorm om een soort zanderig plein heen gebouwd zijn. Hier zien we dat dit toch een ander soort dorpje is dan de meeste die we gezien hebben. In het midden van het plein staat een soort van totempaal, voorzien van pluimerige takken. In het dorp is, als je wat beter kijkt, genoeg bedrijvigheid. Een vrouw zit bezems te maken, een man snijdt dakbedekking met een groot mes, vrouwen halen hout in zelfgevlochten manden, rijst wordt bewerkt en er wordt gekookt. Het dorp bestaat uit een hutje of 20 en al gauw zijn we bij de laatste aangekomen. Een wat oudere man zoekt contact en we vragen of we een foto mogen maken. Trots gaat hij er keurig voor in de houding staan, de dikke bult van het gezwel op zijn buik naar voren. Aan de kinderen in de huisjes delen we ballonnen uit, sommigen zijn er eerst een beetje bang voor en we vragen ons af of ze hier wel eens eerder ballonnen gehad of zelfs gezien hebben. Een heel oud mannetje, dat er uitziet als wel 100 jaar oud, wil ons graag even aanraken en is helemaal blij als hij op de foto mag en zichzelf daarna kan terugzien op het schermpje. We kopen nog wat bij het enige winkeltje-aan-huis en bezoeken op weg terug naar Sekong nog een waterval.
Eenmaal weer bij de markt zien we dat de hele omgeving is uitgelopen voor de markt van zelfverbouwde groenten en fruit. Ook gevangen salamanders en kikkers worden verkocht, naast wormen en larven en we zien koeienstaarten en -snuiten klaar liggen voor consumptie. Wij houden het toch maar op ons eerder bezochte restaurantje voor het avondeten.

Markt sekong Markt Sekong

> De Minderheden van Zuid Laos


26-03-2008 Na het ontbijt doen we verwoede pogingen tot het starten van het ons toebedeelde motortje, maar het wil maar niet lukken. De Laotiaanse eigenaresse van het restaurantje heeft er zelf ook veel moeite mee en dus wordt er een ander exemplaar opgehaald. Met wat inspanning krijgen we deze wel aan de praat, om te ontdekken dat het verder rijdt als een trekker. Andere opties zijn hier niet voorhanden, dus we gaan er eerst maar eens benzine in gooien. Als het beestje net vol zit komt een bezorgde restaurant-dame ons tegemoet: "you, you... (handgebaar) motor no good, you restaurant (handgebaar)" We begrijpen eruit dat er iets niet in orde is, waarschijnlijk met de verzekering, en we rijden terug naar het restaurant. 10 Minuten later rijden we op een derde tweewieler voor de tweede keer die dag naar de benzinepomp, waar we wel wat vreemd aangekeken worden.
We tuffen wat rond in de omgeving, verlaten de hoofdweg en zien kleine dorpjes, een mooie brede waterval en veel verbaasde gezichten. Aan het begin van de middag rijden we via een andere zandweg en dichte jungle naar de hoogste waterval in de omgeving, als we weer door een dorpje komen. Er is blijkbaar wat bijzonders aan de hand, want mensen zitten in groepen bij elkaar en er wordt aan lange bamboestengels iets uit kruiken gezogen. Op het "dorpsplein" staat op een stok het hoofd van een klein rund gespiest en we vermoeden dat dit weer een Alak-dorp is, waar het jaarlijkse offeren van de buffel net heeft plaatsgevonden. Dit doen de Alak en Rijstwijn drinken met Bamboe-rietjesKatu elk jaar bij volle maan in maart, om de dorpsgeest te eren. We laten de waterval voor wat hij is, we vonden het toch al te ver, en kijken uitgebreid rond in het dorp. Bij een blijkbaar heilige boom, met vele inkepingen, staat een enorme kruik waar Lao Lao in gegoten wordt. Alle inwoners, inclusief de wat oudere kinderen, mogen om de beurt het bocht met een enorm bamboerietje opzuigen. Wij krijgen ook één van de groeps-rietjes aangeboden, maar beleefd bedanken we voor al die vreemde bacterieën in onze mond.
Van boven het Bolaven plateau komt een donkere lucht, waaruit donder-geluiden klinken, snel dichterbij en we nemen afscheid. Al zwaaiend naar al deze in vodden gehulde kinderen, met alleen een zelfgeknutselde, houten auto als speelgoed en hun dronken en nog altijd wat verbaasde ouders, rijden we het stoffige dorp weer uit.
Op de terugweg zien we iets van de weg af een rieten constructie met wat houten bankjes eronder, waar kinderen op zitten. Ze krijgen hier les van een jonge meester en we denken dat dit een heel nieuw schooltje is. Een enkel kind heeft een schriftje en een Met krijt op een plankje schrijvenpen om in te schrijven, maar de meesten hebben een houten plankje met krijt. De meester schrijft op een bord, bestaand uit 4 houten planken op een achtergrond getimmerd, sommen uit zijn enige rekenboek. Om de les verder niet te storen rijden we door, terug naar Sekong.

