Noord-West Thailand reisverslag
Dit reisverslag is onderdeel van een serie reisverhalen, allen gemaakt tijdens een lange reis van november 2007 tot mei 2009. |
> Regen in Chiang Mai
01-02-2008 Pijpestelen. PijpeNstelen. Nou ja, wat de nieuwste spelling ook is: het regent dat het giet. Het weer is als onze stemming, aangezien we afgelopen nacht geen oog dicht hebben gedaan. Blijkbaar ligt ons guesthouse pal aan de rand van een uitgaansgebied, zo één waar het hoe later hoe gezelliger wordt en daarbij dus ook lawaaiiger. We gaan dus eerst wat beters zoeken en als we dat gevonden hebben blijven we lekker droog binnen om aan de site te knutselen en een beetje bij te slapen.
Aan het eind van de middag shoppen we een paar nieuwe shirtjes in de Kad Suan Kaew Shopping Mall: 4 etages goeie merkkleding voor echt geen geld. In no time is de buit dan ook binnen en we zien het geweldig slagen van deze missie als een goed voorteken. We nemen daarom een tuktuk naar de Nightbazaar, op zoek naar een theelepeltje (zie Treelo-opdrachten). Te laat komen we erachter dat we ons geluk waarschijnlijk in de tuktuk hebben laten liggen, want ook na 2 uur rondspeuren... geen theelepeltjes. We eten een hapje en net als we "op huis aan" willen gaan zien we, helemaal achterin verstopt in een kraampje, toch nog wat theelepeltjes liggen. Wat een teleurstelling als we ze wat beter bekijken. Deze theelepeltjes overleven een beetje roeren in de thee waarschijnlijk niet eens, dus we zien toch maar van de aankoop af.
02-02-2008 Alsof hij nooit is weggeweest is 'ie daar weer: de zon. Buiten worden we meteen nogmaals verrast door een soort van bloemencorso-Thai-style. Praalwagens, met duizenden bloemen en enkele Thaise schonen versierd, rijden tussen fanfares en andere muziek-achtige acts in een lange rij door de stad. We kijken een tijdje, om daarna naar de twee mooiste tempels van de stad te gaan. De Wat Chedi Luang en de Wat Phra Singh staan beiden in de steigers, maar toch is er nog genoeg moois over om te bekijken. We sluiten de dag af in het National Museum, met op de terugweg nog een tussenstop bij de Wat Jet Yot en proberen daarna nog allerlei lekkers op de nightmarket.
> Wat Phra That Doi Suthep
03-02-2008 We verkassen weer eens, omdat de club naast onze kamer tot 5 uur vanochtend voor overlast heeft gezorgd. We hebben het nu wel gehad met Chiang Mai, een drukke, lawaaiige stad waarvan we niet begrijpen dat iedereen er altijd zo enthousiast over is. Wij worden hier in elk geval niet erg blij van en besluiten om morgenochtend verder te gaan naar rustiger oorden, naar Pai.
We trekken vandaag al even de stad uit, naar Doi Suthep, een nabijgelegen berg met een mooie tempel. De Thai hebben er menig ritueel dat ze allemaal even serieus uitvoeren. Zo wordt er al biddend om de stupa gelopen met een aantal prachtige bloemen tussen de handen geklemd. Ook kun je een biljet omwisselen voor muntjes van 1 Baht en in elke metalen schaal een muntje doneren, of met een grote soeplepel de brandende olielampjes bijvullen met olie. Bij een monnik in één van de bijgebouwen kun je, al schuifelend over je knieën, in de rij aanschuiven om een armbandje te krijgen "for a long life". Nou, wij gaan gewoon niet te vaak meer in de Thaise bus, dan krijgen we vast ook wel een long life. Nadien gaan we dus meteen maar treinkaartjes kopen voor de nachttrein naar Bangkok voor over 10 dagen, want willen we voor het eind van onze visa nog op zo'n fijn Thais eiland belanden, dan kunnen we hier in het noorden nog maximaal 10 dagen blijven.
