MAGICPHOTOWORLD.COM

China Reisverslag: Noord Yunnan

Dit reisverslag is onderdeel van een serie reisverhalen, allen gemaakt tijdens een lange reis van november 2007 tot mei 2009.

> De Bus naar Lijiang


Dali17-04-2008 Als we na het ontbijt met onze volle tassen door een nog slaperig en vrij rustig Dali naar het bus-kantoortje lopen, zien we dat we zo vroeg zijn dat we misschien wel een bus eerder kunnen halen. We vragen de dame achter het loket of er nog plek is in die bus, maar we praten blijkbaar Chinees voor haar, want ze snapt er niks van. Peter doet z'n best met ons taalboekje en ze lijkt het begrepen te hebben, want de telefoon wordt gepakt. Na het gesprek streept ze onze tijd van 10.00 uur door en maakt er 14.30 uur van. Huh?! We wilden graag om 9.30 uur, een bus eerder. Als een andere medewerker binnenkomt wordt er weer driftig gebeld, maar aan z'n gezicht te zien is hij niet echt blij met het nieuws aan de andere kant. Meer telefoontjes worden gepleegd en als we vragen of er een probleem is krijgen we geen antwoord, terwijl hij gisteren nog redelijk Engels sprak toen we de kaartjes bij hem kochten. Vreemd hoe het weinige Engels dat mensen spreken altijd nóg minder wordt bij problemen.
Na een half uur, het is inmiddels 9.45 uur, vinden we het welletjes en drukken we de knop in, als het zoveelste telefoontje gepleegd gaat worden: wij willen NU een verklaring. Het blijkt dus dat de muts die zich nu zit te schamen ons ticket gecanceld heeft en omgezet naar één voor 14.30 uur. Om een onverklaarbare reden was de 10 uur bus toen binnen 2 minuten vol en kunnen we nu pas om 14.30 uur vertrekken. Aha. Nou, daar hebben wij andere ideeën over en het duurt niet zo lang om die over te brengen, Chinees of Engels... onze reactie spreekt voor zich.
Zo zitten we dan om 10 uur in een taxi naar het lokale busstation, 15 kilometer terug in de nieuwe stad, waar de taxi-chauffeur een kaartje voor ons regelt bij het juiste loket en ons op de goeie bus zet.
LijiangOm 10.50, bijna een uur later in plaats van een half uur eerder, rijden we Dali uit, op weg naar Lijiang. We klimmen en dalen voortdurend en zien prachtige berglandschappen voorbijkomen. Als we halverwege de middag in Lijiang aankomen schrikken we ons een bult van het circus dat we hier aantreffen. Het ziet zwart van de, overwegend Chinese, toeristen en al schuifelend banen we ons een weg om een guesthouse te zoeken. Het zal ongetwijfeld een pittoresk plaatsje zijn, maar helaas staan er te veel Chinezen, voorzien van rode of witte petjes of zelfs een compleet gelijk trainingspak, in de weg om hier ook maar een glimp van op te vangen. Het liefst willen we meteen weer weg, maar we weten niet zo goed waarheen, dus zoeken en vinden we een slaapplek. Het is een op dit moment rustig en authentiek klein huis met binnenplaats, zoals je er in Lijiang 13 in een dozijn vindt, en blijven in elk geval 1 nacht.
Die avond voelt Yvonne zich steeds beroerder en wat we aanvankelijk voor hoogteziekte hielden, lijkt toch steeds meer op een voedselvergiftiging, zeker op het moment dat niet meer duidelijk is of het beter is eerst op de pot te gaan zitten of er boven te gaan hangen.

18-04-2008 Na een ochtend en ook een deel van de middag in bed en wat gemberthee van een lokale restauranthouder en een antibiotica-pil van onszelf gaat het weer wat beter. We lopen wat door het doolhof dat Lijiang heet en zien op de rustigere plekken, die er toch wel blijken te zijn, dat het inderdaad een heel schattig stadje is. Jammer wel dat na de aardbeving in 1996 de meeste Naxi-mensen weggetrokken zijn en vrijwel alle huizen zijn opgekocht om souvenirwinkeltjes van te maken. Jammer ook dat de toeristen die hier en masse rondlopen alleen de in klederdracht gehesen verkopers zien en dat ze de echt authentieke bewoners, die van armoe in de prullenbak vissen, over het hoofd zien.