> Naar Attapeu


27-03-2008 We staan nog maar nauwelijks aan de doorgaande weg te wachten of er een bus komt, als er een superdeluxe touringcar verschijnt. Zo rijden we supersnel en prinsheerlijk door een regenachtig, maar erg mooi bebost gebied, vlak langs het Bolaven Plateau en door enkele kleine dorpjes, naar Attapeu. Deze meest dorpse provinciehoofdstad die we ooit gezien hebben heeft een werkelijk enorm uit de kluiten gewassen hotel staan, waar we ook nog eens draadloos internet in de kamer kunnen gebruiken.
's Avonds loopt het hele plaatsje uit naar het Beer-Lao-35-Years-Festival dat op het veld tegenover ons hotel georganiseerd wordt en waarschijnlijk dé happening van 2008 hier is. Wij nemen uiteraard ook een kijkje bij de muziek, het springkussen en de snack-stalletjes van de lokale bevolking.

28-03-2008 We huren het motortje van één van de inwoners van Attapeu en gaan daarmee eerst even langs de markt. We willen vandaag naar Phou Vong, een district dat een eind naar het zuiden ligt en bevolkt wordt door de Laven. Deze zeer arme bevolkingsgroep woonde ooit geheel op het Bolaven Plateau, maar zijn de afgelopen decennia steeds meer naar de laaggelegen gebieden daaromheen verhuisd. Van de man bij het kleine Tourist office in Attapeu hebben we gehoord dat in elk geval één van de dorpjes hier een schooltje heeft en we willen wat schriften en pennen voor ze meenemen. We gaan er vanuit dat daar, net als we al Met de motor op het strandeerder in deze streek gezien hebben, een gebrek aan is. Schriften zijn zelfs hier, in het grootste dorp in de wijde omtrek, moeilijk te krijgen, maar daar laten wij ons natuurlijk niet door tegen houden. Even later steekt dan ook een motortje met 2 falang, inclusief rugzakken én een stapel schriften en pennen in het voorop-mandje, met het houten veerpontje de Se Kong rivier over.
De eerste kilometers van het rode zand- en keienpad worden we nog enthousiast toegeroepen door iedereen die ons langs ziet rijden, maar langzamerhand wordt het steeds stiller. Niet dat er geen mensen meer zijn, want geregeld staat er toch nog een huisje langs de kant, maar geluid komt er niet meer uit. Dat weerhoudt ons er niet van vrolijk verder te zwaaien, maar in stilte worden we Schriften en pennen brengen in Vongvilainagekeken. Vreemd! Met een zelfgetekend kaartje van de Tourist-man vinden we het dorp Vongvilai Neua, waar we meteen de door hem genoemde school ontdekken. Er is blijkbaar vandaag geen les, maar 1 klas is wel aanwezig. De kinderen die al op de uitkijk staan wijken achteruit als we aankomen en ze zijn muisstil, maar de juffrouw bedankt ons uitgebreid in het Lao voor de meegebrachte spullen die hier duidelijk goed van pas komen. De school is een redelijk nieuw, houten gebouw, maar de bankjes binnenin zijn oud en op de schoolborden na is het maar een kale bedoening. We betwijfelen of er boeken zijn en we zien maar een paar schriftjes en pennen. Het dorpje blijkt meer een gehucht en al snel zijn we uitgekeken. We halen onze motor weer op bij de school, maar willen nog één toenaderingspoging doen om de blijkbaar schuwe kinderen te benaderen. We pakken de foto's Plaatjes kijken in Vongvilaierbij en gaan daarmee op een randje zitten. Vrij snel is er één jongetje dat durft te komen kijken en dan volgen er meer. Nu wordt de kring van kinderen snel groter en ook de ouders van omringende huisjes komen nieuwsgierig dichterbij om de foto's te zien. Dan nemen we afscheid, maar er is er maar één die durft terug te zwaaien en die laat zijn arm snel weer zakken als hij ziet dat er verder niemand meedoet.