Op de zondagsmarkt in de stad kijken we onze ogen uit. Tussen de vrachten souvenirs zoeken we druk naar een theelepeltje. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is er te koop, maar van theelepeltjes geen spoor. Na een lange speurtocht en wat vragen komt er bij een achteraf kraampje een doosje uit een zak met daarin... een theelepeltje...en een vork. Treelo heeft het vage vermoeden dat dit zijn enige en laatste kans is, dus na stevig afdingen eindigt het setje in onze rugzak.
> Pai
04-02-2008 Lichtjes groengekleurd en iets wankel op de benen zijn we wel, na de busrit van Chiang Mai naar Pai. We hebben ze in alle mogelijke vormen gehad, de bochten. Flauw, haarspeld, dalend of stijgend, tot complete loopings aan toe. Maar we zijn er, en wat een oase van rust is het hier.
We wandelen naar de dichtstbijzijnde heuvel in deze prachtige vallei, door hellingen met dichte jungle en bamboebos omringd, om de paar honderd trappen naar de Wat Mae Yen te beklimmen. Vanaf de tempel heb je een fantastisch zicht op Pai en de hele vallei. Als we wat verder rondkijken zien we op een bord een affiche en foto's voor een inzameling van warme kleding voor de mensen in een erg afgelegen en arm dorp. We hadden geen idee dat dit soort dorpen ook in Thailand nog bestaan, maar in de heuvels dichtbij de Birmese grens is de armoede nog lang de wereld niet uit.
We vragen een aanwezige monnik of onze hulp op prijs gesteld zou worden, maar het dorp is té afgelegen en lastig te bereiken voor ons. Wel is er een gebied, dichtbij Birma, waar mensen weinig hebben en de kinderen vaak niet naar school kunnen. De scholen zouden er ook nog eens zeer weinig materiaal hebben. Daar is zeker behoefte aan hulp. De rest van de middag besteden we aan het regelen van vervoer, verblijf en een lijst van wat we noodzakelijk achten om aan te schaffen. Dit alles doen we in overleg met een Australiër, tevens eigenaar van het guesthouse waar we gaan slapen, die op het laatste stukje verharde weg richting het dorp woont en van wie we bij toeval naam en telefoonnummer gekregen hebben. Tegen de avond hebben we, met wat aanwijzingen en hulp, eindelijk een winkel gevonden waar we leuke leesboeken en pennen, schriften en andere schoolbenodigdheden kunnen kopen. Na een rondje van Peter en Yvonne is de winkel uitverkocht in sommige produkten (voor grotere kinderen zijn er helaas maar 5 boeken die wij leuk genoeg vinden), maar iemand wijst ons dat er nog een soortgelijke winkel in het dorp is, dus we nemen ons voor die morgen z'n boeken nog afhandig te gaan maken. Nu eerst even bij een paar kraampjes van de nightmarket langs, we rammelen namelijk na deze bezige dag. We worden niet teleurgesteld, er zijn veel kleine, maar o zo heerlijke hapjes te vinden hier. Enigszins verbaasd zijn we over het grote aantal burka's en zwarte hoofddoeken hier op straat en achter het pannenkoekenkraampje staat wel een heel bijzonder echtpaar met hun baby. (zie foto) Ook zie je overal Lisu-vrouwen uit de omringende dorpjes, in hun kleurige klederdracht van badstof.
05-02-2008 Na eindelijk weer eens een nachtje rustig slapen in een goed en enorm bed gaan we eerst naar de andere schoolbenodigdhedenwinkel. We vinden er leuke boeken voor iets oudere kinderen en ontzettend leuke posters met bijvoorbeeld het Engelse alfabet met plaatjes en Thaise letters ernaast, klokkijken voor beginners en gevorderden en nog veel meer. We kopen er nog wat ophangmateriaal bij en vinden dat Treelo dan zijn hand maar weer eens op de knip moet houden.