> Jade Dragon Snow Mountain


Park in Lijiang19-04-2008 We willen er vandaag eigenlijk meteen op de fiets op uit, maar het is zulk helder weer en alles ziet er daardoor zo mooi uit dat we maar foto's blijven maken in het oude centrum van Lijiang. De Naxi huizen, met rode details, steken prachtig af tegen de besneeuwde pieken van de Jade Dragon Snow Mountain en de strakblauwe hemel. Pas om 10 uur fietsen we na een gezond ontbijt de stad uit. Na een aantal kilometer op een kaarsrechte en splinternieuwe boulevard zien we een waterreservoir met leuke beplanting er omheen en twee bogen-bruggetjes. Voor het gehypte en vast overvolle Dragon Pool Park hebben we geen 6 euro per persoon over, maar dit lijkt een aardig alternatief, dus we wandelen wat rond en genieten van het vrije uitzicht op de besneeuwde toppen in de verte.
Weer op de fiets komen we steeds dichter bij de Jade Dragon Snow Mountain en voor we er erg in hebben zijn we in het plaatsje Baisha. We zien mensen met handkarren in de weer en mannen halen water bij de pomp, met twee emmers aan een houten draagstok over de schouder. We lopen wat rond en als we een oudere man tegenkomen nodigt hij ons spontaan uit om zijn huis te komen bekijken. We gaan mee en moeten eerst zijn trots aanschouwen: een plant met twee enorme bloemen erin. Als Peter in opdracht van het mannetje een foto van elke bloem en de plant als geheel heeft gemaakt pakken we ons taalgidsje erbij en zo komen we te weten dat opa al 74 is, twee kinderen en één kleinkind heeft. We krijgen uitleg hoe we bij de belangrijkste tempel van het dorp komen en hoe we de naam daarvan in het Chinees moeten uitspreken en daar gaan we weer. De tempel is niet veel en de Peter op de fiets voor de Jade Dragon Snow Mountaintoeristen-trekpleister dokter Ho zegt ons niet zo veel, dus fietsen we naar het volgende dorpje, bijna aan de voet van de indrukwekkende Jade berg. Wederom zien we lemen huizen, in een vierkant om een binnenplaats gebouwd, met graan, stro of mais te drogen op rekken. Het waait hier inmiddels flink en omdat we ook nog terug moeten, keren we om. Via bochtige weggetjes en door groene velden vol wuivend graan fietsen we terug naar Lijiang.
We maken gebruik van het heldere weer en schieten nog wat plaatjes vanaf de heuvel aan de rand van de oude stad, vanwaar je een mooi uitzicht hebt over de zee van daken beneden. Helaas hebben de andere gasten in ons guesthouse de lente in hun bol en het blijft nog tot erg laat onrustig. Wij hebben het, precies om deze reden, nooit zo gehad op oude, houten guesthouses die iedereen altijd karaktervol en knus vindt, maar die wij steevast afdoen als "ouwe gehorige meuk". Geef ons maar een betonnen, ongezellige, vierkante doos, waarin je tenminste kunt maffen!

