MAGICPHOTOWORLD.COM

Birma Reisverslag: Mandalay

Dit reisverslag is onderdeel van een serie reisverhalen, allen gemaakt tijdens een lange reis van november 2007 tot mei 2009.

> Tempels in Mandalay


28-02-2009 Na de vreselijk hobbelige rit hierheen, in een veel te oude en krappe bus en met halverwege onze eerste lekke band van de reis, hebben we de eerste twee dagen in Mandalay niet veel meer gedaan dan bijkomen en de website bijwerken. We kunnen er nog steeds niet bij dat Robby Williams een Onze Bus met Lekke Bandheel lied aan de "Road to Mandalay" gewijd heeft. Hij móét hier wel met het vliegtuig gekomen zijn, want anders had hij dat toch echt niet in z'n hoofd gehaald.
Vanochtend zijn we dan voor het eerst wat sites gaan seeën, al lopend naar de Mandalay Hill, waar een bonte verzameling tempels en kloosters op en omheen staat. Vooral de volledig teakhouten Shwenandaw Kyaung is de moeite waard, met al z'n houtsnijwerk.

01-03-2009 Op de fiets gaan we naar Shwe In Bin Kyaung, een klooster in het Zuid-Westen van de stad, gelegen in een wijk waar honderden monniken wonen. Inderdaad zien we overal rood-bruine gewaden, als we na een tochtje over onverharde, hobbelige wegen aankomen in de juiste wijk. Het klooster is mooi gelegen aan een stroompje en bestaat weer helemaal uit hout, dat schitterend bewerkt is, maar helaas niet zo goed onderhouden. Een dikke laag stof zit op het houtsnijwerk binnen en buiten zijn veel mannetjes nauwelijks meer herkenbaar, doordat de regen ze heeft afgesleten. We wandelen nog wat rond, maar de monniken willen duidelijk geen contact maken en we vragen ons af in hoeverre dat te maken heeft met de maatregelen na de demonstraties van vorig jaar.
We stappen weer op de fiets en zijn in de zoveelste ongeasfalteerde straat blij met onze dikke zadels. Aan de zuidkant rijden we de stad uit, naar Amarapura, waar we 's werelds langste teakhouten brug bekijken, van meer dan een kilometer lang. De omgeving van de brug is erg mooi en landelijk, de staat van verval en het lelijke betonnen herstelwerk van het geheel zijn iets minder charmant. Monniken en dorpsbewoners lopen van klooster naar tempel en van school naar dorpje, die de brug over het water met elkaar verbindt. Ook wij wagen ons naar de overkant en weer terug, soms flink heen en weer schommelend. Na een late lunch in de omgeving fietsen we terug naar de stad.

02-03-2009 Omdat de markt altijd de leukste manier is om lokale mensen bezig te zien gaan we vanochtend eerst naar de levendige "produce market", een eindje verderop in onze wijk. Op deze markt is werkelijk alles te koop wat vers is en de diversiteit van produkten is groot. Waren we gisteren al door verschillende onverharde straten gefietst, hier is het echt één grote zandbak. Dat is dan Myanmar's tweede stad met ongeveer een miljoen inwoners. We kopen een lekkere papaya, die we in onze kamer opeten en dan gaan we op zoek naar een taxi die ons naar Sagaing kan brengen. Uiteraard doen we dat niet bij de altijd aanwezige taxi-maffia die voor ons hotel rondhangt, maar gaan we even een straat verderop.