Op de brommer verkennen we de omgeving met zijn Lisu en Kuomintang dorpjes en zo rond de middag duikelen we ons lunchpakket op uit de tas, al zittend aan een waterval. We slaan hier eens een weg in en daar een zandpad, tot we uiteindelijk niet verder kunnen op onze tweewielers en lopend gaan we door. We volgen een stroompje dat we regelmatig moeten doorwaden naar de andere kant en de begroeiing wordt steeds dichter. Regelmatig zien we enorme bomen, of hele bijzondere met takken in de vorm van wokkels. Omdat we vergeten zijn broodkruimeltjes te strooien gaan we niet al te ver en een uur later gaan we al zoevend door het goudkleurige het-is-al-erg-laat-in-de-middag-licht terug naar ons guesthouse.
> Het Uiterste Noord-Westen van Thailand
06-02-2008 Thailand is Azië is Thailand en spullen komen altijd wel van A naar B. Tot nu toe hebben we ons dus ook geen zorgen gemaakt over het feit dat we naast 2 volle dagrugzakken en 2 (nog vollere) backpacks ook 2 dozen met schoolboeken en ander materiaal én een koker met posters te vervoeren hebben. We willen ons daar bij het uitchecken net druk over gaan maken als de dozen al achterop de motor van de eigenaar staan en hij ze alvast voor ons naar het busstation brengt. Dát is dus Thailand en daarom zijn we er inmiddels best wel een beetje verliefd op geworden.
Ook Thailand: een mannetje op het station vertelt ons met een stalen gezicht dat we niet met de bus kunnen, want het is vandaag Chinees nieuwjaar en als we hem moeten geloven komt half China uit Chiang Mai deze kant op met de bus. Geen plek meer voor ons dus, maar gelukkig heeft hij nou net de beschikking over een minibus en vraagt hij ons slechts 6 keer het bus-bedrag om daarin mee te mogen. Nou... wij kennen Thailand inmiddels een beetje en Thailand kent ons, dus Yvonne stelt dat die Chinezen zo klein zijn dat ze best bij haar op schoot kunnen zitten en wij wachten rustig even af op dat ene plekje dat er vast nog wel voor ons in de bus zal zijn.
Gelukkig is er zelfs nog een zitplek (geen Chinees te bekennen uiteraard) en dat is wel zo relaxt met al die bochtige bergwegen hier.
Als we anderhalf uur later in Soppong uitstappen wordt ons vervoersprobleem van de laatste 9 bus- en songthaew-loze kilometers vrijwel meteen opgelost. Een mannetje en zijn kameraad bieden ons hun motorbike-taxi aan. Peter twijfelt ernstig, gezien zijn eerdere motorervaringen in bergachtig gebied, maar Yvonne ziet het wel zitten. Beiden vragen we ons wel af hoe 4 mensen, 2 volle dagrugzakken, 2 (nog vollere) backpacks, 2 dozen met schoolboeken en ander materiaal én een koker met posters op 2 bijna uit elkaar vallende motortjes moeten passen. De Thaise mannetjes zien blijkbaar geen enkel probleem en na ons uitgebreide "slowly, slowly" in combinatie met bijpassende gebarentaal en wat passen en meten lukt het inderdaad. Op wat gaten en een enkele steile helling na is de weg best okee en we genieten van de fantastische karstlandschappen om ons heen.
Ons guesthouse ligt op één van die geweldige plekken en ons onderkomen voor de komende paar dagen is één van de bamboehuisjes op het terrein, met uitzicht op de omringende bossen en het riviertje iets lager. Pal in onze achtertuin schurken buffels tegen bomen en lopen koeien te grazen, terwijl lokale kinderen met zand en water spelen aan het stroompje. De eigenaar lost meteen ons andere vervoerprobleempje op, want hij gaat morgen toevallig met zijn 4WD juist naar het dorp waar "onze" school staat. Of we willen meerijden?! Nou, graag!
De rest van de middag verkennen we de omgeving (natuur zover je kunt kijken), helpt Peter een lokaal vrouwtje bananenbloemen uit de boom te snijden en zien we een auto, die middenin de rivier is komen vast te zitten, eruit getrokken worden.