> Tiger Leaping Gorge


Jade Dragon Snow Mountain20-04-2008 Na een erg kort nachtje zijn we eigenlijk wel klaar met de "ouwe gehorige meuk" en aangezien je in Lijiang geen andere keus hebt, behalve door in de nieuwe stad in een té duur hotel te gaan zitten, besluiten we door te gaan naar de Tiger Leaping Gorge. We blijken precies 5 minuten voor vertrek van de bus op het station aan te komen, al doen de eigenaars van minibusjes buiten ons geloven dat er geen bus gaat naar Qiaotou, het begin van de kloof. De laatste twee stoeltjes, de meest oncomfortabele twee dus en ook niet naast elkaar, zijn voor ons. Tussen een ik-ben-belangrijk-en-zit-dus-breed-Chinees met hoge hoed en een wat stevig uitgevallen jongere vent zit Yvonne ingeklemd op de achterbank en Peter heeft één plaatsje daarvoor een losse stoel.
De bus klimt eerst naar een plateau, vanwaar we constant prachtig zicht hebben op de Jade Dragon Snow Mountain, terwijl de weg dan wel en dan weer niet geasfalteert is. Regelmatig kiest onze chauffeur de grootste van een serie kuilen om doorheen te ploegen Tiger Leaping Gorgeen komt iedereen een halve meter los van z'n stoel. Het berglandschap maakt dit allemaal goed en drie uur later rollen we, nog enigszins zeeziek, de bus uit in Qiaotou. We stallen onze grote rugzakken bij Margo's, waar we een hapje eten en stappen daarna in bij een man die zijn auto als taxi verhuurt. Al snel rijden we tussen onvoorstelbaar hoge pieken, waarvan sommige besneeuwd, die pal tegenover elkaar gelegen een kloof vormen. In de diepte kolkt de Yangtze rivier en soms knikken onze knieën behoorlijk als we stiekem over het randje gluren, waar ons chauffeurtje heel dicht langs stuurt, om gevallen rotsen te omzeilen. De steile wanden van de kloof zijn indrukwekkend, nu al, voor we zelfs maar een meter gelopen hebben, dus we zijn benieuwd naar de komende paar dagen waarin we lopend teruggaan naar Margo's.
We nemen onze intrek in een dure, maar erg comfortabele kamer bij Sean's Spring Guesthouse en verkennen de omgeving een beetje voor we vroeg onder de wol kruipen.

Yvonne steekt een waterval over21-04-2008 De zon is nog niet boven de bergen uit als we op weg gaan. Het eerste half uur lopen we over de verharde, vlakke weg terug in de richting van Qiaotou en ook van de hoogste pieken van de Canyon. Dan slaan we af en over een steil bergpad gaan we omhoog. Steeds hoger klimmen we, de uitzichten zijn spectaculair, helemaal als de zon alles verlicht. Na twee uurtjes klimmen bereiken we het hoogste punt en meteen daarna wordt de route wel erg avontuurlijk, als we twee watervallen moeten oversteken en een boel puin, waar stukken rots naar beneden zijn gekomen. Hier wordt ook een nieuwe tempel gebouwd en regelmatig komen we nu ezels tegen die de dakpannen daarvoor aanvoeren. De boomstammen voor de rest van de tempel worden door sterke mannen hierheen gesjouwd. Over smalle richels balanceren ze, met een enorme vracht aan boomstammen op de schouder.
De uitzichten op de steile wanden aan de overkant en de besneeuwde pieken daarboven zijn erg indrukwekkend en regelmatig staan we even stil om rond te kijken. Rond de middag komen we in een dorpje, waar we wat eten en meteen daarna zijn we even het spoor bijster. Er wordt een betonnen pad aangelegd en hele stukken rots moeten daarvoor wijken. Waarschijnlijk zijn er met de werkzaamheden wat pijlen verdwenen, maar ons handen- en voeten- Chinees is intussen vloeiend, dus met de hulp van één van de werkmannen vinden we het juiste pad weer. De afgronden zijn hier steil en het pad smal, maar halverwege de middag zijn we toch bij het "Tea Horse Guesthouse", waar we willen overnachten. We kijken nog even in het dorpje rond en genieten van het 360 graden uitzicht op bergen, voor we eten en de bergen steeds roder zien worden bij een ondergaande zon.

Peter in de Tiger Leaping Gorge Yvonne in de Tiger Leaping Gorge

22-04-2008 Na een redelijk laat ontbijt klimmen we over de bosachtige helling, om de hoogste top te bereiken, die we over moeten. Wederom wordt de afgrond steeds dieper en het pad steeds smaller, soms nog maar amper 30 centimeter. Als we dan een bocht omgaan waar je recht een afgrond inkijkt van honderden meters, met boven de steile toppen waar we over moeten, besluiten we dat we dit toch liever aan de echte berggeiten over laten en we keren om. Gelukkig gaat naar beneden sneller dan naar boven en een dik half uur later staan we weer bij het guesthouse waar we vannacht een poging tot slapen gedaan hebben (poging helaas mislukt door dronken Chinezen).