We vervolgen de zandweg nog een kilometer of 5 met toenemende verbazing. Als we kinderen hier met "sabaidee" groeten schrikken ze duidelijk en óf ze rennen heel hard weg, óf ze beginnen te huilen. Zou sabaidee hier dan iets heel gemeens betekenen, of hebben deze kinderen misschien nog nooit zulke witte mensen gezien? En wij maar denken dat we toch al best bruin geworden zijn de afgelopen maanden.
Ban Phou Home blijkt een dorp van redelijk formaat en we parkeren om eens even rond te kijken. Om de huizen van het deel waar we nu zijn staat een zelfgemaakt hek en daarachter staan wat kinderen zich te verschuilen. Zodra we in de buurt komen stuiven ze achteruit en verstoppen ze zich onder of in één van de huizen. In het dichtstbijzijnde huis zitten heel wat mensen en iedereen staart, maar niemand beantwoordt onze begroeting. Hmm... wat nu? Weggaan? Of...? Laten we kijken of we ze met ballonnen kunnen overtuigen van onze goeie bedoelingen. Yvonne blaast er één op en houdt hem omhoog bij het hek. Geen reactie. Gebaren of ze Ballonnen uitdelen in Ban Phou Homehem mag komen brengen. Geen reactie. Omdat deze mensen er niet kwaad of aggressief uitzien zet ze voorzichtig een stap binnen het hek. Nog één. Langzaam naar het eerste huis toe, maar er is geen kind dat de ballon durft aan te pakken. Met grote bange ogen zitten de kinderen in het verste hoekje. Ze legt hem maar neer op de rand en doet een stap naar achteren. En dan durft een meisje hem snel te pakken. Er worden nog altijd geen pijlen op ons afgeschoten, dus voorzichtig nog een ballon pakken en opblazen. Nu durft een jongetje hem zelf aan te pakken. Ook de jongere vrouwen met enorme gaten in de oren, waar ze soms ivoren oorringen in dragen, durven nu een stapje naar voren te komen en een ballon voor hun kleintje te halen. We Oma en meisje met ballongeven ze een vingerpoppetje om met hun kindje te spelen en overduidelijk hebben ze zoiets nog nooit gezien, laat staan zelf gehad, en ze zijn er erg blij mee. Als alle kinderen voorzien zijn van een ballon, op de allerkleinsten bij de oma's onder het huis na, proberen we... maar nee, dat wordt krijsen en paniek. We laten de grote kinderen de ballonnen maar overbrengen.
Tja, en daar sta je dan, tegenover een groep mensen die aan de ene kant wel weet dat je toch niet het enge monster bent dat ze aanvankelijk dachten dat je was, maar toch... Eens kijken wat ze van ons fotoboekje vinden. Groot enthousiasme om al die vreemde mensen en gebouwen. Als het boekje uit is vinden wij het welletjes en stil wordt er toegekeken hoe we weer vertrekken.
We rijden een eind terug richting de rest van de wereld en bezoeken nog één laatste dorpje: Ban Viengxai. De met bamboerietjes Lao Lao-drinkende mannen en het enorme bot, met touw in de boom geknoopt, doen ons denken aan de Alakdorpjes van een paar dagen geleden, maar toch zijn dit ook Laven. Het grote schrikeffect is hier beduidend minder en we vermoeden dat ze wel eens vaker toeristen zien. We kijken rustig even rond in het dorp en maken sommige mensen blij door een foto van ze te maken, hier nog een hele eer en een bijzondere gebeurtenis. Ze kunnen voor het eerst sinds lange tijd zichzelf zien en dan nog wel op zo'n vreemd apparaat. Bij een stalletje onderweg drinken en eten we even wat, voor we terug rijden naar Attapeu, dat zomaar ineens een heuse wereldstad lijkt.

29-03-2008 We komen even bij van de tocht van gisteren en doen verder niks bijzonders. Lekker even! Vanaf morgen zullen we in redelijk tempo noordelijker trekken om de 9de onze vlucht naar China te halen.

Klik op het bovenstaande filmpje om even bijna-live bij de overtocht over de Mekong mee te kijken.

> Meer Info


Op onze Laos info pagina is veel nuttige informatie te vinden over Laos en neem ook eens een kijkje bij onze Zuid-Laos foto's.