07-02-2008 Flarden mist hangen nog tussen de heuvels als we achterin de bak over een soms wel erg hobbelige weg stuiteren. Na het passeren van een tijdelijke brug over de rivier gaan we minutenlang steil omhoog. Als we over het hoogste punt rijden zien we Ban Muang Phaem daar ver beneden ons al liggen wachten. Even later stappen we voor de school uit en wordt door de 3 juffen de hoofdmeester erbij geroepen, die klaarblijkelijk op het schoolterrein zijn eigen huis heeft. We overhandigen onze spullen officiëel aan hem, maar als de dozen even later zijn neergezet duiken 2 van de juffen, onder toeziend oog van enkele kinderen, er meteen in. Vooral de leuke leesboeken vallen goed in de smaak. We zijn welkom om te kijken in en om de school en zo zien we even later de openingsceremonie van de dag, waarbij de vlag wordt gehesen, het volkslied gezongen en verschillende liedjes en dansjes gedaan worden. Tijdens de hele ceremonie, die toch al gauw 20 minuten duurt (en dat is exclusief de té lange toespraak van de hoofdmeester) staan de kinderen keurig in de houding in nette rijen.
Iedereen weet precies wanneer wat te doen en de leerkrachten hoeven geen enkel kind aan te sporen of maar iets te doen. Wij zijn onder de indruk! Aan het eind vraagt de hoofdmeester, zoals hij elke dag doet, of alle kinderen hun tanden wel goed gepoetst hebben en bij de allerjongsten kijkt hij zelfs in de mond of het schoon is. Eén jongetje roept al dat hij het vergeten is en rent meteen naar zijn beker en borstel om het hier alsnog te gaan doen. Ook een paar van de grotere kinderen staan even later te schrobben. Alle 65 hebben ze hier op school een tandenborstel, want de tandarts komt maar eens in de 2 jaar langs.
Toevallig is het vandaag sportdag, dus terwijl de kinderen sporten laat de enorm enthousiaste hoofdmeester ons de school van binnen zien. Hij is duidelijk erg trots op wat hij hier allemaal doet, wat hij bij eerdere giften gekregen heeft en waarvoor de school zich allemaal inzet. In gebrekkig Engels vertelt hij dat de school een belangrijke functie heeft in het dorp en hij alle vergaderingen en aktiviteiten regelt.
Na de ronde door school nemen we afscheid en is het een pittige wandeling terug naar het guesthouse. Eerst komen we nog door het dorpje waar de vrouwen ons dolgraag een paar erg knap geweven sjaaltjes verkopen. Pas tegen het eind van de middag komen we weer in de Cave Lodge aan en we zijn blij als we 's avonds ons bedje ruiken.
> Black Lahu en Lisu
08-02-2008 Na een snelle verplaatsing van 9 kilometer naar het marktplaatsje Soppong, iets dichter bij de bewoonde wereld en op een handigere plek voor de twee dorpjes die we vandaag graag zien, willen we eerst naar Black-Lahu dorp Ban Bo Krai. De Lahu zijn een Tibettaans volk dat in bergachtig Noord-Thailand woont. Het is 1 uur 's middags en dus kunnen we nog net de bus van 12 uur halen, die ons in een kwartier en via een extreem steile weg naar het juiste bospad brengt. We volgen het pad, lopend, door een geweldig mooi berglandschap, tot we aan de van symbolen voorziene bamboeslingers boven de weg zien dat we een dorp naderen waar de inwoners nog altijd animist zijn. We zijn er! De mensen moeten even aan onze witte neuzen wennen, maar soms wordt er voorzichtig gegroet. Midden in het dorp zien we een klein winkeltje, bij een Lahu-omaatje thuis. We kopen wat te drinken en als we op het bankje voor haar huis neerploffen komen de door opa gesmeedde, zilveren armbanden uit de doos.