> Door naar Shangri-La


Dit keer nemen we het pad naar beneden, naar het dal. We volgen de bulderende rivier nog een uurtje, tot we bij de parkeerplaats komen waar de Chinezen gedropt worden om de gorge te zien. Hier nemen we een taxi terug naar Margo's om de rugzakken op te halen en net als we op de bus staan te wachten blijkt er een minibusje nog 2 passagiers te zoeken naar Zhongdian. Laten we daar nou net toevallig heen willen!
Zhongdian is de laatste grote plaats voor Tibet en de Chinezen claimen dat deze stad in de autonome Tibettaanse regio Deqin HET beroemde Shangri-La is uit James Hiltons "Lost Horizon". Gezien dit boek fictie is vinden wij dit een hele bijzondere aanname, maar dat zijn India en Nepal vast niet met ons eens, want ook zijn claimen HET Shangri La in hun bergachtige gebieden te hebben.
Vanaf het moment dat het busje wegrijdt gaan we alsmaar bergopwaarts en dat moet ook wel, want we moeten nog zo'n 1300 meter stijgen. Zhongdian ligt namelijk op meer dan 3200 meter hoogte.
Huis nabij ZhongdianAls we een uur of wat later een hoge pas over zijn verandert het landschap ineens. We zijn op een hoogvlakte terechtgekomen met overal in de verte besneeuwde toppen en op de vlakte zelf staan grote huizen, zoals we nog nooit huizen gezien hebben, met daarnaast bizar hoge droogrekken voor graan en mais. Overal grazen yaks en lopen harige varkens en kleine paardjes. Regelmatig zien we aan de kant van de weg politiecontroles. We vermoeden dat die er zijn sinds de opstanden in Tibet en veel auto's worden aangehouden, maar wij mogen telkens doorrijden. Als we Zhongdian binnenrijden zien we ook hier ontzettend veel politie op straat en regelmatig rijdt een grote legertruck vol met Chinese groene mannetjes voorbij. Ze zijn niet wagenziek daar met z'n allen in die bakken hoor, maar hebben groene pakjes aangetrokken en showen met uitgestreken gezichten en allemaal in de houding hun enorme geweren. Behoorlijk intimiderend.
We nemen onze intrek in een echt hotel en omdat we op grote hoogte zitten en het 's nachts maar net boven nul is, zijn we blij met de verwarming en de elektrische deken. In de oude stad treffen we houten huizen in Tibettaanse stijl aan, met veel houtsnijwerk. Spiesjes Bakken in ZhongdianOveral zitten mensen om vuurtjes, waar vaak een pannetje of theepot op staat te pruttelen. Op het centrale plein schuiven we aan bij een Chinees stel, om de door een Tibettaanse dame geroosterde spiesjes met van alles en nog wat te proberen. De paddestoelen zijn favoriet.
We nemen nog een kijkje bij de tempel op de heuvel, middenin de wirwar van straatjes, om daarna in onze kamer op te warmen.

> Zhongdian en Omgeving


23-04-2008 Met één van de heren voor ons hotel, die zich als taxi-chauffeur aanbieden, maken we een afspraak om morgen in de omgeving rond te kijken, want openbaar vervoer is er hier nauwelijks. Daarna ontbijten we luxe en gaan we eens op de markt kijken. Songzanlin Klooster ZhongdianTibettaanse vrouwen, de één nog kleuriger gekleed dan de ander, verkopen groenten en fruit en bij de slager zien we soms wel heel bizarre koopwaar liggen.
Met de bus gaan we naar het Songzanlin klooster net buiten de stad, één van de grootste Tibettaanse kloosters buiten Tibet zelf. Eigenlijk is het een dorp op zich, waar honderden monniken wonen, die het tijdens de Culturele Revolutie verwoeste klooster herbouwen. Het geheel is tegen een helling gebouwd en bevat verschillende tempels en vele huizen. We struinen er de hele middag rond en maken kennis met een heel oude monnik en twee van zijn leerlingen. Van de oude man krijgen we elk een armbandje voor geluk en om de gebeden mee op te zeggen en we leren op z'n Tibettaans "tot ziens" te zeggen.