Bananen Verkoop op de Markt Yvonne in de Blue Taxi

> Sagaing


Achterin de "blue taxi" van een man die níét het dubbele tarief vroeg stuiteren we korte tijd later de stad uit. Het landschap is dor, maar toch zo mooi, met al z'n grote, eeuwenoude bomen met metersdikke stammen. Een uurtje later staan we voor de eerste tempel en omdat we de taxi voor de dag gehuurd hebben rijden we overal lekker lui naar toe. De tweede tempel zou een grottempel met oude rotsschilderingen moeten zijn, maar na de speurtocht er naartoe komen we voor een gesloten hek. De jonge monnik, een kind nog, maakt duidelijk dat de sleutel van de grot ergens anders in het dorp is en met onze taxi verdwijnt hij om hem op te halen. Als ze even later terug komen is dat helaas zonder sleutel: op maandag is de grot gesloten wordt ons met handgebaren duidelijk gemaakt. Jaja, zeker de oppermonnik z'n dag in het plaatselijke "Rum-station".
Enigszins teleurgesteld vertrekken we weer, om een kijkje in een nonnen-klooster te nemen. Als één van de oudere, in het roze geklede en kaalgeschoren, nonnen ons ziet Negentig Jaar Oude Non in Sapaingworden meteen een aantal andere nonnen opgetrommeld en samen dragen ze een lied voor. Ook wordt de oudste non, van maar liefst negentig jaar oud, opgehaald. Zij is de lerares van de jongere dames en al haar hele leven in het klooster. Het oude, roze besje wil graag op de foto en daana leiden een paar van de jongere meiden, die een enkel woordje Engels kunnen, ons rond.
Halverwege de middag wagen we de klim naar de hoogstgelegen stupa, als we mister Quick tegen komen. Mister Quick is een monnik, die naar eigen zeggen het snelst van alle monniken hier de trappen naar de top kan beklimmen. Hij is een aardige vent en als hij hoort dat de grottempel gesloten is vandaag, neemt hij ons mee naar een andere, onbekende tempel die ook grot-schilderingen heeft. In gebrekkig Engels vertelt hij ons de verhalen bij de afbeeldingen. Nadat we samen alsnog de hooggelegen stupa hebben bezocht nemen we afscheid van deze monnik, die ons met tranen in de ogen over de Birmese regering en de protestmarsen van afgelopen voorjaar heeft verteld.
Onze rustige, niet-Engels-sprekende chauffeur bevalt ons wel en we spreken af morgen weer met hem op pad te gaan.

> Paleik en Inwa


03-03-2009 Stipt om half tien vertrekken we en wederom gaan we aan de zuidkant de stad uit. Na de rattentempel in Deshnok, India, gaan we ons nu in een de Slangentempel in Paleikslangentempel wagen. In Paleik vereren de Buddhisten twee pythons, de grootste is een meter of vier lang en al tweeëndertig jaar oud. Elke dag om elf uur is er een ceremonie waarbij de slangen in bad gaan en gevoerd worden. Gelovigen kunnen ook met één van beide slangen op de foto, uiteraard tegen betaling van de nodige donaties.
Na de ceremonie willen we naar Inwa, maar onze chauffeur laat ons eerst nog een heel park met wel honderd nieuwe en oude stupa's bij elkaar zien. Zoals hij zegt is het een "present", ofwel een gratis extra bezienswaardigheid in onze tour. Het is een bijzondere verzameling op slechts een kleine oppervlakte en we vinden het eerlijk gezegd haast mooier dan Bagan.
Dan nemen we een binnendoorweggetje tussen rijstvelden en akkers door naar de voormalige hoofdstad Inwa. Regelmatig zijn er kleine dorpjes van rieten huizen en ook nederzettingen van nomaden, die hun verblijven van palmbladeren hebben gemaakt. Als er zo'n kamp redelijk dicht bij de weg staat vragen we om even te stoppen en gaan we dichterbij kijken. Deze mensen hoeden koeien en trekken van de ene plek naar de andere om hun beesten te voeden. De drinkbakken zijn handgemaakt van uitgeholde boomstammen, poep wordt voor de hutjes gedroogd om op te koken en werkelijk al hun spullen zijn zelfgemaakt. De vrouwen en kinderen vinden het openlijk erg interessant dat we even komen kijken en de mannen stiekempjes ook. De digitale camera, waarop je jezelf kunt zien aan de achterkant is hier nog een wonderlijk iets en zo vermaken we ons een tijdje.
Kinderen belagen Toeristen met KraaltjesInwa is een eiland en als we bij de veerboot aankomen, voor de overtocht, worden we belaagd door kinderen die kraaltjes en kaarten willen verkopen. Ook de verhuur van paardenkarren aan de overkant is een ware toeristenkermis, waarbij we geen andere keus hebben dan te veel te betalen, maar ach... voor vier dollar kun je eigenlijk ook niet klagen. Zo zitten we dan weer eens in een paardenkar, die ons naar de drie grootste bezienswaardigheden brengt. We zijn niet heel erg onder de indruk, zowel van de tempels als van de andere uitzichten, maar het is wel weer een relaxt middagje.
Gezien de kwaliteit van de wegen en de hardheid van het bankje van ons vervoer de afgelopen twee dagen zijn we blij als we weer in mandalay zijn. We eten bij ons inmiddels favoriete straatstalletje en doen verder niks meer.

