MAGICPHOTOWORLD.COM

China Reisverslag Guanxi en Guizhou

Dit reisverslag is onderdeel van een serie reisverhalen, allen gemaakt tijdens een lange reis van november 2007 tot mei 2009.

> Yangshuo


04-05-2008 In onze reisgids wordt het omschreven als een relaxte backpackersplaats en dus kregen we bij voorbaat al enigszins de kriebels. Gedurende de 18-uur durende treinreis erheen konden we de wietgeur en ongewassen kleding van knoopharige andere reizigers bijna al ruiken en de dozijnen verkopers hun, zoals altijd weer bijzonder unieke, koopwaar onder onze neus zien steken. De bus van treinstation Guilin naar eindbestemming Yangshuo rijdt echter dusdanig pittig door dat we eerst alleen al blij zijn te mogen uitstappen. We vroegen ons al eens af waarvoor die paaltjes op de doorgetrokken middenstreep bedoeld waren, maar we begrijpen het nu helemaal. Die zijn om te zien waar je die, net iets minder hard rijdende, voorganger kunt inhalen en dit doe je dan op de andere weghelft, aan de linkerkant van genoemde paaltjes en liefst vlak voor een bocht, of aan de rechterkant over de vluchtstrook. Karstbergen bij Guilin in de mistSprake van onderuithangen en genieten van de Karstbergen, die ons aan alle kanten lijken te omringen, is er dus niet, maar veel kunnen we daar toch niet van zien in de stromende regen, die inmiddels uit de loodgrijze hemel valt.
Inderdaad zien we, zodra onze hartslagen weer op normaal peil zijn, dat we terecht zijn gekomen in een weinig zeggend plaatsje, vol marktkraampjes met onzinnige souvenirs. Overal zien we prachtig groene Karstheuvels de stad omringen, maar helaas zijn er te veel nieuwe flatjes voor gebouwd om het een echt mooi uitzicht te noemen.

05-05-2008 Vanochtend voelen we ons alweer een beetje meer thuis, het is namelijk oud-Hollands weer: het plenst! Tegen de middag wordt het droog en we maken daar meteen gebruik van. Op de fiets verlaten we de stad en we rijden tussen de bizar gevormde heuvels, in het verder platte landschap, door. Het weer blijft verder grijs en we hoeven ons niet af te vragen hoe de omgeving hier zo groen komt. Gelukkig wordt het landschap opgevrolijkt door de kermisachtige ingangen van de natuurlijke attracties, waar de Chinese toeristen zelf zo verzot op zijn. Een metershoge vlinder prijkt op de wand van een rotsachtige Karstformatie bij de Butterfly Spring en de felgekleurde stoeltjes op de bamboevlotten, waarmee je via een kunstmatig aangelegde stroomversnelling de rivier kunt afvaren, fleuren de hele rivier op. Om te zorgen dat het niet te stil wordt temidden van al die natuur, zorgen de vele touringcars vol toeristen-in-eigen-land voor wat achtergrondgeluid.
We beklimmen Moonhill, één van de meest bizarre heuvels, met een groot rond gat in het midden en fietsen nog wat door de omgeving. Als het verharde pad uiteindelijk ophoudt en overgaat in een zandweg, die door alle neerslag inmiddels blubberweg is geworden, werkt dat niet echt sfeerverhogend en fietsen we terug. Na een dag Yangshuo concluderen we dat dit het niet echt is voor ons en morgen doen we nog een andere plaats in de omgeving aan, voor we verder gaan naar de rijstterrassen even verder naar het Noorden.