24-04-2008 Met enige moeite vinden we een plek waar voor 9 uur 's ochtends ontbijt geserveerd wordt. We kopen ook elk nog een paar handschoenen in de supermarkt en even na negenen rijden we Zhongdian uit. Weer zien we de bijzondere huizen in de omgeving, die kenmerkend zijn voor dit plateau en gemaakt worden door lagen aarde op elkaar te stampen in een houten frame. Samen een Huis BouwenTelkens komt er weer een laag bovenop, tot het huis hoog genoeg is. De muren hellen iets naar binnen over en bovenop liggen houten dakpannen.
Een half uur later zijn we bij de ingang van het natuurgebied, maar we slaan achterover van de entreeprijs. Meer dan 17 euro per persoon moeten we neertellen om bij het meer te komen. Als we ook nog willen paardrijden komt daar nog een fiks bedrag bij. Die overmaatse, nieuwe en glimmende hal die ze bezoekerscentrum noemen moet natuurlijk ergens van betaald worden. Wij vinden een wandeling of paardrit om een meer dit bedrag niet waard en proberen ons chauffeurtje over te halen naar een ander meer te rijden, niet zo ver hier vandaan. Uiteindelijk wil hij wel, maar voor een bedrag dat ons onwaarschijnlijk hoog lijkt; hij heeft z'n buit voor vandaag natuurlijk al binnen.
We rijden maar terug richting stad en bij één van de dorpjes die we op de heenweg al zagen stoppen we. We ontmoeten wat bewoners en bij een familie die hun huis aan het verbouwen zijn mogen we zelfs binnen kijken. De man des huizes maakt, net als veel mensen in de omgeving, prachtig versierde balken voor het huis. Hij bijtelt er de meest ingewikkelde patronen uit en alles wordt kleurrijk geschilderd.
We maken een korte stop in een eco-touristisch dorp, maar vinden het té gemaakt en stappen in het volgende "echte" dorp wel weer uit. We maken een praatje met een groep meiden en er komen steeds meer dames in kleurrijke klederdracht op het geluid af. Als de basisschool net uitgaat zijn we dé attraktie voor de schooljeugd, helemaal als we de fotocamera tevoorschijn halen. Dat je jezelf kunt terugzien op zo'n klein dingetje, daar hebben deze kinderen nog nooit van gehoord en sommigen zijn zo bang dat ze schrikachtig wegrennen, maar even later toch weer nieuwsgierig dichterbij komen. Met een groepje van 8 kinderen lopen we mee naar hun dorp, 2 kilometer verderop. Peter leert de jongens dat het veel stoerder is om je pet achterstevoren op te zetten, ongetwijfeld vanaf vandaag de nieuwste rage in het dorp.

Jongetjes aan het Worstelen Kinderen met wie we naar hun Huis zijn gelopen

Via een trapje, gemaakt van een boomstam, komen we in het dorp. Steeds bij een huis haken 1 of 2 kinderen af en uiteindelijk nemen we afscheid van de laatste 2, maar we zijn het dorpje nog niet weer door of de eersten komen alweer hun huis uit: het is weer tijd om terug naar school te lopen. Sommigen hebben hun broodje mee in de hand of zelfs wat snoep meegekregen en zo lopen we weer meer dan 20 minuten de andere kant op.
De meester loopt z'n kinders al tegemoet en met de paar woordjes Engels die hij spreekt kunnen we hem vragen of we even in z'n schooltje mogen rondkijken. Het mag! De kinderen die dichterbij wonen zijn allemaal alweer op het plein en we maken ook kennis met de andere leerkracht. De foto's van Yvonnes laatste klas worden zo enthousiast bekeken, door alle 38 tegelijk, dat we ze in een rij neerzetten, zodat iedereen wat kan zien als de foto's langskomen. Als het fotoboekje uit is staan ze nog zo stil en aandachtig dat Yvonne ze ook tot 10 leert tellen in het Engels, terwijl ze zelf de cijfers in het Chinees leert.
We kijken nog even binnen in het fonkelnieuwe gebouw, waarin boeken zoals gebruikelijk weer ontbreken, maar gelukkig wel gedacht is aan een elektrische schoolbel en een enorme breedbeeld-televisie. We maken nog een groepsfoto en nemen afscheid. Terug in Zhongdian regelen we alvast de buskaartjes voor morgen en 's avonds gaan we nog naar het dagelijkse dansen op het plein in de oude stad, iets dat van oudsher hier gedaan wordt.