We wandelen nog wat door het dorp en kijken in het kleine schooltje rond. Terug bij de hoofdweg zien we alleen verkeer in de andere richting, maar volgens een verkoopster van groenten komt de bus over een kwartier. Da's echt mazzel, want er rijden er maar 5 op een dag. We gaan net in de schaduw zitten wachten als er toch een auto onze kant op gaat en we mogen meerijden. We hebben een zee van ruimte achterin de bak, heel wat anders dan in de volgepakte bus op de heenweg.
Na een korte pauze terug in Soppong lopen we naar Ban Nong Tong, een Lisu-dorp in de omgeving. De Lisu zijn net als de Lahu en de Akha van oorsprong Tibettanen. Na een korte, maar steile klim zien we hun kleurige klederdracht tussen de huizen. Ook horen we muziek en zien we mensen dansen, want het Chinese en dus ook Lisu nieuwjaar wordt gevierd. Dit feest duurt 3 dagen en alle inwoners dragen hun allermooiste kleren. We zien dan ook geweldig uitgedoste mensen ronddansen op het erf van de hoofdman. Al gauw wordt ons eten en drinken aangeboden. Helaas zijn de oliebollen al op, maar wat we nu krijgen is ook lekker en even later staan we zelfs mee te hupsen met deze bijzondere mensen. We bakken er niet veel van, maar ach... als je maar lol hebt. Tegen de schemering gaan we na weer een vermoeiende dag terug naar onze bungalow.
> Door naar Mae Hong Son
09-02-2008 We nemen afscheid van onze kakelende gastvrouw, die te veel stem en te weinig oren gekregen heeft, en hoeven alleen de weg over te steken naar de busstop. Tegen de tijd dat we ons gaan afvragen of de bus vandaag te laat komt i.v.m. nog niet vol, of dat hij te laat komt door overvol, of dat hij niet komt door een mankement zien we het oranje monster in de verte naderen. We zetten ons schrap voor onze beruchte tactiek: Yvonne duikt de bus in met de lichte bagage om 2 goeie plekjes te bemachtigen en Peter tilt de zware bagage de bus in om daarna zijn reeds geconfisceerde stoel op te eisen. Het werkt weer en zo hebben we de laatste 2 zitplaatsen naast elkaar.
Het landschap naar Mae Hong Son is spectaculair en dus de weg er doorheen ook. Al gauw beginnen mensen weer wit weg te trekken en het wordt steeds stiller, maar de bus is echt veel te vol om kotszakjes uit te delen. Gelukkig houdt iedereen zich redelijk goed tot het busstation, waar een jongetje van een jaar of 8 de bus uitstrompelt om precies voor de deur alsnog over z'n nek te gaan.
10-02-2008 We bekijken de belangrijkste bezienswaardigheden van Mae Hong Son en aangezien die uit maar liefst 2 tempels en een overbevolkte visvijver bestaan hebben we nog tijd over om te relaxen ook.
> Grensgebied met Birma
11-02-2008 Na het zien van de lokale wegen vanuit de bus hierheen hebben we lang getwijfeld, maar we trekken vandaag toch weer op motortjes er op uit. In het gebied dat we willen zien is erg weinig verkeer en een bus gaat er al helemaal niet heen, dus is dit de enige manier om er te komen. De eerste kilometers zijn alleen wat heuvelachtig, maar uiteindelijk gaan we steil en bochtig omhoog. Als de bochten nóg krapper en de weg die ze met elkaar verbindt nog steiler wordt, is het erg lastig om verder te gaan. Peter is z'n valpartij ook nog niet vergeten en dus parkeren we ons roze hello-kitty-model en de saaie, blauwe jongens-bak in de berm. Al lopend inspecteren we nog even de komende bochten en hellingen, maar we besluiten dat het beter is terug te gaan... tot... er net een 4WD de bocht om komt. We steken onze duim in de lucht en na nog wat gebarentaal en wijzen op de kaart mogen we in de bak. We belanden tussen de gasflessen, zakken witte verf in poedervorm en jerrycans benzine, tot we een kilometer of 5 verder stoppen bij wegwerkzaamheden, om alles uit te laden. Tot onze verbazing brengt onze chauffeur ons daarna met een lege bak ook de laatste 10 kilometer tot onze gewenste bestemming. Geld dat we hem aanbieden wil hij niet hebben en snel keert hij om, terug naar waar hij vandaan kwam.