> Naar Xingping


Landschap bij Xingping, nabij Yangshuo06-05-2008 Door de grijze ochtendnevel en wederom in de stromende regen rijden we in een half uur met de bus naar Xingping. Als we er bijna zijn wordt het toch droog en neemt het aantal vreemdgevormde Karstbergen toe, een mooi gezicht met al die mistslierten er tussen. We zoeken een slaapplek waar we onze tassen achterlaten en lopen zo de prachtige natuur aan de Li-rivier in.
Het kost enige moeite ons een weg te banen door het eerste kilometer pad, dat bevolkt wordt door Chinezen die slechts twee woorden lijken te kennen: "hello... bemboe?" Onderwijl wijzen ze driftig op de bamboevlotjes die zij rivierwaardig vinden, maar die naar ons idee nauwelijks tegen de sterke stroming in komen. Na een keer of 10 hebben wij ons de bijzondere dorpsgroet ook eigen gemaakt en dan zijn wij ook niet de beroerdste om "hello bemboe" terug te roepen. Altijd weer gezellig met die Chinezen. Toch zijn we blij als het rustiger wordt en we volgen het blubberpad een heel eind langs mistige bergen, kleine dorpjes en akkers vol gewassen in alle groentinten die je maar kunt voorstellen.
Als we laat in de middag terug zijn in Xingping kijken we nog even in het dorp rond, maar het oude deel is beperkt en het nieuwe niet erg interessant.

> Door naar Ping An


07-05-2008 Als we weer naar Yangshuo terug rijden zien we zo af en toe een waterig zonnetje. We maken een korte tussenstop voor ontbijt, noodzakelijke inkopen en een bezoek aan de pin en gaan dan weer verder naar Guilin. Als we wat rondlopen, op zoek naar de bus naar Longsheng, worden we, zoals dat al zo vaak gebeurde in China, aangesproken door verschillende mensen die allemaal wel weten waar wij heen gaan en ons de juiste bus willen wijzen. Uiteraard horen ze bij de bus van de bestemming die ze roepen, óf krijgen ze een kleine provisie van de chauffeur als ze klanten aanleveren.
Als er een "Longsheng"-roepend mevrouwtje verschijnt beamen we dat we daarheen gaan en moeten we haar volgen. We worden wat argwanend als haar man ook meeloopt en we het station verlaten. Ze zien ons twijfelen, maar overtuigen ons ervan dat de bus naar Longsheng echt verderop vertrekt. Aangezien onze reisgids niet duidelijk zegt waar de bus vertrekt, we niemand kunnen vragen omdat er geen Engels wordt gesproken en we ook de tekens niet kunnen lezen, besluiten we even te kijken waar dit uitstapje toe leidt.
We lopen een minuut of 10 naar een halte, waar vrijwel meteen een bus voor ons wordt aanhouden. We stappen in, gevolgd door de man en vrouw, en zien dat dit duidelijk niet de buskaart-verkopers zijn, want die zit er al in. Ze vragen ons echter toch om "money", het enige woord dat ze lijken te kennen. We maken duidelijk dat we willen weten hoeveel we moeten betalen en dat we dan ook eerst een kaartje willen. Yvonne in de Bus naar Ping AnEen vaag kaartje wordt afgescheurd van een blokje, maar zonder enig bedrag. Nu vertrouwen we het helemaal niet meer en we zeggen dat we bij de vrouw betalen die al in de bus zat, zo één die er altijd meerijdt voor de betaling en waarschijnlijk de vrouw van de chauffeur is. Dat is blijkbaar niet volgens de planning van het echtpaar, want bozig wordt er weer om money geroepen. 30 Yuan per persoon willen ze. Wij houden vol en maken geen enkele aanstalten ook maar 1 Yuan te pakken. De buschauffeur, die ze eerst al liever niet de bus in liet, begint nu ook te mopperen en als wij ook nog "bye bye" roepen stapt het corrupte stel toch maar uit. Vijf minuten later komt, zoals altijd en alsof er niks gebeurd is, de kaartverkoop-dame bij onze stoel staan. 36 Yuan moeten we betalen, maar wel voor 2 kaartjes samen!
In Longsheng stappen we voor de derde keer over en in ruim een uur rijden we, over een steeds bochtigere, smallere en steilere weg naar Ping An, bekend om zijn fantastische rijstterrassen.