> Over de Bergen naar Deqin


25-04-2008 Ruim op tijd zitten we in de bus naar Deqin, op de grens met Tibet, zodat we zeker twee zitplaatsen hebben en langzaam zien we de bus volstromen met afwisselend Chinezen en Westerse toeristen. Vandaag zien we meer toeristen bij elkaar Onderweg naar Deqindan in de afgelopen tijd opgeteld, maar het zal misschien komen omdat er slechts een paar bussen per dag die kant uit gaan. We maken kennis met Peter en Yvonne (echt waar!) en hun zoon Mark. De afgronden zijn weer afschuwelijk steil, helemaal zo zonder vangrail, maar de uitzichten zijn echt fenomenaal.
Na een uur komen we langs de eerste politiepost, maar meer dan even autoritair kijken gebeurt hier niet. Nog een uur later is het anders en wordt van alle toeristen het paspoort ingenomen en de gegevens daarvan worden genoteerd, alvorens iedereen z'n stickerboekje weer terugkrijgt.
Na een uur of 3 klimmen we uit een groene vallei steeds hoger de droge, kale hellingen op, om uiteindelijk zelfs boven de sneeuwgrens te komen. Luchtig Wonen op 4000 meter hoogteVerbazingwekkend genoeg wonen er hier op 4000 meter hoogte mensen in eenvoudige hutjes en zelfs in zelfgebouwde (plastic) tenten. We vragen ons af waarom de asfaltweg hier overgaat in van die oncomfortabele keien, maar op het antwoord moeten we nog een paar dagen wachten. Voorlopig trekken we de conclusie dat het zal zijn vanwege het puin en de brokstukken die regelmatig naar beneden komen en anders het asfalt beschadigen.
Als we ook de hoogste pas van 4210 meter over zijn dalen we nog een anderhalf uur tot we in Deqin aankomen, waar we een taxi nemen naar Feilai Si. Dit is een toeristendorpje met een aantal hotels, eetcafees en een prachtig uitzicht op de Meili Xue Shan, de Meili Sneeuwberg. Deze 6740 meter hoge top is heilig voor de Tibettanen die hier wonen, maar ook voor de Chinezen en zelfs de Thai.

> Meili Xue Shan


26-04-2008 Vanochtend stappen twee Peters, twee Yvonnes en één Mark (agossie ) in de auto bij een chauffeurtje dat ons vijven naar de voet van Meili brengt. Onderweg pikken we een monnik en een wel erg onwelriekend meneertje op, die anders het hele eind hadden moeten lopen. We zijn blij als we aan de geur van tenenkaas kunnen ontsnappen en kunnen beginnen aan een pittige klim van twee uur steil omhoog, naar het uitzichtpunt op 's werelds laagste gletsjer. Wij bovenaan de GletsjerHet is de moeite meer dan waard, want van boven hebben we een fantastisch zicht op het krakende ijs beneden, waar soms zelfs hele brokstukken van afbreken en neerstorten ergens daar beneden. Ook zien we aan de overkant een sneeuwwaterval, die aan één stuk verse sneeuw aanvoert. In de tempel aan het begin van de gletsjer ontmoeten we ook onze lift-monnik weer, die hier de nacht gaat doorbrengen. Verder zitten er drie kleurig uitgedoste vrouwtjes uit te puffen van een eind sjouwen met hun manden op de rug.
Na enig aarzelen volgen we de sportieve Limburgers nog een ander pad omhoog, zo mogelijk nog steiler. Bovenaan wacht een kleine tempel, gebouwd en bewoond door een nogal stevige monnik, die duidelijk even aan menselijk contact moet wennen.
Pas rond 18.30 uur zijn we weer beneden en nog maar net voor het donker zijn we de bochtige bergweg weer over naar ons hotel.