04-03-2009 Pas 's middags wagen we ons buiten, om naar het museum te gaan. We hadden ons de moeite beter kunnen besparen, want uiteraard is er weer eens geen stroom en het gebouw is te donker om het tentoongestelde behoorlijk te kunnen zien. Was het licht wel aan geweest dan hadden we kunnen zien dat er overal een stoflaag van minimaal een jaar op ligt en dat de glazen van de kasten nauwelijks meer doorkijkbaar zijn. Het treurige gastenboek laat zien dat er deze week ook nog maar één andere bezoeker geweest is. Al gauw staan we weer buiten.
's Avonds lopen we naar de andere kant van de stad om de poppenshow te zien en dát is wel echt de moeite waard. De poppen zijn handgemaakt en zien er schitterend uit en de spelers zijn zeer bedreven. De hele voorstelling wordt begeleid met live muziek op traditionele instrumenten. Helaas zijn er naast ons slechts twee andere mensen gekomen, dus klappen we elke keer maar extra hard.

> Mingun


05-03-2009 Met de boot varen we de Ayeyarwady rivier op, naar Mingun, een verzameling van stupa's en kloosters. De grootste stupa is nooit afgebouwd, maar is met z'n huidige vijftig meter toch al enorm en van verre zichtbaar.

Boomstammen Vervoer op de Rivier Taxi in Mingun

Op de terugweg zien we nogmaals het leven op en aan de rivier aan ons voorbij trekken. Mensen vervoeren van alles op hun boten en grote hoeveelheden boomstammen worden stroomafwaarts gebracht voor de verkoop. Er wordt gevist in kleine bootjes en aan de oever staan de rieten hutten pal aan het water gebouwd.

> De Bus naar Hsipaw


06-03-2009 Als echte Birmezen staan we bij zonsopkomst op. Dat is geen vrijwillige keuze, maar we willen met de bus naar Hsipaw en we hebben te horen gekregen dat we om kwart voor zeven bij het kantoor moeten zijn voor vertrek. Precies op tijd zijn we daar dan, maar pas na zevenen is er enige aktiviteit te bespeuren en mogen we in een klein vrachtwagentje met banken achterin plaatsnemen. Zo gaan we, met een tiental andere mensen, naar het busstation. En daar staat de meest prehistorische bus die we ooit gezien hebben. Helemaal volgepakt met dozen, zakken, kratten en blikken.
de Bus naar HsipawOp het dak is nog net een klein beetje ruimte voor onze tassen en de stoelen in de bus zijn los gemaakt en op een verhoging vast gelast, zodat er ook nog allemaal dozen onder passen. Over een stapel zakken die, zoals we al gauw ruiken, gevuld zijn met gedroogde vis, kruipen we naar onze plekjes. We vouwen ons in die drie vierkante centimeter die ons toebedeeld zijn, waarbij Peter zowat met z'n knieën zijn eigen neus raakt. Al gauw ontdekken we dat ons raam geen haken meer heeft om open te blijven staan, niet bepaald ideaal bij middagtemperaturen van veertig graden. De rugleuning van de stoel van Yvonnes voorbuurvrouw is stuk en die komt dus meteen naar achter zodra ze gaat zitten. Gelukkig ligt de wereldreizigers-kit voor derdewereld-landen hier gewoon op straat en met een stuk plastic dat als touw dient zetten we het raam vast en tussen dat raam en de rugleuning voor ons klemmen we een stuk hout. Nu kunnen we bijna normaal zitten, ware het niet dat we met ons hoofd bijna tegen de Bus naar Hsipawhet plafond zitten op onze verhoogde stoelen en we onze benen werkelijk geen milimeter kunnen verplaatsen.
Als we vertrekken merken we dat de bus niet eens erg beroerd rijdt. De vering is zelfs erg goed en de motor sterk. Dat mag ook wel, want we klimmen een flink eind omhoog, meer dan duizend meter. Het landschap wordt steeds groener en we zien regelmatig prachtig gekleurde bloemen. Bij een restaurantje waar we stoppen zijn aardbeien te koop.
Na een uurtje of vijf stoppen we in een dorpje en wordt vrijwel alle bagage van het dak en een deel uit de bus zelf eruit gegooid. Dat geeft ons iets meer zitruimte en de chauffeur de kans om weer eens flink te scheuren, zonder al dat extra gewicht. Aan het eind van de middag komen we aan in het rustige Hsipaw, waar onze gereserveerde kamer op ons wacht. We eten met enkele andere reizigers en duiken er daarna vroeg in.