> Rijstterrassen van Ping An


Mist boven de Rijstterrassen van Ping An08-05-2008 Vanuit onze kamer hebben we uitzicht op een deel van de rijstterrassen, maar we gaan het toch allemaal even van dichtbij inspecteren. Als we omhoog lopen naar steeds betere uitzichtpunten zien we de nevel vanuit het dal omhoog trekken. Soms gaat dit met enorme snelheden en verdwijnt een deel van het weidse uitzicht helemaal, om even later weer te voorschijn te komen. Dit is toch wel één van de mooiste gezichten van China die we tot nu toe gezien hebben.
Als we hoog over een smal pad lopen komen 7 Yao-dames in kleurrijke klederdracht de bocht om. Tegen een kleine vergoeding willen ze ons hun lange haar wel even showen. Het haar van alle Yao-vrouwen in deze streek is extreem lang, zo lang zelfs dat 't het Guiness Book of Records ook al was opgevallen. Hun haar, en één of enkele ooit afgeknipte delen, zit meestal om hun hoofd gewonden met een zelfgeborduurde doek eromheen.
Na deze haar-modeshow lopen we verder naar een uitzichtpunt met een naam als "9 Dragons and 5 Tigers" of zoiets. Chinezen denken altijd overal wat in te zien en het zijn altijd hemellichamen of dieren. Wij nuchtere Nederlanders besluiten de Dragons en Yao Dame met errug lang HaarTigers maar om te dopen in de "13 Guesthouses and 2 Cafés", want die herkennen we nog wel daar beneden. Bij het uitzichtpunt zien we opnieuw een in felroze kleding gehulde dame, die ons haar prachtige, extreem lange haar wil laten zien.
Na het afscheid komen we al snel nog meer Yao-vrouwen tegen, die allemaal verrassend goed Engels spreken (nou, dan weet je het meestal wel, hoe authentiek het allemaal is in het dorp) en op een drammerige, vervelende manier worden we "gevraagd" in hun dorp Zhongliu te komen lunchen. We bedanken, maar dit komt bepaald niet over en er is een hele reeks aan botte afscheids-vormen voor nodig om uiteindelijk aan deze vrouwen te ontsnappen. Helaas komen we de volgende 2 uur, op weg naar Zhongliu, telkens weer dames tegen met dezelfde missie en dezelfde vasthoudendheid. We moeten echter door dit dorp om naar de terrassen aan de andere kant te komen, maar lunchen doen we hier nu zeker niet meer.
Boertje met zijn BuffelAan deze kant zijn veel boeren druk aan het werk op de rijstvelden. Er wordt geploegd, dijkjes worden gemaakt, water op de akkers gezet en rijst ingezaaid. Dit is helaas iets minder romantisch dan het klinkt en eruit ziet: werkelijk alles zit onder de blubber, sommige boeren en buffels staan er zelfs tot de knieën in en de paden zijn glad en modderig. De wandeling duurt een paar uurtjes langer dan gepland en als we aan de andere kant naar beneden komen hebben we dan ook niet veel energie meer over om de dorpjes hier te bekijken. Met de bus kunnen we een heel eind terug richting ons guesthouse, maar het laatste half uur lopen we nog weer steil bergopwaarts.

> Het Land van de Dong


09-05-2008 Naarmate we verder bij Ping An en Longsheng vandaan rijden en dichterbij onze bestemming Sanjiang komen begint het steeds harder te regenen. Af en toe gaat de regen zelfs over in een heuse wolkbreuk. Ook als we aankomen regent het stevig door en na een aantal budgethotels gezien en afgekeurd te hebben besluiten we onszelf te trakteren op een nachtje in een luxe hotel. We weten af te dingen tot 15 euro, dus de financiële schade blijft zeer beperkt, maar de in apenpakjes gehesen meisjes buigen er niet minder om.