We zijn beland in het laatste dorp aan de bergweg die we volgden en pal voor de grens met Birma/Myanmar. Letterlijk vertaald betekent Ban Rak Thai: dorp dat van Thailand houdt. Dat is de naam die de Kuomintang er meer dan 30 jaar geleden aan gegeven hebben, toen ze zich hier vestigden. De geschiedenis van dit gebied is er één, net als rond Mae Salong, van veel onrust, hevige gevechten en opiumverbouw en -misbruik. Nu de rust is wedergekeerd kun je met meneer Jatta, op en top Chinees, met de muilezel naar de grenspost op "tour". Als we van zijn vrouw de heerlijkste soorten Chinese thee hebben gehad, en hij zelf zijn muilezels gevangen heeft, vertrekken we. We zijn verbaasd dat de grens wel wordt aangegeven met een bord, een wachthuisje (onbemand?!) en een hek met een poortje, maar dat je 100 meter verderop Myanmar zo kunt binnenwandelen.
Wij vervolgen het pad op onze lastdieren tot de top van de heuvel, waar we het Kuomintang/Thaise legerkamp dat de grens bewaakt binnengaan. Eerst denken we nog dat het voor toeristen is opgezet. Je kunt toch niet doodleuk het hek openmaken en een legerkamp binnenwandelen, ook al ben je dan dé meneer Jatta uit het dorp-dat-van-Thailand-houdt himself. Maar het blijkt echt de grensbewaking te zijn. Enkele jongens in legeruniform zitten hier de hele dag een beetje te roken (waarschijnlijk de peuken die meneer Jatta regelmatig voor ze meeneemt) en staren af en toe richting het Birmese kamp op de top van de volgende heuvel. Soms zwaaien ze even naar het Shan-kamp (Thaise groepering) op de heuvel aan de andere kant, die op hun beurt ook weer naar Birma staren. Wat een vreemde plek is dit. Zij houden Birma in de gaten en Birma kijkt op zijn beurt terug. Maar niemand doet daadwerkelijk wat. In het kamp zijn, naast een hut om te slapen, één om te koken en één met kaarten van de omgeving, de loopgraven te zien, die destijds gebruikt zijn door de Kuomintang om zichzelf te verdedigen.
Terug bij mama Jatta eten we nog wat en daarna kunnen we vrij snel met een songthaew, die beneden schoolkinderen gaat ophalen, mee terug naar onze motortjes. In een uurtje of wat rijden we terug naar Mae Hong Son.
> Helemaal Terug naar Bangkok
12-02-2008 Het is geen straf dat we vandaag dezelfde weg teruggaan die we een aantal dagen gelkeden gekomen zijn. In 4 uur tijd zien we tussen Mae Hong Son en Pai weer de meest adembenemende uitzichten ons raampje passeren.
13-02-2008 Rest ons vandaag nog de rit terug naar Chiang Mai, waar we om 3 uur 's middags met de nachttrein naar Bangkok vertrekken, een rit van bijna 16 uur.
Klik op bovenstaande filmpjes om even bijna-live op het bloemencorso in Chiang Mai en bij het Lisu Nieuwjaarsfeest rond te kijken.
Bonusmateriaal voor de echte fans: Yvonne vond de gouden snaai, Harry Potter lezers wel bekend, op de Doi Kong Mu in Mae Hong Son. Helaas moeten we jullie teleurstellen met het nieuws dat de snaai in werkelijkheid niet goudkleurig, maar bruin is. Wat een jokkebrok, die J.K. Rowling.> Meer Info
Op onze Thailand info pagina is veel nuttige informatie te vinden over Thailand en neem ook eens een kijkje bij onze Noord-West 1 foto's en Noord-West 2 foto's.