Stupa's in de Mist27-04-2008 Rond 10 uur vertrekken we vandaag terug naar Zhongdian, we delen een auto met Peter, Yvonne en Mark, zodat we regelmatig even kunnen stoppen om van een bepaald uitzicht wat langer te genieten en foto's te maken. Helaas zijn de weergoden, waar we hier in dit bergachtige gebied zo dichtbij zitten, ons niet erg gunstig gezind, want het is erg bewolkt en het regent zelfs. Door de laaghangende wolken komen we al snel in steeds dikkere flarden mist terecht, tot Yvonne het bovenaan de eerste heuvel niet meer ziet zitten en de auto uitrent.
We schuilen voor de regen in een huisje naast de weg, behalve door de bewoonster ook nog vergezeld door een buurvrouw en een aan het plafond te drogen hangend varken in twee delen. De mist lijkt steeds dikker te worden en even later zien we zelfs het huis aan de overkant van de weg niet meer. We wachten een hele tijd, gelukkig is het houtgestookte kacheltje lekker warm, maar halverwege de middag besluiten we toch dat het beter is terug te gaan naar Deqin. Stapvoets rijden we de 15 minuten weer terug naar het dal.

> Toch terug naar Zhongdian


28-04-2008 We slapen heerlijk in een fijn hotel, maar als we de volgende ochtend de gordijnen open schuiven blijkt het op de heuvels aan de overkant gesneeuwd te hebben en is het nog steeds erg mistig om ons heen. We twijfelen lang, zeker als soms het zonnetje lijkt door te breken en uiteindelijk kopen we kaartjes voor de bus van 12.00 uur. Op de valreep zien we nog een stoet kleurig geklede Tibettaanse Bruilofts StoetTibettanen voorbijlopen, onderweg naar een bruiloft en vergezeld door knallend vuurwerk dat alle kanten ujit wordt gegooid. We steken nog even onze neus om de hoek bij het feest, maar moeten dan echt gaan.
In de stromende regen rijden we Deqin uit, maar al snel gaat de regen over in natte sneeuw. Toch vinden we de sneeuw stukken beter dan de dichte mist van gisteren. We hebben echter te vroeg gejuigd, want drie bochten later hebben we natte sneeuw EN dichte mist. Gelukkig kunnen we de diepe afgronden waar we langsrijden nu in elk geval niet zien en ons chauffeurtje maakt een ervaren indruk en rijdt rustig.
Als we de 4210-meter pas beginnen te beklimmen wordt de sneeuw steeds hardnekkiger en regelmatig is de weg nu helemaal wit. We vrezen al voor de hoge stenen-weg, maar als die dan opduikt snappen we het eindelijk: Chinese ZOAB! De sneeuw verdwijnt in de kieren tussen de stenen en de weg blijft goed zichtbaar en biedt grip aan alles wat er over moet. Ineens snappen we hoe comfortabel deze oncomfortabele weg is.
Bus in de SneeuwDit is eng en mooi tegelijk, want op den duur rijden we door minstens 10 centimeter sneeuw. De hutjes en tenten zijn nauwelijks meer te zien en soms wordt het zelfs het ZOAB wat te veel en is het voor ons niet helemaal duidelijk waar de weg is en waar de rand. Gelukkig lijkt ons chauffeurtje dit wel te weten en ook al draaien we soms erg dicht langs de afgrond, het voelt allemaal redelijk betrouwbaar.
Beneden in het dal is het zicht even prima, maar het laatste bergachtige stuk hebben we weer te maken met vrij heftige mist, wat we persoonlijk toch de minste van alle weersomstandigheden vinden. Gelukkig gaat het al snel weer over in een flink pak sneeuw en al glibberend rijden we Zhongdian binnen, waar we onze intrek nemen in onze vertrouwde kamer mét verwarming.

29-04-2008 We keutelen hier een paar dagen wat aan, om daarna terug te reizen naar Kunming en vervolgens door te gaan naar Guilin en Yangshuo.

Klik op bovenstaande filmpjes om even bijna-live in Noord-Yunnan rond te kijken.

> Meer Info


Op onze China info pagina is veel nuttige informatie te vinden over China en neem ook eens een kijkje bij onze Noord Yunnan foto's.