10-05-2008 Vandaag laat de zon zich weer zien en we nemen de bus naar Chengyang, een Dong-dorpje met een grote en erg mooie Fengyu Qiao, ofwel een wind-en-regen brug. Bij een gloednieuw entreehuisje mogen we eerst elk 30 yuan aftikken, voor we bij het oversteken van de bijzondere, houten brug belaagd worden door vrouwtjes die souvenirs willen verkopen. Dit is toch een regelmatig terugkerende bron van ergernis in China: nieuwe entreehuisjes waar je geacht wordt voor het domste ding een fikse prijs te betalen, om vervolgens de handtastelijke verkoopsters van je af te moeten slaan, waarna je in een soort van circus terecht komt waar de minority van de omgeving een dansje opvoeren. De Chinese toeristen vinden het allemaal prachtig. Ze laten zich er van alle kanten bij op de foto zetten en kopen massa's souvenirs, maar wij zijn er iets minder van gecharmeerd. Doe ons maar de dorpjes waar niemand danst of in kleurrijke klederdracht loopt die eigenlijk voor feestdagen bestemd is, maar waar gewoon wordt gekaart, gerookt of op het land gewerkt.
Jongetje aan het spelen in ChengyangGelukkig zijn dergelijke dorpjes in de omgeving van Chengyang nog voldoende te vinden (voor zo lang als het duurt) en we kijken rond in enkele ervan die op loopafstand liggen. De Dong dragen blauwe jasjes en zwarte broeken, hoewel velen hun traditionele kleding hebben ingeruild voor een shirt en spijkerbroek. Ze wonen in zelfgebouwde huizen van donker hout en hebben een ingenieus systeem van waterraderen en aquaducten gebouwd van bamboe, om hun rijstvelden van water te voorzien. In elk dorp is een tamboerstoren waar vroeger de trom aangaf als er vijanden in aantocht waren, maar waar tegenwoordig oude mannetjes zitten te praten, te kaarten of Mahjong te spelen. Datzelfde gebeurt ook in de vele wind-en-regen bruggen, die gebouwd zijn zonder ook maar een enkele spijker te gebruiken.

> Zhaoxing


11-05-2008 Onze informatie over welk van de twee busstations de juiste is voor de bus naar Zhaoxing blijkt niet te kloppen en we lopen nog een kilometer of wat extra naar het andere station. De eerstvolgende bus gaat helaas pas over 3 uur, dus als we de kaartjes gekocht hebben gaan we nog even internetten.
Rond 11 uur halen we onze spullen uit de luggage-storage en zoeken een plaatsje in de bus. Konden we tot nu toe altijd de één of enkele Chinese rokers nog overtuigen hun peuk uit te doen als we er last van hadden, nu staat de bus al blauw, want bijna iedereen aan boord lijkt te roken. We hebben dus geen illusies daar ook maar iets aan te kunnen doen en schuiven ons raampje wat verder open.
Welke Weg?!We rijden Sanjiang uit en passeren bergen met oneindig veel theeplantages en rijstterrassen, die we al heen en weer schuddend door een blauwe walm van sigarettenrook gadeslaan. Na een uur of twee houdt de weg ineens op te bestaan en belanden we in dikke bagger met rode modder, graafmachines en vrachtwagens. De bus ploegt er dapper doorheen, hoewel we soms spectaculair heen en weer klotsen en denken dat het ding het nu echt begeeft. Een half uur later zijn de werkzaamheden voorbij, maar asfalt zien we niet meer, tot aan de afslag ongeveer anderhalf uur voor Zhaoxing. We passeren dorpjes van de Dong-minderheid met geweldige wind-en-regen bruggen en tamboerstorens, waar de vrouwen in klederdracht inkopen doen op de markt. Soms stoppen we om kippen of kuikens in te laden en als de verveling tijdens deze lange busrit bijna dreigt toe te slaan worden we weer wakker van een spetterende ruzie om een zitplaats. Bemoeit in Nederland het bejaarde deel van de bus zich met dit soort akkefietjes, hier gaat de hele bus er vol op in en ruim een half uur wordt er gediscussieerd over wie er recht heeft op de zitplaats. Uiteindelijk moeten beide vechtersbazen er alweer uit voor de beslissing is gevallen.
Onderweg naar ZhaoxingWij rijden een groene helling met nog meer Dong-nederzettingen, temidden van mooie rijstterrssen, naar beneden, naar Zhaoxing, dat we in de diepte al zien liggen. Helaas is de luxe slaapgelegenheid al vol en belanden we weer eens in een houten slaapkeet, wel met een erg mooie kamer, maar ook met alle geluiden van de buren en onderburen. Dat mag de pret echter niet drukken, want het is een geweldig leuk dorp, waar de bewoners hetzelfde doen als ze al eeuwen doen en met maar liefst 5 tamboerstorens en minstens even veel overdekte bruggen. Koeien lopen met of zonder begeleidende hoeder door de straten en de boeren komen volgepakt van het land naar beneden.