> Rust in Hsipaw


07-03-2009 Omdat markten 's ochtends altijd op z'n drukst zijn gaan we daar eerst even kijken. Helaas blijkt de markt van Hsipaw een beetje doods en er is maar een handjevol mensen. We blijven niet lang en kopen wat eten en drinken voordat we het dorp uit lopen. We komen over heuvels en steken beekjes over, tussen groene velden en bananenplantages door naar een hoge waterval. We kunnen tot aan de waterval en het meertje eronder komen en aangezien het al middag is als we er zijn lunchen we in de schaduw bij de eindeloze stroom water.
Waterval in HsipawDe terugweg is lang, warm en zwaar en halverwege de middag storten we uitgeput in onze kamer neer. De rest van de dag lezen we wat en we komen de deur alleen nog uit om te eten.

08-03-2009 Lopend verkennen we het noordelijke deel van Hsipaw, dat een uitgestrekt dorp blijkt met veel oude en nieuwere tempels en stupa's. Daar tussen wonen en leven de mensen een eenvoudig bestaan in hun bamboehutten.
's Middags lopen we aan de andere kant het dorp uit en we beklimmen de heuvel van de negen Buddha's, waar een klein klooster op staat. Na de korte, maar pittige klim worden we beloond met een schitterend uitzicht over Hsipaw en de Dokhtawady rivier. Een eenzame monnik brengt ons thee.
Zoals dat gaat in een landelijke omgeving als deze wordt 's avonds en 's nachts het geblaf van honden afgewisseld met het kraaien van hanen en we krijgen niet erg veel slaap voor we om vijf uur ons bed weer uit moeten voor de bus terug naar Mandalay.

> Terug naar Mandalay


09-03-2009 Die bus blijkt precies hetzelfde exemplaar te zijn als die waarin we hierheen zijn gekomen, alleen is er dit keer geen bagage op het dak gebonden en ook vanbinnen is er nog verrassend veel ruimte. Onze plekken zijn op de twee voorste stoelen en zo zien we dit keer ook nog eens waar we heen rijden. Tijdens de afdaling naar Mandalay wordt de temperatuur steeds hoger en we zijn blij als we er rond de middag zijn. Wat een hitte... en dan te bedenken dat de temperatuur volgende maand nóg hoger wordt.
Als we, na een paar dagen van de buitenwereld te zijn afgesloten, weer naar ons vaste internetcafé lopen worden we daar aangenaam verrast. Als ware beroemdheden worden we onthaald door twee Nederlandse gezichten achter één van de pc's: "dát zijn Peter en Yvonne, van Treelo" roept Mariëlle uit. Wij kennen haar en Mark niet, maar zij hebben onze website verschillende keren bekeken, zijn zelf sinds enkele maanden op reis, en herkennen ons van de foto's. Wat een toeval! Tegen het eind van de middag drinken we samen wat en 's avonds eten we voor het laatst bij ons vaste straatrestaurantje, vóór we morgen met de nachtbus naar Yangon terug gaan. Van daaruit vliegen we wederom naar Bangkok, inmiddels een steeds terugkerende bestemming in onze reis, voor we de zestiende naar Caïro vliegen.

Klik op bovenstaande filmpjes om even bijna-live in Mandalay en Paleik rond te kijken.

> Meer Info


Op onze Myanmar info pagina is veel nuttige informatie te vinden over Myanmar en neem ook eens een kijkje bij onze Mandalay foto's.