12-05-2008 Met de bus gaan we een heel eind de berg weer omhoog, om al wandelend en via enkele leuke dorpjes terug te lopen naar Zhaoxing. In al deze dorpjes worden verschillende nieuwe, houten huizen gebouwd. Heel precies wordt alles met de hand op Nieuwsgierige Bouwvakkersmaat gemaakt en in elkaar gepast. De bouwers zijn erg nieuwsgierig en verschillenden bekijken onze foto's. Wederom wordt Peter opgemeten om te zien hoe lang hij wel is.
Op de rijstvelden zijn de boeren aan het werk om alles op tijd klaar te krijgen en in veel van de vakken staat al water. We steken verschillende stroompjes over en genieten van het stralende weer en de vele bloemen en vlinders.

13-05-2008 Tussen de paardenkarren, handkarren, koeien en boeren met manden, takken en stro op de rug begeven we ons op de hoofdweg richting de noordelijke poort van het dorp. We gaan naar Jitang, een dorpje waar helaas geen bus naartoe gaat, maar dat wel weer bovenop een berg ligt. Dat betekent klimmen, en steil ook. Jitang is leuk, nog erg ongerept, maar volgens ons toch minder charmant dan Tang An, waar we gisteren waren.
Terug in Zhaoxing blijkt de kapper die Peter onder handen neemt er meer kaas van gegeten te hebben dan de beide kneusjes die Yvonnes haar poogden te knippen. Naderhand hoeft er nog maar een beetje door Yvonne te worden bijgewerkt, en dat voor nog geen anderhalve euro!

Varken op de Weegschaal Kippen op de Brommer

14-05-2008 We zijn iets te vroeg voor de bus naar Congjiang en dus kunnen we nog net zien hoe, onder luide protesten, twee dikke varkens worden gewogen en verkocht. Op de markt is ook de vrouw alweer aangekomen die behalve een heleboel kippevlees het vlees van twee nog duidelijk herkenbare honden verkoopt. Wij houden het voor het onbijt maar even op een appel en een cakeje, dat lijkt in elk geval de beste optie.
Een paar dorpjes verder moet er getankt worden, maar de rij wachtenden op brandstof lijkt vandaag nog belachelijker dan wat we tot nu toe in China al hebben gezien. Er staan zeker 20 vrachtwagens in een lange rij opgesteld en een man of 30 staat ook nog eens met lege jerrycans vol verwachting naar de pomp te kijken. Blijkbaar heeft onze chauffeur veel vrienden of een boel gezag, want we mogen asociaal voordringen en even later rijden we alweer. Nou ja... rijden. We hotsen en klotsen over een weg in aanbouw en moeten Laos nu toch echt teleurstellen als het om de slechtste-weg-ooit-troffee gaat.
Congjiang blijkt een erg Chinees stadje te zijn, waar de hotels nog naar ouderwetse Chinese maatstaven worden schoongemnaakt. Het kost ons dus de grootste moeite wat acceptabels te vinden, maar komen uiteindelijk bij een splinternieuw en luxe hotel, waar we voor het astronomische bedrag van 13 euro een sjieke kamer betrekken. Buitenlandse toeristen zijn in Congjiang duidelijk een zeldzaamheid, want we worden overal uitgebreid aangestaard en nagekeken.

> Miao en Dong


15-05-2008 Naar Basha, een dorp van 5 aan elkaar gegroeide Miao- of Hmong- gehuchten, gaat geen bus en daarom regelen we een taxibusje. We vallen met onze neus in de boter, want er is net een delegatie sjieke Chinese meneren op bezoek geweest en dus hebben alle mannen uit het dorp hun jaagkostuum aan en hun ouderwetse, grote geweer over de schouder. Ter demonstratie Jongetje in Bashaschieten ze er zelfs eentje af. Blijkbaar hebben ze allemaal dezelfde kapper, want bij allemaal is de buitenste rand van hun hoofd kaalgeschoren en bovenop is het haar lang en in een knot of staart samengebonden. Zelfs kleine jongetjes lopen er al zo bij, heel bijzonder.
We overleggen net of we terug zullen gaan naar Congjiang, óf de chauffeur extra betalen om naar Yintan, een Dong nederzetting in de bergen, te rijden als we worden aangesproken door 3 Chinese dames op reis. Zij willen ook naar Yintan en we passen makkelijk allemaal in ons taxibusje. Zo kunnen we de kosten lekker delen.
De weg is "as bad as it gets" en we doen er een behoorlijke tijd over. Onze chauffeur is er ook nog nooit geweest en nadat hij bij een splitsing de weg heeft gevraagd zet hij ons er bij het volgende dorpje uit. We zijn nauwelijks de eerste bocht om als hij merkt dat hij zich vergist heeft en dat dit niet het goeie dorp is. Pech gehad, want wij vinden het hier nu al te leuk om meteen weer de auto in te duiken. Vrouwen en kinderen dragen kleurige, zelf-geweven, -geverfde en -geborduurde kleding en bekijken ons nieuwsgierig. De Huis in een dorpje nabij Yintanhuizen zijn een soort van Villa Kakelbonts, maar dan zonder verf en de tamboerstoren is voorzien van vele dieren in houtsnijwerk. Kippen en eenden snateren door de straat en overal staan enorme droogrekken voor mais of stro.
Yintan blijkt 3 kilometer verder te liggen en is een soortgelijk dorp, maar dan groter, beter onderhouden, met 2 torens en aangelegde paadjes EN.... ah, een entreekaartje. Gelukkig lijken de inwoners hier nog niet zo verpest als in Chenyang en het is leuk ook hier een tijdje rond te lopen.
Terug in Congjiang is het al ver in de middag en we eten, douchen en pakken de tassen weer in om morgen verder te gaan.

> Terug naar de Bewoonde Wereld


16-05-2008 Onze chauffeur weet alle buffels en grote kuilen onderweg naar Rongjiang goed te ontwijken en rond de middag stappen we over op de bus naar Leishan. Aan het eind van de middag komen we aan in "alweer zo'n provinciaal Chinees stadje", waar de keus aan voor ons eetbaar voedsel beperkt is en de slaapmogelijkheden variëren van oud en half vergaan tot bijna acceptabel, maar alleen voor Chinezen. We kijken elkaar aan en roepen tegelijk "volgende bus naar Kaili?" (Kaili is de volgende grote stad op ruim een uur rijden.) Jammer genoeg kunnen we nu niet verder rondneuzen in de interessante Miao-dorpjes rondom Leishan, waar de vrouwen wel heel bijzondere kapsels hebben en in de kleurrijkste kleding rondlopen die we in China gezien hebben. Gelukkig kunnen we enkelen van hen bewonderen op het station voor onze bus naar kaili vertrekt. Eenmaal aangekomen vinden we al snel een goed hotel en wij zijn blij om weer even van de relatieve luxe van de stad te kunnen genieten.
De komende dagen blijven we hier om even bij te komen en plannen te maken voor een aangepaste route door China, zonder Sichuan, waar, in verband met de aardbeving, geen buitenlanders worden toegelaten en zelfs Chinezen een "permit" voor nodig hebben.

Klik op bovenstaande filmpjes om even bijna-live in Guanxi en Guizhou rond te kijken.

> Meer Info


Op onze China info pagina is veel nuttige informatie te vinden over China en neem ook eens een kijkje bij onze Guanxi en Guizhou foto's of de Guizhou Mensen foto's.